(42) Het afscheid

Het is vrijdagmiddag in Tours. Lotte en ik hebben de besloten crematie bijgewoond van Romain en Robert Audibert. Feline was er niet. We hebben het haar wel laten weten, maar we hebben geen reactie meer van haar gekregen. Niet dat we het erg vinden, maar het is op z’n minst wel vreemd. Maar goed, niets is gewoon aan Feline.
Ik kijk op mijn horloge en ik zie dat het bijna zes uur is.
‘En nu Lotte?’ vraag ik.
Er verschijnt een flauwe glimlach op haar gezicht.
‘Ik vlieg morgenvroeg terug naar Montreal. Ik heb maandag een afspraak bij “World of Art”. Ik heb ze verteld dat ik de opdracht voor het artikel over Filippe Marechal teruggeef. Ik kan het niet publiceren, niet na alles wat er is gebeurd.’
‘Ik kan dat begrijpen Lotte. Het is ook niet niks. Het lijkt af en toe of ik nog steeds in een boze droom zit in plaats van in de werkelijkheid, en voor jou zal het wel niet veel anders zijn. Maar ja, we moeten verder.’
‘Ik voel me zo verschrikkelijk leeg Tomas. Ik denk dat ik voorlopig gewoon maar wat ga zitten lezen en een beetje muziek ga luisteren, ik weet het echt niet. En jij?’ vraagt Lotte.
‘Ik ga eerst maar eens naar Klimmen om te kijken wat de schade aan de boerderij is. Volgens Bertus heeft de verzekering wel al een eerste raming van de herstelkosten gemaakt, maar verder weet ik het nog niet. Het ligt er aan of ik het zinvol vind om de boerderij weer op te bouwen. Zo alleen, en zo achteraf is ook niet alles, maar om eerlijk te zijn heb ik nu nog geen enkel idee hoe ik verder moet. Mijn hoofd zit nog vol emotie en vooral boosheid. Ik ben boos op Filippe en Reneé, maar vooral ben ik boos op mezelf. Ik had het misschien gewoon moeten laten rusten en ik had jou er zeker niet in mogen betrekken. Bovendien had ik geen eigen rechter mogen spelen Lotte, dat had niet mogen gebeuren, ondanks alles. Maar helaas, ik kan het ook niet meer terugdraaien.’
‘Je zult het moeten accepteren Tomas, je kunt het niet meer veranderen,’ zegt ze met zachte stem. ‘Wat gebeurd is, is gebeurd en gelukkig leven we nog. Jij en ik, Elise en Feline. Het had ook anders kunnen aflopen als je Reneé nog een kans had gegeven. Ik weet zeker dat hij ons in zijn dood had meegenomen.’
‘Ja, dat realiseer ik me maar al te goed. Ik vraag me ook af hoe het mogelijk is dat ik niet heb gemerkt dat Reneé de plaats heeft ingenomen van Fillipe. Echt, dat laat me niet los. En dat al vanaf de vernieling van de schilderijen en de beelden in Palluau. Echt onbegrijpelijk, maar je hebt wel gelijk, ik zal het moeten accepteren. Hoe laat gaat je vlucht morgen?’
‘Morgenochtend half zeven hoop ik in de lucht te zitten. Weg van hier.’
‘Dus dit is onze laatste avond…?’
Ik zie een traan in haar ogen.
‘Ja Tomas, dit is onze laatste avond samen.’
‘Zullen we nog wat leuks gaan doen, als afscheid?’
‘Voelt het zo? Voelt het als een afscheid voor jou?’
‘Ja en nee. Ik weet het niet. Ik vind het verschrikkelijk dat je gaat, maar ik weet ook dat je dat moet doen. Ik mag en ik kan je niet tegenhouden.’
‘Zou je dat dan willen?’ vraagt ze met een glimlach om haar mond.
Ik zucht.
‘Ik weet niet wat ik wil. Mijn hoofd zit vol emotie en misschien ook wel vol met spijt. Het liefste zou ik een hotelkamer huren en de hele nacht bij jou willen zijn, maar ik weet ook dat dit geen optie is.’
‘Het klinkt zo kil… geen optie,’ zegt ze.
‘Sorry, het was niet zo bedoeld. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ik je beter kan laten gaan. Ik voel dat zo ondanks dat het me veel pijn doet. Ik weet dat het nu niet het goede moment is.’
‘Ik voel hetzelfde Tomas. Exact hetzelfde. We zijn er nog niet aan toe. Misschien ooit, maar nu in elk geval niet? Wie zal het zeggen. De tijd zal het ons leren.’
‘Ik zal jouw kus nooit meer vergeten Lotte. Echt niet. Het was voor mij een zeer speciaal moment.’

-190-

‘Het was?’
‘Dat is het nog steeds en dat zal altijd zo blijven.’
‘Ik denk echt dat ik nu beter kan gaan Tomas. We moeten ons nu niet laten gaan, nogmaals het is niet het goede moment. Geloof me, het is beter zo.’
‘Dus ook geen laatste avond meer samen?’ vraag ik teleurgesteld.
‘Nee Tomas, ook geen laatste avond meer samen…’ zegt ze met een diepe zucht.
Er gaat een huivering door mijn lichaam. Ze steekt haar hand uit en het is alsof we een zakelijke afspraak afsluiten.
‘Tomas, een goede terugreis en veel succes met de herbouw. En nog bedankt voor alles.’
‘Jij ook Lotte, sterkte en denk aan jezelf meisje,’ zeg ik en ik voel dat mijn hand die van haar raakt. Haar hand voelt koud. Dan maakt ze zich van me los en draait ze zich van me af en roept om een taxi. Even later stapt ze in, zonder nog om te kijken. Ik volg de achterlichten van de taxi totdat ik ze niet meer kan zien, en met verdwijnen in de verte van de achterlichten van de auto, verdwijnt ook Charlotte Audibert uit mijn leven.
Geen laatste kus meer, geen omhelzing, alleen een handdruk, meer niet.
‘Dag Lotte…’ mompel ik. De mensen lopen aan me voorbij en hebben geen idee hoe zeer het mij doet om haar te laten gaan, maar ik weet dat het niet anders kan.

 -191-