DE VERLOREN KUNSTENAAR

Voorwoord
Het is al weer een paar weken geleden dat Danielle Morat mij heeft gebeld. Ze heeft me beloofd om mij een verhaal toe te sturen. Haar verhaal over het leven van mijn goede vriend Filippe Marechal, de geniale, de onbegrepene, de soms wereldvreemde maar vooral de verloren kunstenaar. Filippe, letterlijk ten onder gegaan aan alles wat hij was, maar absoluut niet wilde zijn. Of moet ik zeggen dat wat hij wilde zijn, maar wat hij absoluut niet was? Filippe, een twijfelaar, een denker en bovenal een createur, een maker en fantast. Maar ook een mens met een groot hart, vol warmte en gevoel en daarom zo kwetsbaar. Filippe was naïef, soms niet veel wijzer dan een groot kind. Soms leek het wel of hij niet volwassen wilde worden. Hij zocht nooit het verkeerde in de mensen, noch in de dingen om zich heen, maar blijkbaar zocht het verkeerde hem op.
Toen Danielle Morat mij een half jaar geleden benaderde met de vraag voor een interview heb ik ingestemd. Ze vertelde me dat ze aan een artikel werkte over een vergeten kunstenaar, over Filippe Marechal. Men had haar verteld dat ik een goede vriend van Filippe was en ze hoopte dat ik haar daarmee zou kunnen helpen. Eigenlijk weet ik niet goed meer waarom ik haar toen heb uitgenodigd, want ik voelde er eigenlijk niets voor om uit te wijden over het leven van Filippe. Zeker niet tegenover een volstrekt vreemde. Het hoorde niet bij hem en ik vroeg me af waar ik eigenlijk het recht vandaan haalde om zijn verhaal te vertellen. Ik was er zo zeker van dat hij dat nooit zou hebben gewild en toch…
Misschien kwam het wel door het aandringen van Danielle? Ze was een week later naar Klimmen gekomen en had een paar dagen bij mij op mijn boerderijtje gelogeerd. We hadden tot diep in de nacht met elkaar gesproken, vooral over kunst, literatuur en zelfs af en toe over de wereldproblemen. Eigenlijk over van alles, behalve over haar en mijn leven. Achteraf gezien tamelijk raar, want zelfs over Filippe, die ten slotte de aanleiding en enige reden was voor deze ontmoeting, waren we oppervlakkig gebleven en hadden we ons hoofdzakelijk beperkt tot zijn werk. Niet meer en niet minder. Het antwoord op de vraag waarom zij voor haar artikel speciaal Filippe had uitgekozen was voor mij onduidelijk gebleven. Ik was er ook niet verder op ingegaan. Al met al was het een rare ontmoeting geweest. Een vreemde ervaring en de soms ongemakkelijke momenten van stilte die tijdens onze gesprekken vielen, zijn me nog steeds bijgebleven. Danielle Morat is voor mij eigenlijk niet meer dan een passante, die door haar interesse in Filippe op mijn pad is gekomen, meer is er niet.

-1- 

Nadat Danielle was teruggekeerd naar Montreal heeft ze mij nog een paar keer een mailtje gestuurd. In een van haar laatste mailtjes vertelde ze dat het artikel over Filippe bijna klaar was. Dat is nu bijna drie maanden geleden, daarna is het stil gebleven tot aan een paar weken geleden. Tijdens dat telefoongesprek vertelde ze vol enthousiasme over het resultaat van haar speurtocht naar het leven van Filippe Marechal. Volgens haar heeft ze bijna genoeg materiaal voor het schrijven van een essay over de kunstenaar Marechal, een kunstenaar die nooit het grote succes heeft gekend, maar in potentie dit wel in zich had. “Het soms onbegaanbare pad van de genialiteit” is de titel van haar essay. Danielle heeft de toezegging van haar agent gekregen dat het artikel over Filippe zal worden gepubliceerd in het septembernummer van “World of Art” Bovendien zijn er concrete plannen voor een boek over het leven van Filippe. Hoewel het in eerste instantie niet haar bedoeling is geweest om een boek over hem te schrijven, is Danielle wel verheugd dat ze ook deze kans krijgt. Enerzijds verbaast het mij dat ik blij ben dat er weer contact met Danielle is en anderzijds maakt het mij ook onrustig. Alleen de gedachte al dat ze een boek wil schrijven over Filippe, en dat misschien al binnen een paar maanden het verhaal over zijn leven te koop zal zijn, laat me niet los. Een verhaal dat alles behalve de volledige waarheid zal vertellen, want alleen ik ken die waarheid. En ik heb me voorgenomen dat ik dat niet met Danielle zal delen. Dat ben ik aan Filippe verplicht. Zo voelt het nou eenmaal, al is het misschien niet fair tegenover haar. Maar ook heb ik twijfels, want ik vraag me af of het wel helemaal eerlijk is tegenover Filippe. Ik realiseer me maar al te goed, dat als ik voet bij stuk houd, de wereld alleen maar kennis zal maken met de in mijn ogen halve waarheden. Ik vraag me af of er ooit nog een tweede kans zal komen om te laten zien wie mijn vriend werkelijk was, mijn beste vriend de verloren kunstenaar, Filippe Marechal. Want er is volgens mij maar één waarheid en die waarheid ligt voor mij op de notenhouten tafel in de zitkamer, opgetekend in een bundeltje papier, want meer is er niet. “Filippe Marechal, een verloren vriend” heb ik met grote letters op de eerste pagina geschreven, met daaronder, “door Tomas Vanderwaal”. Het is zijn verhaal, maar ook mijn verhaal, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo heb ik het bedoeld, zin voor zin, woord voor woord. Hoe vaak heb ik het al doorgelezen, aangepast, weer weggelegd, opnieuw opgepakt? Ik heb zelfs meerdere keren op het punt gestaan om het bundeltje te vernietigen, om het te verbranden. Maar ik ben er uiteindelijk toch mee verder gegaan, ondanks dat ik alles steeds weer opnieuw moest beleven. Bij het schrijven van elke letter, bij elk woord. Soms voelde ik me schuldig, en vond ik dat ik tekort was geschoten.
Ik weet maar al te goed dat het mij maar niet lukt om het verleden af te sluiten. Wat er met Filippe is gebeurd, blijft mij steeds bezighouden. Bij het aanbreken van een nieuwe dag, bij het ondergaan van de zon en bij het invallen van de avond, ik kan het maar niet loslaten, al realiseer ik me ook dat ik verder moet met mijn eigen leven. Maar voorlopig, misschien wel tegen beter weten in, ben ik er zeker van dat de feiten anders zijn en dat de volledige waarheid mij is onthouden. Ik hoop dat het me nog ooit lukt om die waarheid te achterhalen en het is misschien dan ook wel die gedachte, die mij weerhoudt om te accepteren wat er is gebeurd. Voorlopig heb ik alleen maar het bundeltje papier en daar moet ik het mee doen. Het is mijn enige houvast. 

 

-2-