Voetbal (1)


Ik heb er geen verstand van. Van voetbal bedoel ik. Buitenspel, hoekschoppen, slidings en penalty’s zijn aan mij niet besteed. Ik ben niet in oranje gehuld als de nationale ploeg tegen Verweggistan moet voetballen. Het was dan ook een totale overwinning op mijzelf toen ik op uitnodiging van de vader van Johnny Bruining op het veld van FC BLDN langs de zijlijn stond. Johnny was volgens zijn vader een natuurtalent en eigenlijk veel te goed om in de d’tjes van BLDN te spelen. Maar ja, de leeftijd van Johnny  was nou eenmaal de grote sta-in-de-weg. Een onoverkomelijke belemmering in de tot in detail uitgestippelde loopbaan van de kleine blonde spits. Zijn vader had naar volgens zeggen, geprobeerd de voetbalbond middels een schrijven tot dispensatie te bewegen. Deze ultieme poging bleek kansloos te zijn. Kortom, Johnny was gedwongen om met het d-elftal het seizoen uit te voetballen. Daarna zou een en ander bekeken worden, in ieder geval door de trainer en de technische commissie, een verzameling van wijze mannen en kenners van alle innen en uiten van voetbal. Of beter alle ins en outs. Het voetbalspel is uiteindelijk van oorsprong voor zover ik weet althans, een Engelse vinding.
Daar stond ik dan op mijn vrije zaterdag, met mijn schoenen in de modder, achter een rommelige krijtstreep, waarvan ik aannam dat daar de bal in principe niet overheen mocht komen. Nadat een kleine vijftien man of liever jongetjes van rond de tien het veld op waren gekomen, er waren er een paar ziek, legde een jongeman van een jaar of zestien, gehuld in een zwart tenue, de bal in het midden van de kunstig aangebrachte ronde cirkel. Hij zei nog iets tegen de twee aanvoerders en het leek me dat zij het hadden begrepen. Dat de beide jongens de aanvoerders waren had ik vernomen van de vader van Johnny, die naast mij was komen staan en me vertelde dat hij zijn zoon ook nog even had toegesproken. Een laatste stimulans hoewel dat niet echt nodig was volgens hem. Om Johnny te motiveren, bedoelde hij. De wedstrijd was begonnen, althans er liepen op zijn minst dertien jongetjes kris kras door elkaar op zoek naar die ene bal. Mijn opmerking dat het beter zou zijn als er meerdere ballen door de club ter beschikking zouden worden gesteld vond totaal geen genade bij de vader van Johnny. Hij keek me aan en zijn blik zat vol minachting voor mijn onbenullige opmerking. De humor waarmee ik geprobeerd had de sfeer wat op te vrolijken, was overduidelijk totaal onzinnig en van geen enkel niveau. Ik wist het en nam het besluit om in het resterende deel van de wedstrijd mijn mond te houden.
Met de rust was er nog steeds niet gescoord. Johnny had zijn uiterste best gedaan, maar was tot dan toe niet erg succesvol in zijn acties geweest. Integendeel. De beide keren dat hij bijna in het bezit van de witte bal kwam, leek het wel of er iets in hem blokkeerde. De vader van Johnny had hem daar op gewezen. Zijn woorden waren helder en duidelijk geweest. Als het zo met Johnny verder ging was hij, vader Bruining voor de laatste keer op zijn vrije zaterdag op het veld van BLDN. Hij legde mij uit dat hij dat uiteraard niet meende maar dat hij daarmee Johnny op scherp wilde zetten. Hij wilde hem prikkelen en hij verzekerde mij dat ik het resultaat van zijn psychologische aanpak in het tweede bedrijf terug zou zien. Ik probeerde nog te zeggen dat ik nog andere verplichtingen had en ik eigenlijk weg moest en ik het heel erg spijtig vond, maar hij keek mij zo doordringend aan dat ik al snel tot de conclusie kwam dat ik er goed aan deed om ook de tweede helft te blijven.
Na afloop van de wedstrijd die met acht nul werd verloren zei vader Bruining tegen zijn zoon, dat er het weekend niet met de elektrische trein mocht worden gespeeld. Hij zou hem in plaats daarvan een persoonlijke training geven. Johnny keek mij aan en ik schudde mijn hoofd. Ik begreep er niets van. Of beter, ik heb er geen verstand van.