Kerstbomen (3)
Buurvrouw had er een feest van gemaakt. Van het kerstdiner bedoel ik. Ze was tot het uiterste gegaan met het in huis halen van grote hoeveelheden niet te versmaden calorierijke lekkernijen. Ze had ze met grote zorg bereid en aan mij voorgezet. Ik kon eenvoudigweg niet weigeren. Ik voelde het aanspannen van mijn broekriem en het leek nog een kwestie van tijd dat ik mezelf meer ruimte moest gunnen door een gaatje op te schuiven. Maar uiteindelijk heb ik het toch gered. Zonder te capituleren. Al met al was het heel gezellig geweest. Buurvrouw vond dat blijkbaar ook en stelde voor om ook kerst 2013 maar vast in te plannen.
‘Maar dan is het wel bij mij,’ had ik geantwoord.
‘Ben jij dan de kok…?’ vroeg ze. Het klonk wat gereserveerd.
‘Zeker, het zal je verbazen,’ was mijn reactie geweest.
‘Nou, ik laat me verrassen,’ zei ze.
We hadden nog wat gedronken en wat gekeuveld.
‘Heb jij nooit verkering of zo gehad?’ vroeg ze opeens.
Ik wist even niet goed hoe ik moest reageren. Ik vroeg me af wat de achterliggende gedachte was.
Kortom ik was op mijn hoede.
‘Nou, nee eigenlijk niet. Het is er nooit van gekomen. Nooit de ware ontmoet, zal ik maar zeggen. Misschien niet goed genoeg gezocht.’
Ik realiseerde me dat ik in luttele tellen alle clichés had opgevoerd om mijn vrijgezellenbestaan te verdedigen.
‘Toch eigenlijk wel jammer.’ De buurvrouw keek me aan.
Ik nipte aan mijn glaasje likeur.
‘Nooit echt werk van gemaakt?’ ging ze verder.
‘Hoe bedoel je?’
‘Zoals ik het zeg. Nooit eens actie ondernomen? Heb je nooit eens een advertentie gezet? Jezelf ingeschreven bij zo’n datingbureau? Er zijn toch mogelijkheden genoeg.’
Het klonk bijna als een verwijt.
‘Eh… eigenlijk niet geloof ik. Nou ja , ik heb een keer een afspraak via zo’n bemiddelingsbureau gemaakt. Dat was het.’
‘En…?’ vroeg ze en ik wist dat er geen ontsnappen meer mogelijk was.
‘Nou, je wilt het niet weten. Het was ik ieder geval geen succes.’
‘Vertel,’ was haar reactie en de toonzetting was helder. Het was geen verzoek maar een opdracht.
Ik twijfelde, maar ik zette mezelf er maar snel over heen.
‘Het is alweer jaren geleden. Misschien wel tien jaar of zelfs wel meer. Ik had gereageerd op een advertentie van zo’n bureau. Ik moest mijn profiel insturen en dan zouden zij wel voor een passende match zorgen. Het bureau heette “Matchmakers”. In ieder geval hadden ze binnen veertien dagen een passende match gevonden. En een passende locatie. Dat was een restaurantje in Utrecht. Gemakkelijk te bereiken met de trein en in het midden van het land. Mijn match kwam uit de buurt van Zwolle.’
‘Dat was niet bij de deur,’ zei mijn buurvrouw.
‘Dat was het zeker niet. Maar een match is een match. Blijkbaar was er niets dichterbij wat in de buurt kwam van mijn profiel. Enfin, ik ben naar Utrecht gegaan en na even zoeken vond ik het beoogde restaurantje. Het zat in een mooi pandje langs een van de grachten. Niets mis mee. Dus dat leek wel in orde. Ik had een witte enveloppe bij me en ik werd verondersteld deze redelijk opvallend op mijn tafeltje te exposeren, zodat het voor mijn aanstaande duidelijk was, dat ik het was. Op de enveloppe stond het logo van het bureau. Twee rode hartjes, met elkaar verbonden door een sierlijke slinger van gouden bloementjes. Ik voelde me tamelijk opgelaten toen ik de enveloppe op het hoekje van mijn tafeltje legde. De juffrouw die kwam vragen wat ik wilde drinken keek me aan. Matchmakers…? Ik knikte. Ze wenste me succes en ze zei het op een zo’n manier dat ik er een zekere mate van medelijden in proefde. Alsof ze wilde zeggen dat het een schier hopeloze missie was. Dat ze mij eigenlijk een kansloze tobberd vond.’
‘Tjonge Jacob, je slaat wel een beetje door,’ was de reactie van mijn buurvrouw.
‘Nou ja. Het was nou eenmaal zo,’ ging ik verder.
‘Maar goed. Ik was in afwachting van mijn match. We hadden om acht uur afgesproken. Toen het bijna half negen was, werd ik onrustig. Ik vroeg me af of het wel de goede datum was. Of ik me niet vergist had. Was het wel deze week? Om kwart voor negen zag ik een dame het restaurant binnenkomen. Ze keek zoekend om zich heen. Alles in mij gaf groot alarm af. Mijn hormonen kropen angstvallig weg en ik voelde me verkrampen. In een vlaag van opperst bewustzijn pakte ik zo onopvallend mogelijk de enveloppe en stopte die omzichtig in de binnenzak van mijn colbert.
Het zweet brak me uit. Ik hoopte toch zo dat de juffrouw van de bediening de dame niet op mijn spoor zou zetten. Ze wist tenslotte van de enveloppe. Ik zag dat de dame naar haar toe ging en dat ze het doel van haar bezoek aan het etablissement aan de juffrouw kenbaar maakte. Ze ondersteunde dit door uit haar boodschappentas de witte enveloppe van het bemiddelingsbureau tevoorschijn te halen. De juffrouw keek er naar en haalde haar schouders op. Ze legde uit dat ze de dame helaas niet van dienst kon zijn. De dame keek nog maar eens rond en bestelde uiteindelijk toch maar een kop koffie. Ik wenkte de juffrouw en vroeg om de rekening. Ik gaf haar een flinke fooi. Ze bedankte me en ik haar. Ze vertelde dat ze nog studeerde en ze ook een tijdje voor zo’n bemiddelingsbureau had gewerkt. Om haar studie te kunnen betalen. Ze zei dat ze wel gezien had dat dit geen goede match was. Dat het prutswerk was. Ze had er in ieder geval kijk op. Gelukkig maar.’
‘En toen?’ vroeg mijn buurvrouw.
‘En toen niks meer. Dat was het.’
‘Oh…’ klonk het teleurgesteld. ‘Wil je dan nog een kopje koffie?’
‘Dat lijkt me lekker.’
‘Ja…’ had mijn buurvrouw gezegd. Maar haar gedachten waren elders.
Einde