De badkamer van de buurvrouw (8 slot)

 

Buurvrouw is zeer ingenomen met haar nieuwe badkamer. Ze kan het niet nalaten om dat overal rond te vertellen. Vanmorgen kwam ik in de supermarkt mevrouw Jansma tegen. Mevrouw Jansma is ongeveer van mijn leeftijd. Tenminste zo schat ik dat in.
‘Goh meneer Henneman, Jannie is wel heel erg blij met u. U heeft blijkbaar wel heel mooi werk geleverd. Ze heeft me gevraagd om een kopje thee bij haar te komen drinken. Dan zal ik uw werk eens kunnen bewonderen. Ze heeft me zo nieuwsgierig gemaakt.’
Ik probeerde de euforie te temperen maar dat bleek al snel onbegonnen werk.
‘Jannie vertelde me dat je vooral alles zo netjes hebt gepland en dat het zo goed is verlopen. Ze was wel blij dat ze bij jou heeft mogen douchen. Dat kan ik me ook wel voorstellen, want het voelt niet fijn als je een hele week ongewassen rond moet lopen. Ik zou dat tenminste niet kunnen. Ik heb toch al zo snel het gevoel dat ik niet zo fris meer ben.’
Ik hoopte dat ze mij de details zou besparen. Dat ik geen nadere toelichting zou krijgen over de specifieke zones waar een onfris gevoel zou kunnen ontstaan.
‘Vooral het idee al, dat je wat zweterig aanvoelt…’ ging ze verder. ‘Dat is echt niet zo lekker.’
‘Zeker mevrouw Jansma, dat kan ik me voorstellen. Maar ik moet nu echt even dringend haast maken, want ik heb zo meteen nog een belangrijke afspraak. Ik hoop dat u mij niet kwalijk neemt,’ zei ik.
‘Nee hoor meneer Henneman. Ik hoop u snel weer te zien,’ was haar antwoord geweest.
Ik liep als een bezetene met mijn winkelwagentje langs de rekken van de plaatselijks supermarkt en hield angstvallig de rijrichting van mevrouw Jansma in de gaten.
Als het ook maar leek dat onze paden zich weer zouden kunnen kruisen, nam ik een andere afslag. Dat ik voor de derde keer langs het toiletpapier, de wc-eenden en de vuilniszakken liep, was vervelend en op zich inefficiënt maar het stoorde me niet en het diende vooral een goed doel. Zolang ik maar uit het zicht van mevrouw Jansma bleef. Nadat ik voor de derde keer de broodafdeling met een bezoek had vereerd vroeg de juffrouw of ze mij echt niet kon helpen. Maar ik zei dat ik er wel uit kwam en bedankte haar. Ze moet me een rare snuiter hebben gevonden. Zeker toen ik bij de vierde keer tenslotte toch maar een pakje worstenbroodjes in mijn winkelwagen legde. Ik zag dat ze wat smoesde met haar collega. Ze keken me beiden na en ik draaide met hoge snelheid de gang in met de chips en nootjes.
‘Oh, ik dacht dat je al klaar was?’ hoorde ik achter me.
Ik versteende ter plekke. Mevrouw Jansma stond achter me.
‘Eh, nee…’ stamelde ik. ‘Ik zocht nog wat zoutjes.’
‘Moet je deze eens proberen. Die zijn pas nieuw.’
Ze duwde mij een zak onder mijn neus en hoewel ik helemaal niet van dat spul houd nam ik de zak aan en bestudeerde vol interesse de ingrediëntenlijst. Als een echter kenner zei ik, ‘dat ziet er goed uit mevrouw Jansma. Maar wel niet zo goed voor de lijn. Maar in ieder geval bedankt voor uw tip. Ik zal ze vanavond meteen eens proberen.’
Ik deponeerde het zakje met de exotische benaming met veel gebaar in mijn winkelwagentje.
‘Prima. Dan hoor ik wel of u ze lekker heeft gevonden. Maar neem maar van mij aan dat ze overheerlijk zijn. Maar ja, je weet het maar nooit. Smaken verschillen nou eenmaal. Wat ik lekker vind kunt u wel vreselijk vies vinden,’ zei ze en ze keek me doordringend aan.
‘Dat is zeker,’ antwoordde ik met een trilling in mijn stem.
‘Wat bedoelt u?’ vroeg ze.
‘Nou, dat smaken verschillen…’ reageerde ik en het leek me niet verstandig om verder op de materie in te gaan.
‘Oh…’ zei ze. Meer niet.
‘Ja, zo bedoelde ik het’ voegde ik er nog aan toe, maar ik voelde me absoluut niet op mijn gemak.
‘Nou dan ga ik maar vlug verder en houd ik u niet langer op. Anders komt u misschien nog te laat? En dat wil ik niet op mijn geweten hebben,’ zei ze.
En weer was er die doordringende blik. Het leek wel of ze mij wilde zeggen dat ze wel wist dat ik een smoes had verzonnen om van haar af te komen. Ze leek er op uit om mij te ontmaskeren als een grote smoesjesmaker, een leugenaar eerste klas. Het leek slechts nog een kwestie van seconden.
‘Zie ik je straks misschien nog bij Jannie? Want ze heeft jou natuurlijk ook gevraagd.’
Er was geen ontsnappen meer mogelijk. Ik wist het. Hoe kon ik zo naïef zijn.
Buurvrouw had mij inderdaad uitgenodigd, maar ze had er niet bij verteld dat ik niet de enige gast was op haar theefeestje dat ze had georganiseerd ter gelegenheid van de oplevering van haar badkamer. Ze had geen moment gerept over de aanwezigheid van anderen en zeker niet over de aanwezigheid van mevrouw Jansma.
‘Ja hoor,’ stamelde ik onbeholpen. ‘Ik ga nog even mijn boodschappen wegbrengen en dan ga ik naar haar toe.’
‘Oh, is dat uw belangrijke afspraak…?’ klonk het vals. Haar opmerking sloeg in als een bom. Ik voelde me kleiner worden en ik hoopte van harte dat ik zou oplossen tussen de potten met appelmoes en de blikken met doperwten.
Ze haalde haar schouders op.
‘Nou, tot zo meteen dan maar …’ en ze duwde haar winkelwagentje in de richting van de groenteafdeling.
Het zweet brak me uit. Ik voelde dat mevrouw Jansma vast en zeker van plan was mij verder te ontmaskeren en dat ze er op uit was om mij in het bijzijn van mijn buurvrouw te kijk te zetten als iemand die smoezen verzint en die hoogstwaarschijnlijk maar een beperkte bijdrage had geleverd in de totstandkoming van de prachtige badkamer. Buurvrouw had mij geprezen voor mijn aanpak en doortastendheid. Ze had nauwelijks met Jan gesproken, de eigenlijke grote verbouwer. Ze was er van uitgegaan dat ik ondanks de twijfelachtige start toch uiteindelijk de grote man achter het slagen van het badkamerproject was geweest. De vierentachtig euro die het extra had gekost had ik uit eigen zak bijgelegd. Ik wilde buurvrouw niet teleurstellen. Maar nu was het bijna zo ver. Het spel was uit. De wedstrijd gespeeld. En mevrouw Jansma voelde dat aan. Ik wist het zeker.
‘Komt Jan Derksen ook nog?’ vroeg ze toen ze bij de kassa achter me stond.
‘Kent u eh… Kent u Jan dan?’ stotterde ik. Het kwam nauwelijks uit mijn strot.
‘Of ik die ken. Dat is de ex-man van mijn stiefzuster. Af en toe komt hij nog wel eens bij me op de koffie. Ik zag hem toevallig vorige week toen hij bij Jannie bezig was. Hij vertelde dat het er allemaal prima uitzag. Daarom ben ik ook zo benieuwd hoe het is geworden.’
Het zweet parelde op mijn voorhoofd. Ik voelde mijn hart tekeer gaan.
‘We hebben dezelfde vader…’ ging ze verder. ‘Mijn zuster en ik. Ze zijn al weer een tijdje uit elkaar. Het ging niet zo goed tussen die twee. Jan is een beetje een eigenheimer, maar wel een prima vakman. Soms een beetje vreemd, maar hij bedoelt het niet slecht. Hij begint volgende maand aan mijn badkamer.’
‘Oh,’ zei ik. ‘Dat gaat vast helemaal goed komen.’
‘Dat denk ik ook wel. Nou tot straks dan maar,’ zei mevrouw Jansma en ze rekende af.
Ik kocht een bloemetje en met lood in mijn schoenen ging ik naar mijn buurvrouw.
Buurvrouw was zichtbaar verheugd met mijn boeketje en ze had de thee al klaar staan. De zelfgemaakte tompouces stonden geduldig te wachten op het aanrecht.
‘Mevrouw Jansma komt niet,’ zei mijn buurvrouw. ‘Ze had plotseling ergens anders een dringende afspraak. Ze is af en toe een beetje vreemd. Misschien dat ze wat afgunstig is.’
‘Dat kan gebeuren,’ zei ik en ik nipte aan mijn thee.
‘Nou, op mijn nieuwe badkamer en op jouw knap stukje werk.’
Ik knikte en ik hield het daar maar bij. Met dank aan de afwezigheid van mevrouw Jansma.