De badkamer van de buurvrouw (2)

 

Het was koffietijd. Niet op de teevee, maar bij de buurvrouw. Ze had me hiervoor uitgenodigd en het was al snel helder en overduidelijk dat tijdens deze koffieseance de voorgenomen plannen van de totale restauratie van de badkamer aan mij zouden worden voorgelegd. Ze had er nog aan toegevoegd dat ik er ruim de tijd voor moest nemen. Ik dacht in eerste instantie dat ze doelde op het bestuderen van de plannen, maar naar al snel bleek dat ze van mij verwachtte dat ik voor een aanzienlijk deel zou gaan participeren in de uitvoering van haar plannen. Ze maakte mij dat duidelijk door vooral het woord “jouw” en “jij” te gebruiken op momenten dat ik eigenlijk meer dacht aan “ik” en “mijn”, maar dat dan vanuit buurvrouw geredeneerd. Het kwam niet bij haar op. Althans ze gebruikte deze woorden niet. In haar plannen had ik een prominente plaats toegewezen gekregen in de categorie sloopwerk. De tegels op de vloer en aan de wand moesten worden verwijderd. Mijn opmerking dat het misschien een optie zou kunnen zijn om ze te laten zitten en de tegelzetter te vragen, want ik ging er van uit dat deze taak niet aan mij zou worden toevertrouwd, de nieuwe tegels op de bestaande tegels te lijmen. De buurvrouw keek me streng aan en ik voelde dat ik bloosde.
‘Jacob, dat wordt toch prutswerk…’ zei ze op bitsige toon. ‘Dat zou jezelf toch ook niet zo willen hebben.’
‘Nee…’ antwoordde ik vlug. ‘Natuurlijk niet. Dit was gewoon een domme opmerking.’
Met “zeg dat wel” dikte ze mijn lafheid nog maar eens aan. Ik voelde me nietig en klein en eigenlijk was ik ook wel een beetje boos op mezelf. Ik vond het allesbehalve getuigen van veel manmoedigheid.
‘Nee Jacob, ze moeten er allemaal af. Stuk voor stuk. Ik weet dat het een lastige klus is, maar ik heb er wel vertrouwen in dat jij dat klusje voor mij gaat klaren.’
Ik slikte vlug de flauwe opmerking in die op mijn lippen lag. Het was helder dat ze “mij” bedoelde en niet “mei” wat ik bijna had willen suggereren. Ik wist niet goed wat ik er van moest vinden. De dikke veer, die in een bepaald deel van mijn lichaam aan de onderzijde van mijn rug was gestoken, prikte maar streelde ook mijn gevoel van eigenwaarde.
‘Natuurlijk gaat dat lukken buurvrouw.’ Het kwam uit mijn mond maar het voelde niet als mijn woorden,
want ik wist maar al te goed dat dit soort klussen absoluut niet tot mijn favoriete werkzaamheden behoren.
Voor zover ik mij kon herinneren was ik nooit tot grote successen gekomen.
‘Er liggen in mijn schuur nog wel beitels en een hamer. Mijn man zaliger, mijn Leo, heeft er wat mee afgeklust. Hij was bijna elke avond weg. Behalve in het weekend. “Daar blijven ze vanaf” zei hij altijd.
“In het weekend ben ik er voor jou Jannie.” Ik hoor het hem nog zeggen. Ik mis hem wel. Op zondagmorgen zorgde ik altijd voor zelfgebakken broodjes. En verse krentenbollen. Leo kon daar zo van genieten. Het was een fijne man en oh zo handig. Eigenlijk kon hij alles.’
Ze zuchtte en wreef met haar hand over het tafelkleed.
‘Ja, Jacob…dat mis je dan weer op zo’n moment. Nou sta ik er helemaal alleen voor. Zo’n badkamer verbouwen is niet zo maar even gedaan.’
Ik stond in dubio. Moest ik haar afraden haar plannen door te zetten of moest ik mezelf presenteren als een degelijke vervanger van wijlen Leo. Natuurlijk had ik geen enkele intentie om wijlen Leo naar de kroon te steken. Dat leek me bovendien onverstandig omdat de kans op teleurstellingen en dan in het bijzonder aan de kant van de buurvrouw daardoor alleen maar groter werd. Maar als ik haar zou afraden om ermee door te gaan, dan zou ze zeker het vertrouwen verliezen dat ze nu in mij had. Ik zou in de verdere toekomst een minkukel voor haar zijn, een slapjanus en een brekebeen. Een loser eerste klas. Ze zou me mijden en als ze mij toch nog tegen het lijf zou lopen, zou ze haar hoofd van me wegdraaien. Ze zou me negeren en tijdens de theevisites tegen haar vriendinnen vertellen dat ik haar zo was tegengevallen. Ze zou zeggen dat ze mij veel hoger had ingeschat en er aan toevoegen dat sommige mensen de ander zo enorm konden teleurstellen. En haar vriendinnen zouden haar volmondig gelijk geven.
‘Jacob… waar zit je met je gedachten?’
Ik schrok van haar stem.
‘Sorry. Ik zat even te bedenken hoe ik dit klusje op de beste manier kan aanpakken. Ik bedoel…zonder dat je al te veel rotzooi krijgt.’
‘Ik laat het helemaal aan jou over Jacob,’ zei ze en ze stond op en ik zag een blik van voldoening in haar ogen.
‘Zeker Jannie…’ Waarom ik haar opeens met haar voornaam noemde was voor mij een raadsel. Ik schrok er van. Altijd sprak ik haar aan met “ buurvrouw” en nu was het ineens “Jannie”
Ze keek me aan en haar blik ging dwars door me heen.
‘Jacob… och laat maar.’
Ik had geen idee wat ze me wilde zeggen, maar een ding was zeker, ik mocht haar niet teleurstellen. Of ik wilde of niet, ik moest er voor zorgen dat de tegeltjes van de wand en van de vloer op professionele wijze zouden worden verwijderd. Ze moest op mij kunnen rekenen. Ik stond op en schoof de stoel onder de tafel.
‘Nou tot morgen dan maar of wanneer wilde je eigenlijk dat ik er mee ga beginnen?’
‘Heb je vandaag iets anders gepland?’ vroeg ze.
‘Eh nee, dat niet. Maar…’
‘Het kan maar gebeurd zijn. O ja, wat ik je nog wilde vragen… mag ik een paar weken van jouw badkamer gebruik maken, tenminste zo lang als het hier nog niet klaar is?’
Er ging een huivering door me heen bij de gedachte dat terwijl ik rustig op de bank aan mijn appeltje zou zitten, buurvrouw Jannie in mijn badkamer, in mijn bad, zich aan mijn eendjes vergreep.
‘Geen probleem,’ zei ik zonder veel overtuiging. ‘Zal ik vanmiddag dan maar beginnen…?’
‘Prima, ik zal het gereedschap voor je klaar leggen,’ antwoordde Jannie.