Kermis 3

 

Nog een keer een kermisverhaal en dan vind ik het mooi geweest. Dan ben ik er klaar mee. Ik ga het niet hebben over mijn foutieve inschattingen als het gaat om de snelheid van sommige attracties. Ik ga het niet hebben over mijn stommiteiten zoals bijvoorbeeld  het drinken van chocomel op momenten dat een mens beter zou moeten weten. Het is toch niet verwonderlijk dat chocomel en attracties met spetterende namen, waarvan het ondersteboven hangen gedurende enkele momenten kenmerkend is, de spijsvertering in grote verwarring brengt. Ik ga het ook niet hebben over het ongecontroleerd investeren van vele munten in apparaten die schijnbaar van te voren de opdracht hebben meegekregen om vooral er voor te zorgen dat er niets te winnen valt. Ik ga het ook niet hebben over mijn teleurstelling bij het betreden van het muizenracetheater. Van een weldenkend mens mag toch  worden verwacht dat hij niet al te hooggespannen verwachtingen moet hebben als hij een ruimte van twee bij twee binnenstapt, waar een vijftigtal witte muizen heen en weer huppelt over een met kunst- en vliegwerk aangelegde  fantasieloze renbaan. Dat ik geen Grand National voor muizen mocht verwachten kon ik nog wel begrijpen, maar het optreden van dit zooitje ongeregeld was uitermate teleurstellend. Ik heb er nog wel opmerkingen overgemaakt. De man aan de kassa, tevens de eigenaar van de verzameling ongedierte snauwde me toe dat mijn gevoel voor humor nodig toe was aan een revisie. Althans zo heb ik zijn cynische opmerkingen maar geïnterpreteerd. Maar ik ga het wel hebben over de onthullingen van de waarzegster. Dat zit me nog het meeste steeds dwars. Het geld dat ik hieraan heb uitgegeven had ik net zo goed aan de eerste de beste zwerver kunnen schenken. Dan was het in ieder geval nog beter besteed. Misschien had die er twee weken brood en drank of een paar nieuwe schoenen van gekocht. Dan had het tenminste nog een doel gehad. Alles was beter geweest dan het te spenderen aan een zwartharige vrouwmens dat met veel poeha in een schemerig kamertje een paar kaarten omdraaide en vervolgens mij wijsmaakte dat ze hieraan mijn toekomst kon ontlenen. Ze zei dat ze in haar kaarten las dat ik op het punt stond een leuke donkerharige meid te ontmoeten. Ze las in haar kaarten dat ik een grote prijs zou winnen. Ze las in haar kaarten dat ik een aantal verre reizen zou gaan maken. En ze las in haar kaarten dat ik een gezond en een lang en gelukkig leven voor de boeg had. En tenslotte, want het door mij betaalde geld was het tarief voor niet meer dan vijf onthullingen, zei ze dat haar kaarten zich zorgen maakten over de naderende week. Ze zei dat ze niet kon zien wat voor onheil aanstalten maakte om op mijn pad  te komen. Een extra donatie zou haar zeker wel hierbij kunnen helpen. Ik was zo gek. Vraag me niet waarom. Ik moet in trance geweest zijn, of gehypnotiseerd. Nadat ik twintig antwoorden van de kaarten had mogen ontvangen die via de dame met het lange zwarte haar en de goudachtige oorringen tot mij waren gekomen en ik daarmee overigens ook zo ongeveer de bodem van mijn portemonnee had bereikt, vroeg ze of alles naar wens was. En of alles naar wens was! Er was geen enkele kaart mij goed gezind geweest, althans dat vond ik zelf. Geen enkel aanknopingspunt. Niets dat me moed gaf. Toen haar kaartspel ook nog mijn geboortemaand foutief voorspelde en mijn gezinssituatie totaal verkeerd weergaf door te suggereren dat een van mijn broers mij in de nabije toekomst zou helpen met het vinden van mijn nieuwe donderharige vriendin, begon de maat aardig vol te raken. Ook al omdat ik geen broers heb en dat het dus wel heel erg onwaarschijnlijk was dat mijn nieuwe vriendin door zijn bemiddeling op mijn weg zou komen. De zwartharige dame zei dat de kaarten nog een extra gratis bericht voor me hadden. Het was niet mijn broer, maar mijn zus. Een kaart kan zich ook wel eens vergissen. Toen ik vroeg welke, moest ze het antwoord schuldig blijven. De kaarten waren onduidelijk in hun berichtgeving en bovendien was de energie er helemaal uit. Ik kon haar gelukkig geruststellen. Ik ben namelijk enig kind. Toen ik ook nog het vermoeden kreeg dat de dame met het zwarte haar best wel eens een heer met een kaal hoofd zou kunnen zijn, voelde ik een zekere mate van ongelofelijke onbenulligheid over me heen komen. Op mijn vraag of de kaarten van meneer of mevrouw ook in staat waren om oplichters te ontmaskeren kreeg ik overigens wel een duidelijke antwoord. De kaarten hadden mij niet voor niets bij antwoord zeventien aangegeven dat ik moest oppassen en niet alles aan moest nemen wat mij werd verteld. Bij antwoord achttien was duidelijk en helder door de kaarten aangeven dat mijn financiële positie de nodige aandacht vroeg. Bij antwoord negentien was de harten heer overduidelijk geweest. Er was geen vrouw meer in het spel.
Toen ik naar buiten ging hoopte ik dat er een nieuw slachtoffer klaar zou staan. Het zou goed geweest zijn voor mijn ego. Maar blijkbaar was ik de enige oetlul. Ik mijd de kermis. Maar dat ligt niet zo zeer aan de kermis, maar meer aan mij. Toch kan ik het niet nalaten als er weer eens kermis is om even vlug van die heerlijke verse oliebollen te kopen. Dat is in ieder geval goed besteed geld en het is altijd prijs.