De bezuinigingen 3 (Crisis)

 

Alles went. Ook het idee dat mijn toekomst er in een keer weer anders uit zou gaan zien.
Ik had mijn buurvrouw verteld over het voorgenomen besluit van de leiding van mijn school. Ik wist natuurlijk ook wel dat mijn directeur niet veel anders had kunnen besluiten. Maar toch.
Mijn buurvrouw heeft een pragmatische instelling. Schijnbaar zonder moeite somde ze voor de vuist weg een aantal activiteiten op, die de kans op verveling tijdens mijn gedwongen thuiszijn eigenlijk tot een soort nul-risico lijn reduceerden.
Ze stelde voor om in de toekomst samen boodschappen te doen. Ze bereidde haar boodschappenlijst elke donderdagavond secuur voor aan de hand van het binnengekomen foldermateriaal en de daarin aangekondigde aanbiedingen. De goedkoopste mocht zich verheugen op haar bezoek. Het lijstje werd per product samengesteld. In de praktijk kwam het er op neer dat iedere supermarkt in een straal van tien kilometer kans maakte op een visite van de koopjesjaagster. Het feit dat ze hierbij in sommige gevallen niet de inzet van openbaar vervoer, fiets of haar 45km-monster kon voorkomen, maakte voor haar geen enkel verschil. Ook hier was op voorhand nauwkeurig doorgerekend of de actie al met al tot een batig saldo zou leiden. Omdat de voorbereiding, planning en uitvoering ruim tijd in beslag namen, was het voor mij snel duidelijk dat hiermee tenminste twintig percent van mijn gedwongen vrije tijd zou worden opgesoupeerd. Buurvrouw drukte mij nog op het hart dat ik er niet te licht over moest denken.
Verder noemde ze het bijhouden van de tuin. Zelf besteedde ze hier gemiddeld acht uur per week aan. Ik kon het verbruik van zoveel uren en het uiteindelijke resultaat niet goed plaatsen. De hooguit acht vierkante meters, want volgens mij kon het echt niet veel meer zijn, waarvan nog een belangrijk deel was betegeld, konden in mijn beleving toch gemakkelijk binnen een half uur per week in een fatsoenlijke staat worden gebracht of beter worden gehouden. Toen buurvrouw mij twee euro vijftig als uurloon in het vooruitzicht stelde, leek het mij toch verstandiger om het aantal door buurvrouw genoemde uren aan te houden. Het zou getuigen van een ongewenste eigenwijsheid om de calculatie van buurvrouw in twijfel te trekken.
Kortom na de boodschappen en de tuin bleef er van de veertig werkbare uren nog maar twee derde deel over. Ze noemde ook nog het 3x daags uitlaten van de hond en het dagelijkse koffie-uurtje en al snel leek het er op dat mijn week volledig was ingevuld. Ik wist natuurlijk wel dat ik geen bijverdiensten mocht genereren, maar ik kon en wilde buurvrouw niet voor het hoofd stoten. Bovendien had ik niet voor mijn gedwongen thuiszijn gekozen.
‘Wanneer kun je beginnen?’ vroeg ze.
Ik zei dat dat zeker niet eerder zou zijn dan aan het begin van de zomervakantie, dus na het einde van het lopende schooljaar.
‘Oh…’ zei ze, ‘dus het is niet ernstig.’
‘Nou, nu nog eventjes niet, maar dat wordt het wel,’ reageerde ik.
Ik voelde een lichte irritatie opkomen. Niet bij mijzelf maar bij haar.
Het leek wel of ze teleurgesteld was.
‘Nou, dan moeten we het maar even allemaal afblazen,’ zei ze op een harde toon. ‘Misschien is het tegen die tijd wel allemaal niet nodig.’
‘Ik hoop het,’ sputterde ik nog.
‘Ja, dat zal wel. Maar ik zit er mee. Ik wordt lekker gemaakt en dan klopt het allemaal niet. Dan is het allemaal zwaar overdreven. Je hebt wel een beetje te veel zelfmedelijden buurman, als ik zo vrij mag zijn…’
Ze klonk streng en ik voelde me schuldig. Ik had beter mijn mond kunnen houden. Maar ik deed dat niet.
‘Nou buurvrouw, ik vind dat niet zo’n leuke opmerking,’ kwam uit mijn mond gerold en ik voelde dat ik rood werd.
‘Nee… of dit voor mij zo leuk is. Ik probeer het allemaal zo gemakkelijk mogelijk te maken en dat laat je me stikken. Ik had je hoger ingeschat.’
Het klonk als een veroordeling van de krijgsraad. Ik was een fraudeur, een ordinaire deserteur. Een verrader van de ergste soort. Tenminste dat gevoel kreeg ik, afgaande op haar lichaamstaal, maar vooral door de blik in haar ogen.
‘Maar ja,’ ging ze verder. ‘Misschien is het wel beter zo. Ik moet ook bezuinigen en misschien had ik je na een paar weken ook weer moeten ontslaan.’
Ik was verbijsterd. Ik had niet eens gesolliciteerd, maar had de eerste de beste kans zo maar verknoeid. Ik had mijn nieuwe baan verkwanseld, nog voordat ik hem had. Dat was in ieder geval de strekking van haar laatste opmerking, want ze maakte mij duidelijk dat ze het allemaal wel zelf zou blijven doen, ondanks haar gezondheidsproblemen. Ze gaf geen verdere toelichting op haar kwalen.

Het resultaat is in ieder geval wel dat ik vandaag voor de eerste keer haar tuintje heb gefatsoeneerd. Helemaal gratis voor niets. Overmorgen komt hond Micky voor twee dagen logeren. Buurvrouw is naar haar haar vriendin in Zwolle en is zondagavond weer thuis. O ja, ik heb ook nog beloofd dat ik de reclames voor haar zal uitzoeken.