Kynoloog
Mijn buurvrouw heeft een hondje. Het schepsel is niet raszuiver. Integendeel, het is een product van verschillende rassen en dat zegt volgens mij genoeg over het allooi van de moeder van Micky. Want zo heet hij. Het is een reu. Dat is me verteld en ik neem dat zonder meer aan. Wie ben ik. Het is me wel opgevallen dat een belangrijk deel van het instrumentarium dat normaliter onontbeerlijk is om de mannelijkheid te etaleren niet meer tot de uitrusting van Micky behoord. Mijn buurvrouw vertelde me toen ik er naar vroeg, dat ze Micky nooit anders gekend had. Hij was anderhalf toen hij door buurvrouw werd bevrijd uit zijn uitzichtloze asielbestaan. Het heeft Micky geen windeieren gebracht. Hij zit ruim boven het gemiddelde gewicht van vergelijkbare ook doorvoede soortgenoten. Verder is het wel een lief hondje, ondanks dat hij bij onze eerste ontmoetingen zijn territorium middels een flinke urinestraal wilde afbakenen. Dat daarbij een deel van mijn nieuwe pantalon vol werd geraakt was volgens buurvrouw een vergissing. Althans, volgens haar was dit nog niet eerder voorgekomen. Micky werd bestraffend toegesproken en ik dacht te hebben gezien dat hij begreep dat dit gedrag niet werd getolereerd. Sindsdien hebben Micky en ik een bijzondere goede band. We hebben een soort van vriendschap en als hij me ziet dan laat hij dat ook merken. Hij is meestal zichtbaar blij. Vorige week zijn we samen naar de dierenarts geweest. De buurvrouw had griep en Micky was toe aan zijn jaarlijkse inenting tegen een of andere hondenziekte. Toen ik het portier van de auto openhield was zijn sprong met het doel de achterbank aan te doen van ongekende klasse. De soepelheid en timing zouden voor menig topsporter een voorbeeld kunnen zijn. Al zie ik het op achterbanken springen nou niet direct de potentie van een Olympisch nummer hebben.
Het was druk bij de dierenarts. Ik zat naast een vrouwtje met een klein hondje dat spoedig de aandacht van Micky had. Het bazinnetje vertelde me dat het kleine hondje een rashondje was.
Een echte Jack Russel en daarbij ook nog een teefje. Vol bewondering keek ik naar het kleine hondje en maande Micky voorzichtig om te gaan met Jack. Mevrouw vertelde dat het hondje de naam droeg van Tippi. Ze vond dat een mooie naam. Ik knikte. Ze hield van mooie dingen vertelde ze mij. Ze was ook lid van de vinologen club.
Ik nam zonder ook maar een moment verder te informeren aan dat ze de kynologenclub bedoelde.
Ze vertelde dat er zo veel schoonheid en kwaliteit was. Er waren hele mooie rassen, die uiteindelijk een geweldig product opleverden. De juiste voeding en een liefdevolle verzorging waren volgens haar geen enkele garantie voor topkwaliteit. Nee, er kwam meer bij kijken. Ik knikte en zag dat Micky alle interesse voor Tippi had verloren. Hij toonde geen enkele belangstelling meer voor het Jack Russelteefje. Ik probeerde mijn aandacht bij het betoog van het bazinnetje van Jack alias Tippi te houden.
Ze vertelde dat er in de komende maanden weer volop proeverijen werden georganiseerd. Ik was verward en vroeg voorzichtig of er sprake was van de hond in de pot. Ze keek me niet begrijpend aan. Ik deed nog een poging en stelde de vraag of de bedoelde viervoeters wel mals en goed van smaak zijn. Ze fronste haar wenkbrauwen en zei dat ze het over wijnproeverijen had en ze maakte zich op om mij uit te gaan leggen waarmee vinologenclubs zich zoal bezig houden. Gelukkig was Micky aan de beurt.