André had een mooie luxe kamer voor ons geregeld in hotel La Gare. Veronique was het Luc meegegaan.
De volgende morgen zag ik op de lokale omroep dat er een appartementencomplex in vlammen was opgegaan. Het was een leegstaand complex volgens de brandweer. De brand was aangestoken.
Nu realiseerde ik me pas goed hoe ik door het oog van de naald was gekropen. Marie sliep nog en ik ging weer naast haar liggen. Ik sloeg mijn arm om haar heen. Ik liet mijn emotie de vrije loop. Ze merkte het niet. Toen ze wakker werd en ze zich omdraaide en met haar hoofd op mijn schouder lag vertelde ik over de brand. Ik voelde de rilling.
‘Maar goed dat we daar niet zijn gebleven Joe…’
‘Zeker…lieverd,’ meer kon ik even niet bedenken.
 

Het was bijna middag toen ik een berichtje kreeg van Theo Boering. Hij vroeg aan mij of Marie en ik zin hadden om in loop van de avond samen met John McKenzie en Connie een hapje te eten. Ik stuurde een berichtje terug dat het goed was. Even later kreeg ik een berichtje terug dat hij mij nog wel even zou bellen.
‘Dan gaat de operatie in ieder geval vandaag nog niet door…’zei ik tegen Marie.
‘Misschien zaterdag dan…op de dag het haar dag had moeten worden, hoe navrant…’antwoordde ze.
We hadden ons aangekleed en gebruik gemaakt van het ontbijtbuffet. Het was een prima hotel.
Toen ik af wilde rekenen zei de man achter de balie dat het al geregeld was. Hij keek me daarbij verbaasd aan.
‘U bent vanavond toch ook hier. Ik zie dat de komende veertien dagen deze kamer voor u beiden is gereserveerd…’
‘Oh,’ zei ik, ‘wanneer is dat dan gebeurd?’
‘Vanmorgen, door meneer Duval…tenminste zo staat het hier.’
‘Dan is het in orde. Sorry voor het misverstand…’
Ik belde André.
Hallo vriend, met Joe… heb je vanmorgen al aan ons gedacht?’
Ik zette de luidspreker van mijn mobiel  aan zodat Marie mee kon luisteren.
‘Ja, ik hoorde op het nieuws van de brand. Ik dacht dat zal jullie appartement wel zijn. Wat een situatie. Kan ik verder nog iets voor jullie doen… Heb je alles…? Heb je nog kleding en zo…? Goh Joe, ik krijg nog rillingen als ik er over nadenk… Als je geld nodig hebt moet je het maar laten weten. En Marie… is alles toch wel goed met haar?’
‘Ze luistert mee.’
‘Hallo André…tjonge wat ben ik blij dat we gisteren zijn vertrokken. Ik moet er even niet aan denken, wat er allemaal had kunnen gebeuren…’
‘Zeker Marie, zeg dat wel. Doe maar even rustig aan…’
Marie dankte André nog maar eens en daarna nam ik het gesprek weer over.
‘André heb je vanavond een tafel voor me. Die arts uit Amerika is aangekomen en we wilden vanavond even wat eten, samen met Connie en Theo Boering. Wel op mijn kosten. Daar sta ik op.’
‘Zeker kerel, ik zorg er voor.’
‘O ja André, ik zou het bijzonder fijn vinden als je er ook bij bent, samen met Etienne.’
‘Nou Joe, dank je wel voor de uitnodiging. Ik moet er een beetje van blozen geloof ik, maar we maken er graag gebruik van.’
‘Tot vanavond. Rond half negen…?’
‘Dat is prima.’
Ik belde Theo Boering. Ik kreeg de voicemail en daarom sprak ik maar een boodschap in.
“Lieve vrienden, ik heb vanavond gereserveerd bij Chez André. Jullie doen al genoeg voor ons. Marie en ik zouden het heel erg fijn vinden als jullie vanavond onze gasten zouden willen zijn. We hebben om half negen afgesproken. Tot vanavond”.
Marie knikte instemmend.
‘Zullen wij wat gaan drinken bij Charly?’ vroeg ik aan haar, ‘het is mooi weer en het lijkt me heerlijk om even door Parijs te wandelen.’
‘Helemaal mee eens.’
Ik kreeg een sms-bericht van Theo. Zij maakten graag gebruik van onze uitnodiging. Ze zouden er voor zorgen dat ze op tijd bij Chez André waren.
Marie en ik liepen hand in hand door het drukke Parijs. Het mooie weer had blijkbaar veel mensen op dezelfde gedachte gebracht . De terrassen waren overvol. Er was nauwelijks ergens plek om te zitten. Marie stelde voor eerst wat inkopen te doen. We hadden tenslotte niet veel meer en hadden ook geen idee wat er nog van de van onze spullen over was. We hadden ook absoluut geen behoefte om te gaan kijken. Met vier volle plastic tassen liepen we terug naar ons hotel. We hadden nog wat kleding en wat andere spulletjes gekocht. Zo konden we in ieder geval weer een paar dagen vooruit. Omdat we geen plekje hadden kunnen vinden om wat te drinken besloten we maar om in het hotel een drankje te bestellen. We waren er niet meer aan toe gekomen om naar Charly te gaan.
Aan de achterzijde van het hotel was een verwarmd terras.
‘Doe mij maar een lekker glas witte droge wijn…’ zei Marie tegen de juffrouw die aan ons vroeg wat we wilden drinken.   
‘Dat wordt dan tweemaal,’ voegde ik toe.
Ze zei op vriendelijke toon dat ze er voor ging zorgen.

77