Toen ik het ontbijt klaar had riep ik Marie. Nog voordat ze in de kamer was hoorde ik Veronique.
Ik schrok en was blij dat ik me al had aangekleed.
‘Een goede morgen Joe, een mooie dag toegewenst.’
‘Jij ook Veronique. Ben je gisteren goed thuisgekomen…?’
Het was een domme vraag en ik realiseerde me dat maar al te goed.
‘Ik geloof het wel… anders was ik misschien vandaag wel niet hier geweest,’ zei ze kortaf.
‘Sorry,’ zei ik, ‘het is nog een beetje vroeg… En ik heb een zwaar hoofd. Een beetje teveel van het goede gehad.’
‘Dat gaat wel weer over. En tussen jou en mijn mama gaat dat ook weer over Joe…?’
Ik schrok en ik versteende.
‘Nou Joe, vertel…’
Ik hoopte dat Marie de kamer binnen zou komen en mij zou redden, maar voorlopig stond ik er helemaal alleen voor. Ze keek mij met haar doordringende blik aan. Haar gezicht stond strak.
‘Ik weet het niet Veronique… ik weet het niet…’
‘Joe, je weet toch nog wel wat we hebben afgesproken of moet ik je er aan herinneren…?’
‘Nee hoor, ik weet maar al te goed wat ik aan je hebt beloofd. En echt, ik kom mijn beloften na.’
‘Heb je vannacht bij mijn moeder geslapen?’
‘Ik was dronken…’
‘Dat was niet wat ik je vroeg…’
Marie had ons gesprek gevolgd en kwam de kamer binnen. Ik zag dat ze zich ook al had aangekleed.
‘Veronique, ik vind niet dat je het recht hebt…!’
‘Mama, ik wil niet dat iemand je nog verdriet doet…ik kan dat niet verdragen.’
‘Liefje, het laatste wat Joe wil is mij verdrietig maken. Ik wil eerlijk tegen je zijn. Eerlijk en open. Ik houd van hem en het liefste zou ik hem bij me houden. Voor hem zorgen. Met hem vrijen. Feesten.
Samen met hem genieten van alles wat ik ben en wat ik heb. Maar ik begrijp zijn dilemma. Hij is hier niet omdat ik het wil maar omdat Eva naar Parijs wilde en zijn liefde voor Eva bracht hem hier. En toevalligerwijze zijn wij elkaar tegengekomen. Ik ben van Joe gaan houden en dat is mijn fout, dat mag je hem niet kwalijk nemen.’
Veronique keek me aan.
‘En jij Joe, hoe sta jij hierin? Je bent het vriendje van mijn moeder en het vriendje van mijn beste vriendin. Snap je dat ik het daar tamelijk moeilijk mee heb.’
‘Ik snap dat best. Als je het zo zegt klinkt het ook tamelijk banaal. Maar je moeder zei het al, het is me overkomen, het is ons overkomen. Ik heb Eva al dagen niet meer gehoord of gezien. Ik deel alles met je moeder. Mijn plezier en mijn verdriet. Ze heeft me door deze moeilijke periode heen geholpen en nogmaals het laatste wat ik wil is haar pijn doen. Haar beschadigen. Weet je waarom Veronique…?’
Ik wachtte haar antwoord niet af.
‘Ik zal het je vertellen. Ik houd van haar…echt.’
Marie keek me aan. Ik had het uitgesproken. Zo maar, zonder dwang. Ik maakte mijn liefde voor haar wereldkundig. Patsboem. Geen enkele overweging. Geen enkele angst voor de gevolgen.
‘En weet je Veronique, ik zal haar liefhebben met heel mijn hart en ziel.’
‘En Eva dan… haar wereld zal instorten.’
Ik zag de harde blik in de ogen van Veronique.
‘Ik weet het niet Veronique, ik weet het niet… Maar wat ik wel weet is dat ze zal kiezen voor haar muziek en voor het succes en de erkenning. In ieder geval niet voor mij.’
‘Wie zegt dat?’
‘Dat voel ik meisje, ik ben wel een stomme klootzak, maar niet zo dom…’
Ze draaide zich om en stak haar handen in de lucht. ‘Merde, merde…Oh Vous!’
Marie was naast me komen staan. Ze hield mijn hand vast.
‘Veronique meisje, ik heb toch ook recht op een klein beetje geluk.’
‘Mama natuurlijk heb je dat. Ik wil niets liever dan je gelukkig zien… maar dit is zo moeilijk en ingewikkeld allemaal.’
Marie sloeg haar arm om haar heen en ik deed hetzelfde. Het voelde als twee ouders die hun kind wilden troostten. Veronique huilde en de boosheid was omgeslagen in een intens verdriet.
Ik probeerde haar te begrijpen. Het van haar standpunt uit te benaderen. Ik snapte haar wel. Haar zorg voor haar moeder. Haar zorg voor Eva, ingegeven door een hechte vriendschap, al was die pas een week oud. Ze wilde niet dat ze gedwongen werd te kiezen. Dat was haar grote angst. Ik ging naar de keuken en haalde een kop koffie voor haar.
‘Hier meisje, daar knap je wel weer van op.’ Het klonk een beetje als een dokter die een medicijn voorschrijft maar het was lief bedoeld. Hoewel, het kwam wat anders uit mijn strot.
Ze keek me aan en haar betraande ogen ontroerden me. Ze was oprecht verdrietig.
Marie streelde haar en ik vroeg of ze misschien iets wilde eten.
‘Nee dank, lief van je, maar ik heb even niet zo’n trek.’
‘Begrijp je ons een beetje liefje,’ zei Marie terwijl ze haar hand op de schouder van haar dochter legde.
‘Het is net zoals je al zei, allemaal heel lastig. Maar het is zoals het is. We kunnen het niet veranderen. Voor Eva is het moeilijk, maar ook voor Joe, voor jou en ook voor mij. Maar soms gaan de dingen zo in het leven. Niks aan te doen. Het kost pijn, verdriet en het brengt teleurstelling. Maar het mooie is dat er ook iets goeds uit kan komen. De liefde van twee mensen. Voor elkaar. En niet zoals jij en Luc. Jullie zijn verliefd. Dat is een fase die vooraf gaat aan echte liefde. Je mag hierin de liefde ontdekken. Ontdekken wat belangrijk is voor jou en voor Luc. En als het allemaal klopt en je bent het er samen over eens dan ben je toe aan oprechte liefde voor elkaar. Meisje,  Joe en ik hebben die fase overgeslagen. We zijn gerijpt door het leven. Ik heb Joe gevraagd of hij verliefd was op Eva. Hij wist het niet, hij kon het me niet zeggen. Ik heb hem gevraagd of hij van Eva hield. Hij wist het niet zeker. Ik wil hem niet stelen, het is zijn keuze, zijn leven en zijn gevoel. Ik weet dat ik van hem houd. En Joe heeft ons net verteld dat hij ook van mij houdt. Geen verliefdheid,  maar liefde en respect voor elkaar. Het maakt mij gelukkig en blij. Ik vind het zo jammer dat jij dat anders voelt.’
‘Mama, ik wil alleen maar dat je gelukkig bent… meer wil ik niet… maar ik ben zo bang dat het ten koste gaat van Eva. We zijn zo close mama, het voelt alsof ze een zus van me is. Snap je…?’
‘Ik snap wat je wilt zeggen. En het is goed en heel mooi van je dat jij je zorgen maakt over Eva.’
Ik legde ook mijn hand op de schouder van Veronique. Ze keek me aan. Ik probeerde haar te troosten.
‘Je moeder is gelukkig en geniet weer van het leven, met volle teugen. Ze maakt mij, maar ook zichzelf heel erg blij. Ik hoop echt dat je die blijdschap met haar… met ons wilt delen…’
Ik stond naast Marie en sloeg mijn arm om haar schouder.
‘Dat heeft Joe mooi gezegd Veronique. En ik ben het er van harte mee eens,’ zei Marie met zachte stem.
‘Mama, natuurlijk gun je ik dit. Dat is niet het punt…’
‘Laat het maar even rusten, de tijd zal het leren. De dingen komen altijd anders dan we denken.’
Ik nam een stukje stokbrood met marmelade. Marie zei dat ze geen trek had en Veronique nam een croissant met roomboter. We zaten zwijgzaam aan de tafel. De stilte werkte bijna beklemmend.
Mijn mobiel ging en we schrokken van het geluid. Het was Pierre die me vroeg of hij weer een nieuwe afspraak met mij kon maken. Het werd nog een week later. Ook op de donderdag, in het begin van de middag. Ik noteerde de afspraak in mijn agenda en vroeg me tegelijkertijd af of ik dan nog wel in Parijs zou zijn.
‘Hebben jullie samen nog geoefend voor Olympia…’
Ik probeerde het gesprek weer op gang te brengen.
‘We zouden gisterenmorgen nog wat doen, maar Eefje voelde zich toen al niet lekker. Dus het is er nog niet van gekomen. Maar we hebben deze week nog, al wordt het wel wat kort.’
Veronique leek zich weer wat beter te voelen.
‘Weet je Joe, het zou mooi zijn geweest als we een stuk of vier nummers samen hadden kunnen doen, maar dat gaan we niet redden. Nu breekt het een beetje. Want helemaal op het laatst is niet zo wenselijk en een onderbreking middenin is voor Eva best wel lastig. Ze moet dan daarna weer alleen door. Maar ze kan het wel hoor, daar hoef je jezelf geen zorgen over te maken.’
‘Dat geloof ik meteen. Ze is wat dat betreft een krachtpatser.’
‘Ze is er helemaal klaar voor. Ik mag niks verklappen, maar je zult je oren en ogen bijna niet kunnen geloven. Wat is Eefje een muzikaal wonder… Ze is zo geweldig.’
‘Nou ik ben benieuwd…’
‘Anders ik wel,’ zei Marie, ‘ik vind het zo knap wat jullie beiden doen. Ik had niet kunnen bedenken dat mijn dochter nog eens zangeres zou worden. Misschien wel een heel beroemde.’
‘Mama toe nou. Voorlopig is er geen sterveling die me kent. Ja, jullie en die paar die ons hebben gezien bij Chez André.’
‘Niet zo bescheiden. Jullie waren echt heel erg goed. En ook jouw solonummer mocht er zijn. Ik heb er volop van genoten. En ik was niet de enige,’ zei ik.
Veronique kleurde van mijn woorden.
‘Eh mam en jij? Wanneer begin jij met je nieuwe baan. Je blijft hier toch niet wonen…?
‘Alles op zijn tijd. Laat ik eerst maar eens zien dat ik mijn draai vind bij André. Dan zien we wel weer verder.’

66