Nadat ik de volgende morgen brood had gehaald en op mijn gemak had ontbeten besloot ik om Bob te bellen. Zoals gewoonlijk was hij weer in gesprek. Na een minuut of tien toen ik het maar weer eens probeerde had ik meer geluk. Hij was opgewekt. Hij had de eerste grote order binnen van de Duitse relatie. Hij vroeg of ik de man wilde bellen om te vragen of alles naar wens ging.
‘Heb je de order dan al uitgevoerd…?’
Bob zei dat alles was verstuurd. Helemaal compleet. Het was tot nu toe de grootste order geweest in het hele bestaan van het bedrijf.
‘Nou maar hopen dat hij ook betaald wordt,’ zei ik plagend.
Dat viel niet helemaal goed bij hem. Hij vroeg of ik toch wel zeker wist dat ze goed voor het geld waren. Ik stelde hem gerust. Ik vertelde hem dat ik het na had laten gaan en dat het een uitermate fatsoenlijk bedrijf was met een perfecte betalingsmoraal. Het maakte Bob weer wat rustiger. Hij vloekte nog een keer tegen me omdat ik hem zo had laten schrikken. Ik vroeg hem hoe het met Anna ging. Hij zei me dat ze mij een beetje miste.
‘Een beetje maar…?’
Hij vond het meer dan genoeg. Ik vertelde hem over mijn bezoek aan Pierre. Bob vroeg me of Pierre ook nog producten verkocht waar voor hem handel in zou kunnen zitten.
‘Ik zie hem donderdag weer. Ik zal wel eens kijken wat de mogelijkheden zijn. Is het goed dat ik ook donderdag met Duitsland bel?’
Bob vond het allemaal prima en vroeg of ik me wel kon redden en zei dat hij ook nog wat geld naar mijn rekening had overgemaakt. Hij vond dat ik dat wel verdiend had. Een soort bonus.
‘Blijf je dat bij elke order doen, of is dit éénmalig…? Het zou me wel passen. Het leven in Parijs is niet goedkoop.’
Hij mompelde wat en het kwam er op neer dat ik dan ook maar niet van die vreemde escapades moest doen en dat ik beter in Nederland had kunnen blijven.
‘Bob, ik wil dit voor geen goud missen, ik ben helemaal tot leven gekomen. Geloof me.’
Het was stil aan de andere kant.
‘Ben je er nog…?’
Met een “ja…ja” en “het zal allemaal wel”  wist ik dat Bob mij het beste gunde. Ik vroeg hem de groeten te doen aan Anna en verbrak de verbinding.
Het was inmiddels weer tijd voor koffie.

Marie zat achter haar loket.
‘Er komen vandaag nieuwe gasten. Ik heb alles al in orde gemaakt. Het kan maar gebeurd zijn.
Heb je goed geslapen?’
‘Nou en of… ik moest nog een paar uur inhalen geloof ik.’
‘We kunnen vandaag niet veel doen. Ik weet niet hoe laat mijn nieuwe gasten aankomen.’
Ze zei het bijna verontschuldigend.
‘Nou ik had ook eigenlijk niet zoveel plannen…’
‘Nee, ik ook niet.’
‘Ik ga wel wat zitten lezen.’
‘Je blijft toch wel hier Joe…?
‘Als jij dat wilt, dan blijf ik bij jou.’
‘Ik zou het heel fijn vinden.’
‘Nou geen probleem.’
Ik zag dat Marie opgelucht was. Ik realiseerde me dat ik bijna elke dag bij haar was. Het benauwde me wel een beetje. Niet zo zeer voor mezelf, maar zeker omdat het nog steeds onduidelijk was waar Eva en ik na het concert in Olympia naar toe zouden gaan. Het was onzeker hoelang we nog in Parijs konden blijven. Eva hoopte nog wel een paar weken te kunnen werken, maar meestal werd er niet langer dan een week of zes tot hooguit acht weken met hetzelfde programma gewerkt. Tot nu toe wees niets er op dat Eva in de nieuwe programmering was opgenomen. Als ze geen werk meer had was het beter om terug te gaan naar Nederland. Ik had daar in ieder geval nog mijn appartement. Henry Duval had voor vier weken het appartement in Parijs voor ons gehuurd maar ik nam aan dat daar ook een einde aan zou komen. Ik dacht aan Marie. Ze zou me wel missen. En ik haar ook. Ik keek naar haar. Ze zat schuin tegenover mij met een stapeltje papieren. Toen ik het profiel van haar gezicht zag, betrapte ik mezelf er op dat ik eigenlijk wel een warm gevoel koesterde voor de vrouw tegen over mij. Ze was niet zomaar een vriendin. Het voelde zo vertrouwd. Het leek er op of ze op de een of andere manier mijn gedachten kon lezen. Ze keek naar me en glimlachte.
‘Ik hoop toch zo dat jullie voorlopig in Parijs kunnen blijven.’
‘Dat zou echt heel fijn zijn Marie. Maar ja, we hebben het niet voor het zeggen, dat weet jij nog wel beter dan wij.’
‘Als Eva zo goed is als je me hebt verteld en ook Veronique is laaiend enthousiast over haar, wees dan maar gerust. Ze zullen haar zeker opnieuw in hun programma opnemen. Daar ben ik van overtuigd.’
‘Dat hopen we dan maar…’
‘Wil je wel blijven Joe?’ zei ze met zachte stem.
‘Ik heb het prima naar mijn zin. Ik moet alleen nog iets vinden om een paar centen te verdienen. Van niks kan ik zelfs niet leven. Maar goed, dat zal wel komen.’
‘Ik zou het wel heel fijn vinden als je zou kunnen blijven…’
Ze zei het op een manier die mij verwarde. Ik dacht terug aan zondagmiddag. Aan het bezoek aan Charly en aan Isabelle Rouge. De blijdschap van Marie over haar nieuwe jurk. Ik keek naar Marie die weer over haar papieren zat gebogen. Ik vroeg me af hoe anders het was geweest als zij er niet was geweest. Dan had ik de hele dag alleen in mijn appartement gezeten, geen Eva, geen gezelschap. Dan zou ik helemaal op mezelf zijn aangewezen. Zonder Marie was het een hel geworden. En weer keek Marie op en haar blik bracht me in verlegenheid.
‘Is er iets Joe, je bent zo stil?’
‘Nee hoor, ik zat alleen maar even na te denken, een beetje te mijmeren…’
‘Over Eva…?’
‘Ja, en over ons…over jou en mij.’
Ik voelde dat ik nu op moest letten. Elk verkeerd gekozen woord zou grote gevolgen kunnen hebben.
‘Over ons…?’ zuchtte Marie.
‘Ja Marie, zonder jou had ik het echt niet volgehouden.’
‘Je liefde voor Eva had jou er wel door heen geholpen.’
Ik zweeg. Ik had Eva nauwelijks meer gezien en gehoord. Dat realiseerde ik me maar al tegoed.
‘Misschien wel, maar ze heeft zo weinig tijd voor me.’
‘Ze kan er ook niets aan doen, je moet het haar echt niet aanrekenen Joe. Zo gaat dat nou eenmaal.’
‘Sorry, ik zit ook maar wat te zeuren.’
Ik probeerde het gesprek een andere wending te geven.
‘Ik snap wel wat je bedoelt hoor…’
Marie gaf nog niet op en ik had spijt dat ik het zo ver had laten komen. Het lag voor op mijn tong om te zeggen dat ik haar zou missen als we weg zouden gaan uit Parijs en dat het me verdrietig maakte als ik daaraan dacht. Zonder iets te zeggen stond ik op en liep naar Marie en gaf haar een kus op haar wang.
‘Lieve Marie, je bent een echte vriendin voor me…’
Ze keek me aan en ik zag de twinkeling in haar ogen. Iedere keer maakte dat weer indruk op mij.
‘Joe, je geeft mij ook zo veel vriendschap terug. Het maakt me weer jaren jonger.’
Ze stond op en kuste me. En ook nu vond ik het prettig en gaf het me een warm vertrouwd gevoel. Alsof het nooit anders was geweest.
Maar ook realiseerde ik mij maar al te goed dat dit de grens moest zijn. We mochten er niet over heen. Gelukkig dat Ratio het begreep. Als het aan Emotio had gelegen was het allemaal uit de hand gelopen. Ik was sinds lange tijd Ratio weer eens dankbaar en blij dat ik naar hem had geluisterd.

53