Ik had mijn mobiel op wekstand gezet. Half acht. Ik had het gevoel of ik nauwelijks had geslapen.
Het had ook even geduurd voordat ik in slaap was gevallen. Ik beleefde de avond opnieuw en toen ik terugdacht aan Eva’s laatste song ging er een huivering door me heen. Ik wist niet wat ik moest denken. Ze boeide me, maar tevens was er iets dat me verontrustte. De strip met de pillen, het gesprek met de onbekende man. Ik dacht aan Janis Joplin en Jim Morrison. Waar legt ze voor zichzelf de grens. Haar optreden had alles in zich om er op den duur aan kapot te gaan. Het was bijna bovenmenselijk. 
Ik stond op en nam een douche. Ik schaafde mijn elleboog langs de muur en zag dat uit de schaafwond wat bloed sijpelde. Ik had geen pleisters bij me. Met een stukje toiletpapier probeerde ik te voorkomen dat het bloed mijn overhemd zou besmeuren. Het werd tijd om te gaan.
Ik had om negen uur afgesproken en ik moest nog wel door het drukke ochtendverkeer zien te komen. Mijn afspraak was op een van de industrieterreinen, maar gelukkig niet in het havengebied.
Ik ging naar beneden en zag dat ik geen tijd meer had om te ontbijten. Er was niemand achter de balie en ik ging naar buiten en liep naar mijn auto. Even verder op stond de VW-bus van Eva.

Mijn afspraak ging voorspoedig. Het was mijn vierde poging om tot zaken te komen met Heinzmann Electro. Deze firma had bijna honderdvijftig speciaalzaken in Duitsland. Het was dit jaar een van mijn doelstellingen om te proberen hier binnen te komen. De inkoper was een formele man en het was moeilijk om een goed contact met hem te krijgen. Maar nu leek alles anders te zijn. Hij was opgewekt en open. Hij luisterde geduldig naar wat ik hem aan te bieden had.
‘Also Herr Grey, dann mussen Wir uns dass Mahl ansehen …’
Hij stond op en vroeg aan zijn secretaresse om nog een kopje koffie te brengen. In alle voorgaande bezoeken was het nooit tot koffie gekomen. Het leek er op dat ditmaal mijn kansen anders lagen. Hij keek op zijn horloge. Hij had mijn aanbieding bestudeerd en stak zijn hand uit.
‘Ich einformiere meine Einkaufer damitt Sie die erste Bestellung erwarten koennen. Lass uns sagen innerhalb zwei Wochen.’
Ik bedankte hem en toen ik buiten was belde ik Bob Herms. Ik vertelde hem dat we eindelijk Heinzmann tot onze klanten mochten rekenen. We waren er in ieder geval binnen. Hij had het hele assortiment  hoogwaardige audio- en videokabels opgenomen. Het dure segment. Bob was blij met mijn telefoontje.
‘Geniet er maar even van… Maar niet op mijn kosten,’ voegde hij er haastig aan toe.
‘Krent van een vent ben je, maar goed, ik laat je nog wel weten wanneer ik weer in Nederland ben… En voor het geval dat je denkt dat je zonder me kunt. Heinzmann wil alleen mij als contact.’
‘Het zal wel, nou de groeten en tot morgen …’ en hij verbrak de verbinding.
Bob was een prima vent maar soms een echte hork. Niet dat ik me daar iets van aantrok. Ik reed terug naar het hotel. Het was pas half elf en bij mijn volgende afspraak kon ik niet eerder dan om twee uur terecht. Ik besloot om mijn auto bij het hotel te parkeren. Ik had intussen een leeg gevoel dat zeker kwam omdat ik nog niet had ontbeten. Zonder reden liep ik het hotel binnen en vroeg of er nog iemand had gebeld. Een totaal onzinnige vraag.
‘Hat Frau Winters sich auch schon gemeldet…?’
De man achter de balie keek naar mij en zei dat hij haar nog niet had gezien. Maar dat was meestal zo. Ze bleef nogal lang op haar kamer, zeker als ze de avond tevoren een optreden had gehad. Hij zou haar zeggen dat ik naar haar gevraagd had. Ik zei hem dat het zo wel goed was. Voor zover hij wist was ze ook vanavond nog te gast bij hotel Horschbach. Ik groette de man en liep door de voordeur naar buiten.
Het was een redelijke dag. Het was droog, maar frisjes. Het hing er om of het buiten op het terras uit te houden was. Ik zocht dan ook maar een restaurantje met een verwarmd terras. Het was nog rustig. Plaats genoeg.
Toen ik goed en wel zat kwam een meisje vragen wat ze voor me kon doen. Op allervriendelijkste toon vertelde ze me wat het restaurant mij te bieden had. Ik liet het bij twee broodjes kaas en een kannetje met koffie. Wat ik ook probeerde, ik kreeg Eva niet uit mijn gedachten. Toen het meisje de broodjes had gebracht en ik meteen had afgerekend ging mijn mobiel.
‘Grey, Joe Grey…’ zei ik.
Het was mijn afspraak, die ik in de middag had gepland. Of het ook de volgende dag kon. Ik zei dat het goed was.
Toen ik mijn broodjes op had en ik de koffiekan leegschonk, realiseerde ik me dat ik de hele dag verder niks meer om handen had. Ik vroeg me af of Eva al wakker zou zijn. Plotseling dacht ik aan de kaartjes en de foto’s die ze me gisteren voor haar optreden had gegeven. Ze zaten nog in de zak van mijn colbert. Ik haalde ze er uit keek naar de foto van Eva. Ze had iets mystieks, met haar flauwe glimlach en haar mooie amandelvormige ogen. Ze leunde op haar gitaar in een quasi onverschillige houding. Haar blik had iets onoverwinnelijks, een zekere vastberadenheid. Haar handtekening was kort en zakelijk. Op het kaartje stond haar mobiele nummer. Ik vroeg me af of het verstandig was maar des al niet te min toetste ik haar nummer in.
‘Met Eva …’ klonk het slaperig.
‘Hallo, Eva met Joe… Joe Grey, ik maak je toch niet wakker hoop ik?’
‘Joe wie…?’
‘Joe Grey… je weet wel van gisterenavond.’
‘Oh Joe, sorry hoor. Ik was inderdaad nog niet wakker…’
‘Geeft niks, maar ik bel je eigenlijk om te vragen of je zin hebt om vanmiddag  samen iets te doen. Een hapje eten of zo. Mijn afspraak heeft afgebeld, dus ik heb vanmiddag niks om handen…’
‘En dan bel je mij maar even, meneer verveelt zich zeker …?’ zei ze op een plagende toon.
‘Nee, daar gaat het niet om, ik dacht misschien dat het wel leuk zou zijn om…’
Ze onderbrak me
‘Ik plaag je maar. Geef me een half uur. Waar zit je?’
Ik keek naar het bord dat voor, bij het terras van het restaurant stond.
‘Restaurant Wilhelms, met een h…’
‘Is dat het ding tegenover die modezaak, uh … Fashion Welt…of zoiets?’
Ik keek naar de overkant en zag inderdaad de kledingwinkel.
‘Ja, helemaal goed… nou tot zo dan.’
‘Tot zo.’
Het meisje van het restaurant kwam vragen of ze nog niets voor me kon doen. Ik bestelde nog maar een kannetje koffie.

4