Ik schrok wakker en zag dat het de hoogste tijd was om naar de zaak te gaan.
‘Blijf maar lekker in bed, Eva. Tot vanavond. Ik bel je nog wel.’
Ik waste en scheerde me en kleedde me in hoog tempo aan. Ik pakte mijn aktetas en gaf haar nog een kus en ging naar kantoor.
Bob was er al.
‘Hallo, meneer Grey. Wat dacht je, ik zal maar weer eens een keertje naar kantoor komen? ’zei hij gekscherend.
‘Nu even niet Bob, heb je even tijd?’
Ik vertelde Bob over mijn plannen en hij luisterde zonder me te onderbreken.
Toen ik was uitgesproken keek hij me met een ernstig gezicht aan.
‘Zo Joe, dat is niet niks. Goh, man ik ben er stil van. Ik ga je niet vragen of je er wel goed over nagedacht hebt. Ik ga je ook niet zeggen dat het wel weer overgaat. En ik ga je niet zeggen dat je stom bent. Dat het een griepje is. Ik ken je al zo lang en ik voel wat het voor je betekent. Weet je, als je die twee Duitse accounts voor me in de lucht wilt houden, dan geef ik je alle ruimte om je hart te volgen en ik zal je er ook nog wat salaris voor betalen, zodat je niet alles hoeft op te geven. Mocht je nog ooit terug willen komen, dan kun je altijd bij me aankloppen. Ik hoop wel dat je ook aan mij blijft denken en ook een beetje mijn zaken blijft behartigen…’
Bob stond op en stak zijn hand uit.
‘Bob, Eva vroeg me een paar dagen geleden hoeveel goede vrienden ik had. Ik heb toen aarzelend je naam genoemd. Ik heb je tekort gedaan. Sorry, hiervoor. Geweldig bedankt. Ik zal dit nooit vergeten en ik beloof je dat ik mijn best voor je zal blijven doen.’
‘Ga nou maar je zaken regelen en als je in Parijs bent moet je wel af en toe iets van je laten horen. Afgesproken? Zorg er in ieder geval voor dat je te bereiken bent. Dus ook je mobiel op tijd opladen. Loop straks even binnen, dan kunnen we nog even de dingen doornemen.’
Ik liep het kantoor van Bob uit en ging naar mijn eigen bureau. Er was verder niemand op kantoor.
‘Bob, waar is onze assistente?’ riep ik.
‘Ziek…’ hoorde ik vanuit het andere kantoor.
‘Oh…’zei ik en belde vervolgens Eva.
‘Hoi Eva …we gaan samen naar Parijs,’ vertelde ik enthousiast.
Het was stil aan de andere kant van de lijn.
‘Eva, lieverd ben je er nog…?’
Ik hoorde haar snikken en er klonk een voorzichtig ‘ja.’
‘Het is goed meisje… gaat alles goed met je?’
‘Ja hoor, het maakt me zo blij, ik kan het bijna niet geloven…’
‘Het is echt waar, ik heb het net met Bob besproken en we hebben een regeling dat er toch nog wat centen binnen blijven komen. Ik doe nog wat van zijn klanten erbij. En misschien zijn er in Parijs ook wel mensen die op onze stekkertjes en kabeltjes zitten te wachten.’
‘Ja, misschien wel…’
‘Ben je niet blij?’
‘Jawel hoor, maar ik kan het nog niet vatten. Voor de eerste keer gaat er iets in mijn leven goed, zonder dat ik daar iets voor in moet leveren…’
‘Nou lieverd, dat is toch prima. Maar nu moet ik ophangen, want ik moet nog even aan het werk. De dingen regelen. Tot vanavond.’
‘Hoe laat ben je er?’
‘Reken maar rond half zeven.’
Ik had een prima dag. Bob was bereidwilliger dan ooit tevoren. Hij dacht mee en zorgde ervoor dat ik me niet schuldig voelde. Alles kwam goed en hij zou zichzelf wel iets meer met de verkoopkant bemoeien. Als ik maar bereikbaar bleef en hem van dienst wilde zijn als hij vragen had.
‘Bob, ik vind het reuze van je. Ik zal mijn uiterste best doen. En ik zei al tegen Eva, misschien dat er in Parijs ook nog wel potentie zit. Voor onze stekkers en kabels.’
‘Zorg nou eerst maar even dat je die Eva van je ondersteunt. De rest komt wel. Ben je verliefd Joe, of mag ik dat niet vragen…’
‘Bob, ik weet het niet. Het is geen kwestie van verliefd zijn. Het is net of we elkaar al jaren kennen en nu eindelijk proberen er iets van te maken. Niet zozeer van onze relatie, maar meer van onze levens en blijkbaar komen die op de een of andere vreemde manier bij elkaar.’
‘Ingewikkeld,’ zei Bob, die zijn schouders ophaalde. ‘Een mensenleven is soms vreemd geprogrammeerd. Ik weet niet wie daar zorg voor draagt, want ik geloof niet zo erg in de Schepper, maar blijkbaar is er toch iets of iemand die dit soort scenario’s bedenkt.’
‘Ik weet het ook niet. Ik laat het maar gebeuren. Dat is op het moment mijn beste gedachte.’
‘Dat lijkt me ook,’ zei Bob, ‘en nou ga ik naar huis. Mag ik het wel tegen Anna vertellen?’
‘Ja natuurlijk, je weet dat ik geen geheimen voor jullie heb.’

16