Het was een klein stukje rijden tot aan de bossen. Er stonden geen auto’s op de parkeerplaats en we waren de enigen, zoals ik al had voorspeld.
We liepen urenlang hand in hand. Het begon al te schemeren. We hadden nauwelijks een woord gesproken. Mijn kop zat vol. Vol met verwarring. We waren drijfnat. Vol met modder. Eva’s haren hingen in lange zwarte slierten langs haar hoofd. Mijn kapsel leek wel op mijn hoofd geplakt. Althans zo voelde het.
‘Zullen we teruggaan?’ vroeg ze en ik zag tranen in haar ogen.
Ik knikte en zei niets.
We liepen terug naar de auto, klopten ons wat af en reden terug naar mijn appartement. Toen we weer in lift stonden keek ze me aan.
‘Lieve Joe, hoe moet het nou verder. Ik weet het niet…Jij wel?’
Ik knikte en zei dat ik het ook niet wist.
‘Ga eerst maar even een warme douche nemen Eva, anders word je nog ziek. Laat die natte kleren maar even hier, dan zal ik ze voor je wassen.’
Ze kleedde zich uit en met alleen een slip aan en een handdoek omgeslagen liep ze naar de douche.
Ik nam haar natte kleding en deed die in de wasmachine. Mijn eigen kleding was ook behoorlijk nat. Het was dan ook beter geweest om mezelf ook even om te kleden. Maar ik deed het niet. Ik hoorde de douche en Eva zong zachtjes “Eva Blues”.
Ik keek door het raam naar de donkere hemel en zag de regenspatten op de ruiten. Een en al treurigheid. Ik moest beslissen. Het kwam er nu op aan. Of door blijven gaan met mijn eigen leven, zoals het nu ging of kiezen om met haar mee te gaan. Zo simpel, maar ook zo moeilijk was het. Maar wat was mijn toekomst? Als een soort roadie haar spullen uitladen en weer inladen? Mijn eigen baan en mijn huidige leven opgeven voor een ongewis avontuur? Niets meer en minder. Een beslissing die was gebaseerd op een onhaalbare droom? Een droom, die me zwaar zou kunnen schaden. Zeker als ik wakker zou worden en zou blijken, dat het niets meer was geweest dan een onhaalbare fantasie. Een zeepbel die uit elkaar zou spatten en alleen een kringetje achter zou laten. Een spetter, niet eens een druppel. Een zeepbel die ik zelf in een waas had opgeblazen in mijn zoektocht naar liefde en geluk. Het zweet brak me uit. Mijn mond was droog. Eva zong als een Lorelei en trok me naar haar rots. Ik zou mezelf te pletter varen. Ik zou verdrinken en niemand zou nog ooit iets van me vernemen. Op de parkeerplaats zag ik de lichten van de auto van mevrouw Jansen. Ze kwam thuis. Ik hoorde dat Eva klaar was met douchen en ze kwam in mijn ochtendjas de kamer binnen.
‘Jij moet ook even een douche nemen Joe, anders ben jij morgen ziek.’
‘Ja, zo meteen…Eva.’
Ze kwam naar me toe. Ze ging met haar vingers door mijn haar.
‘Wat er ook gebeurt, ik zal je niet vergeten Joe. Je bent het beste wat ik de laatste tien jaar ben tegen gekomen. Misschien wel sinds mijn geboorte. Maar ik moet verder, ik hoop dat je dat begrijpt. Ik word gedreven, misschien dat ik nog ooit de rust vind.’
‘Ik snap het Eva. Mijn kop doet zeer maar ik geef niet op. Ik wil zeker zijn. Misschien wel voor het eerst in mijn leven.’
‘Ga maar lekker douchen dan maak ik wat te eten. We moeten ten slotte ook nog iets eten.’
Ik liep met alleen mijn short aan naar de douche. Mijn natte kleding had ik in de kleine kamer bij de wasmachine achtergelaten. Toen ik klaar was en me opgefrist voelde na de heerlijke warme douche riep Eva dat we aan tafel konden. Ze had een pasta gemaakt met tomatensaus en diverse groenten.
‘Het is maar even een snelle hap, maar het is in ieder geval wel voedzaam’ zei ze.
We zaten stilzwijgend aan tafel en af en toe keken we naar elkaar. Het leek wel of we met onze afscheidsmaaltijd bezig waren. Het laatste avondmaal. Zonder woorden maar met zoveel voelbare emotie. In plaats van dessert namen we een kop koffie.
‘Zullen we maar gaan slapen. Ik ben moe en ik heb ook nergens zin meer in,’ zei ze nadat we de tafel hadden afgeruimd.
‘Dat is goed, ik heb het ook wel gehad, geloof ik.’
‘Mag ik zo meteen nog even bij je liggen. Ik vond dat vanmorgen heel erg fijn. Het deed me goed’
‘Al is het de hele nacht.’
Ik bleef nog even in de zitkamer en plugde de oplader in mijn telefoon. Ik deed het licht uit en ging naar de slaapkamer. Eva lag al in bed. Ik kleedde me uit en stapte in bed. Ze kwam bij me liggen en ze legde haar hoofd op mijn borst.
‘Joe…’
‘Ja Eva…’
‘Zul je me nooit vergeten, zodat ik altijd zeker ben dat er iemand op de wereld is, die aan me denkt.’
‘Dat beloof ik je, zolang ik leef zul je in mijn hart zijn… Eva, als ik meega naar Parijs, denk je dan dat we samen een kans zullen hebben of is het een sprong in het duister?’
Ik schrok van mijn eigen opmerking.
‘Zou je dat voor me willen doen…met me meegaan naar Parijs?’
‘Ik zou het kunnen overwegen. Ik kan me in ieder geval niet zo goed vinden in de gedachte jou te moeten laten gaan.’
Ze kroop dichter tegen me aan.
‘Je moet het zelf weten Joe. Ik kan niet zeggen of we een kans hebben, maar wel dat we dan samen zijn en dan samen zullen blijven…zolang…zolang…’
‘Zolang …?’
‘Zolang we samen willen…Kun je jezelf daarin vinden?’
‘Zolang we samen willen, dat lijkt me een goed plan.’
Ze kuste me en zei met zachte stem, ‘dank je wel, dat je dit voor me wilt doen, zo onvoorwaardelijk.’
En ze legde haar hoofd weer op mijn borst. We vielen snel in een diepe slaap.

15