Rijmkesfabriek van Drieske (NL) 
 

Het duurde bijna drie weken

Voordat Drieske terug was in Rotterdam

Zijn moeder stond op de kade
 
En wachtte hem geduldig op

Toen ze hem zag zwaaide ze

‘Mijn jongen toch,’ zei ze in tranen

En gaf hem een kus op zijn wang

‘Moeder wat ben ik blij

Om hier weer terug te zijn

Ik heb u zo gemist,  en jullie mijn ook?’

Drieske moest er van huilen

En zijn moeder legde haar arm om hem heen

‘Het is goed zo jongen,’ zei ze

‘We gaan naar huis.’

En een uurtje later zaten ze in de trein

En waren ze onderweg van Rotterdam naar Den Bosch

 

Een regenworm uit Megen
 

Een regenworm uit Megen

Die had een uurtje liggen zonnen

En dat was niet zo slim van die gast

Want tegen de warmte van de zon

Kunnen regenwormen namelijk niet zo goed  tegen

En al interesseerde hem dat geen enkel zier

Niet lang daarna lag hij wel zo dood als een pier

 

Drieske