Elfje Lief en de elfjes uit Elfjesland
Het grote pannenkoekenfeest bij “de Oude Maas”(5)
De elfjes zijn uitgegeten. Bijna alle borden zijn leeg. Alleen bij elfje Boefje ligt nog een heel klein stukje pannenkoek met een piepklein stukje paprika.
‘Aha, elfje Boefje, jouw ogen waren dus groter dan jouw mond,’ zegt Pinokkio.
Elfje Zon kijkt naar elfje Lief.
‘Vreemd… nu wordt zijn neus niet langer ondanks dat Pinokkio het mis heeft, want volgens mij zijn de ogen van elfje Boefje echt niet groter dan zijn mond.’
Elfje Lief moet er om lachen, zeker als ze het verbaasde gezicht ziet van elfje Zon.
‘Dat zegt men tegen iemand als die denkt dat hij meer op kan dan hij eigenlijk kan elfje Zon, dus nu heeft Pinokkio echt geen grapje gemaakt. Kijk maar naar het bordje van elfje Boefje.’
‘Hij was ook wel heel erg groot, die pannenkoek van mij,’ zucht elfje Boefje.
‘Maar dat wilde je toch ook. Je wilde toch een hele grote pannenkoek.’
‘Ja, maar zo’n grote…! Dit was wel een super reuze pannenkoek.’
‘Nou om eerlijk te zijn vind ik het knap dat je ‘m bijna helemaal op hebt gegeten, behalve dat kleine stukje dan. Ik had het niet verwacht,’ zegt Pinokkio.
‘En nu is het tijd voor de verrassing,’ giechelt elfje Knutsel.
‘Ja dat klopt, dat heb ik jullie beloofd,’ antwoordt Pinokkio. ‘Ik stel voor dat jullie mij maar even volgen. Dan zal ik jullie eens even laten zien waar wij hier mee bezig zijn. Er wordt nog steeds heel erg hard aan gewerkt, maar als het goed is dan is het binnenkort helemaal klaar. Komen jullie met mij mee?’
De elfjes volgen Pinokkio en even later staan ze in een enorme ruimte.
‘Nou, dit wordt dan ons nieuwe speelparadijs… met van alles er op en er aan,’ zegt Pinokkio trots.
Elfje Zon kijkt vlug nog even naar de neus van Pinokkio, maar ook nu lijkt het dat hij de waarheid spreekt.
‘Nou dat wordt wat,’ zegt elfje Lief.
‘Dat kun je wel zeggen,’ voegt elfje Knutsel er aan toe. ‘Wanneer is het klaar?’
‘Negentien februari, dan is de opening. En iedereen is welkom. Geloof me maar, dat wordt beregezellig. Dat wordt feest voor iedereen, ’ antwoordt Pinokkio.
‘Voor iedereen? Dus ook voor ons?’
‘Natuurlijk ook voor jullie…’
‘Kunnen we niet hier blijven elfje Lief? Het lijkt mij zo gezellig te worden.’
‘Ik weet het niet elfje Bloem. We moeten eigenlijk terug naar het Kronkelbos. De karabouters en professor Knappebol zullen niet weten waar we blijven. Die maken zich vast ongerust.’
‘Kunnen we ze dan geen berichtje sturen?’
‘Dat zou wel kunnen elfje Bloem, tenminste dat lijkt me wel,’ antwoordt elfje Lief. ‘Maar stel dat we een berichtje sturen, waar moeten we dan logeren? We zullen toch ook een keer moeten rusten en slapen.’
‘Misschien weet ik wel een oplossing. Er is nog wel plaats in het huisje van Gepetto, maar dat moet ik wel eerst aan de baas vragen,’ stelt Pinokkio voor. ‘Hij moet het wel goed vinden…’
‘Dat zou fijn zijn Pinokkio. Dan kunnen we nog een tijdje blijven, hier bij de Oude Maas,’ zegt elfje Lief.
dus niet vergeten; 19 februari dan is het zo ver. Dan wordt de binnenspeeltuin geopend....
Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar