Elfje Lief en de elfjes uit Elfjesland
Het grote pannenkoekenfeest bij “de Oude Maas”(1)
Elfje Lief, elfje Bloem, elfje Boefje, elfje Knutsel en natuurlijk elfje Zon hebben de laatste dagen van het jaar doorgebracht in Libellenland. Samen met koningin Aristopera en Gompidee. Het was erg gezellig geweest en het mooie siervuurwerk heeft grote indruk gemaakt. Nu zijn ze op weg naar huis, naar het grote Kronkelbos.
‘Is het nog ver?’ vraagt elfje Zon. ‘Ik ben een beetje moe.’
‘Het duurt nog wel eventjes voordat we weer thuis zijn elfje Zon,’ antwoordt elfje Lief. ‘Misschien is het beter dat we even rusten. Kijk, daar beneden, daar is een restaurant, daar zullen ze vast wel iets te eten en te drinken voor ons hebben.’
‘Hè, eindelijk,’ zucht elfje Boefje. ‘Ik voel mijn vleugels niet meer.’
Even later landen de elfjes bij het restaurant.
‘Pannenkoekenhuis de Oude Maas…,’ leest elfje Knutsel hardop.
‘Mmm pannenkoeken… hebben wij even geluk,’ giechelt elfje Bloem.
‘We zullen eerst maar eens kijken of er wel iemand is,’ stelt elfje Lief voor.
De elfjes gaan voorzichtig door de voordeur naar binnen. Elfje Lief voorop.
‘Hallo…! Is hier iemand?’ roept elfje Lief.
‘Goede dag…’ klinkt het. Voor de neus van de elfjes staat een jongen. Het is wel een beetje raar, want hij is helemaal van hout.
‘Oh, goede dag meneer,’ zegt elfje Lief. ‘We zijn de elfjes uit Elfjesland uh… eigenlijk uit het grote Kronkelbos… nou ja, we zijn in elk geval elfjes.’
‘Nou, welkom elfjes. Ik ben Pinokkio… aangenaam.’
‘Bent u hier de baas meneer Pinokkio?’ vraagt elfje Lief.
‘Uh ja, zo’n beetje…’ antwoordt hij.
‘Is er iets met uw neus aan de hand meneer Pinokia?’ vraagt elfje Boefje.
‘Oef, uh nou … kijk, als de baas er even niet is dan ben ik uh… en bovendien heet ik Pinokkio en niet Pinokia. Je moet in de war zijn met die rare mensendingen. Je kent die dingen toch wel? Waar ze de hele dag zo druk mee zijn?’
‘Geen idee, maar het zal wel…’ zucht elfje Boefje. ‘Ik heb in elk geval heel veel zin in een lekkere pannenkoek. Jullie koekenbakker werkt vandaag toch wel hoop ik?’
‘Jij bent wel een brutaal ventje elfje Boefje…’zegt Pinokkio met gespeelde boosheid. ‘Eerst noem je mij Pinokia en toevallig hebben wij hier wel de beste pannenkoekenbakker die er is en die noem jij zo maar even koekenbakker.’
‘Sorry hoor Pinokkio, ik plaag maar een beetje,’ zegt elfje Boefje beduusd.
‘Oké, het is al goed. Nou zal ik eerst maar eens gaan kijken wat we voor jullie kunnen doen. Misschien dat jullie alvast kunnen nadenken over wat voor een pannenkoek jullie willen hebben. Misschien eentje met appels, of met chocolade of met kersen, of met vanille-ijs?’
‘Hou maar op Pinokkio, we kunnen bijna niet meer wachten’ zegt elfje
Lief lachend.
Pinokkio gaat naar de keuken en even later komt hij terug met een brede grijns op zijn gezicht.
‘Geen pannenkoeken vandaag…uitverkocht!’ roept hij en in een mum van tijd krijgt hij weer een lange neus.’
‘Grapje…’zegt Pinokkio vlug.
‘Gelukkig maar,’ zucht elfje Lief en ze kijkt verbaasd naar de neus die weer snel normaal is geworden.
Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar