IN HET LAND VAN ELFJE STOER

                                         nieuwe avonturen van elfje Lief en de elfjes uit Elfjesland           

In het land van elfje Stoer (61)

 
Karabouter Stroompje is maar al te blij dat de reis goed is verlopen. Tevreden loopt hij langs de tijdmachine en inspecteert of alles nog in orde is.
‘Het ziet er nog allemaal goed uit,’ zegt hij tegen elfje Stoer. ‘Het lijkt er op dat we zonder al te veel problemen onze reis kunnen hervatten. Dan gaat het uiteindelijk toch nog goed komen en kunnen we op weg gaan naar het Kronkelbos.’
Elfje Stoer schudt zijn hoofd. ‘Het is toch wel bijzonder dat we er in geslaagd zijn om zonder ongelukken de Indianen naar de ondoordringbare wouden te brengen. Ik dacht echt even dat we er niet in zouden slagen.’
‘Ik eigenlijk ook niet. Die storm en dat onweer … Tjonge, ik vreesde het ergste. In het beste geval hadden we nog een noodlanding kunnen maken. Maar enfin, we zijn er, dus dat is niet meer van belang.’
‘Zo is dat Stroompje,’ antwoordt elfje Stoer en loopt langs de cabine. ‘Tjeetje, we hebben echt geluk gehad Stroompje. Moet je hier zien.’
Aan de bakboordzijde van de cabine loopt een grote scheur en alleen de stevige palmbladeren houden het geheel nog bij elkaar.
‘Tjee, het is maar goed dat die palmbladeren zo sterk zijn…’
‘We kunnen de cabine eigenlijk wel losmaken van de tijdmachine. Die hebben we tenslotte niet meer nodig,’ stelt karabouter Stroompje voor.
‘Dat is oké Stroompje. Ik zal de andere elfjes even gaan roepen, dan kunnen die ons hierbij helpen.’
Elfje Stoer loopt terug naar de Indianen, waar ook elfje Boefje en elfje Knutsel zijn. Ze zijn in een druk gesprek wat er nu moet gebeuren.
‘Willen jullie even helpen met het losmaken van de cabine?’ vraagt elfje Stoer aan de twee elfjes.
‘Natuurlijk, geen probleem. We komen er aan,’ antwoorden de beide elfjes.
En niet veel later is de cabine losgekoppeld van de tijdmachine en is de tijdmachine eigenlijk helemaal klaar om te vertrekken naar het
Kronkelbos.
‘Wat doen we?’ vraagt karabouter aan de elfjes.
‘Wat mij betreft blijven we nog even wachten op de komst van Zwarte Panter en de Buffalo Indianen,’ stelt elfje Stoer voor.
‘Maar dat kan nog wel een paar dagen duren,’ reageert elfje Boefje.
‘Nou ja, die paar dagen maken toch ook niet zoveel meer uit,’ zegt elfje Knutsel. ‘Ik vind het niet zo’n goed idee om nu weg te gaan. Ik wil zeker weten dat het goed komt met onze vrienden.’
‘Helemaal mee eens Knutsel,’ zegt Stroompje. ‘Dus we wachten op Zwarte Panter?’
‘Helemaal mee eens,’ antwoorden de elfjes in koor.
Even later zitten de elfjes en de karabouter samen met de Indianen in een grote kring en bespreken ze de plannen en genieten ze van de maaltijd die de Indianenvrouwen hebben bereid met wat ze in de bossen hebben ontdekt.


 

Heb je ook een idee ,stuur dan een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Kasteelvolverhalen

 

 

                                                       WAS