IN HET LAND VAN ELFJE STOER

                                         nieuwe avonturen van elfje Lief en de elfjes uit Elfjesland           

In het land van elfje Stoer (56)

 
En elfje Stoer krijgt zijn zin, want de wind lijkt hen goedgezind. De tijdmachine met de cabine wint rap aan hoogte en de snelheid neemt weliswaar langzaam maar gestaag toe.
‘Gaat het niet te snel?’ vraagt elfje Boefje aan elfje Knutsel.
‘Mmm… ik weet het niet. Voor zo ver ik weet heeft dit ding zich nog nooit zo snel voortbewogen, in ieder geval niet met een aangekoppelde cabine, volgeladen met Indianen. Maar natuurlijk is het wel zo dat nu we genoeg snelheid hebben, we een goede kans hebben om de wouden te bereiken. Het is natuurlijk wel belangrijk dat we op koers blijven.’
‘Tja, dat lijkt me ook,’ zucht elfje Boefje. ‘We moeten er maar vertrouwen in hebben.’
‘Dat moeten we zeker. Ik weet zeker dat karabouter Stroompje echt wel weet wat hij doet.’
Karabouter Stroompje zit in de tijdmachine en volgt nauwlettend de koers en met behulp van de spiegeltjes, die hij van de Indianenvrouwen heeft gekregen kan hij aan de hand van de stand van de zon, berekenen of ze in de goede richting vliegen.
‘Elfje Knutsel, je moet het achterzeil iets naar stuurboord draaien, zodat de wind onze koers een beetje gecorrigeerd. We moeten iets meer links aanhouden,’ roept de karabouter.
‘Uh maar… dan moeten we toch naar bakboord,’ is de verbaasde reactie van elfje Boefje.
‘Nee hoor, Stroompje heeft gelijk hoor. Door meer wind achter het stuurboord- zeil te krijgen, gaan we vanzelf naar links.’
‘Oh, zit dat zo. Weer iets geleerd,’ zegt elfje Boefje terwijl hij elfje Knutsel meehelpt om het stuurboordzeil te draaien.
‘Zo gaat hij goed,’ roept karabouter Stroompje. ‘Zo aanhouden elfjes.’
In de cabine is het muisstil. De oude Indianen zitten zwijgend bij elkaar.
Het is de allereerste keer dat de Indianen zo in de lucht zweven. Grijze Panter vindt het een hele ervaring en kijkt met volle belangstelling naar de verrichtingen van karabouter Stroompje en de elfjes.
‘Het is toch wonderlijk, zo’n vliegend ding,’ mompelt hij. ‘Wie had dit ooit kunnen denken. Oef.’
Elfje Stoer kijkt naar beneden. Hij ziet alleen maar de uitgestrekte prairie, en gelukkig is er nergens meer een spoor van de Reizigers te zien. Het lijkt er op dat de oude Indianen veilig en wel op weg zijn naar de ondoordringbare wouden.
‘Wat denken jullie?’ vraagt hij aan elfje Stoer. ’Zullen Witte Panter en de jonge Indianen al  zijn aangekomen bij de ondoordringbare wouden?’
‘Ik weet het niet. Volgens de verkenners hadden ze drie volle dagen nodig om de wouden te bereiken. Dus in dat geval kunnen ze er nog niet zijn, maar wie weet…’
‘Oef…’ zegt de oude Indiaan. ‘Grijze Panter heeft een goed gevoel.’
‘Dat is mooi,’ antwoordt elfje Stoer, die zelf nog niet gerust is op een goede afloop, want hij ziet in de verte grote donkere wolken. Het lijkt er op dat het weer gaat omslaan.

Heb je ook een idee ,stuur dan een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Kasteelvolverhalen

 

 

                                                       WAS