WAS

 

Het grote geheim van kasteel Okkervliet (8)

 

Baronesse Gertruida heeft aan Jacobus Roeptumaer gevraagd om voor koeken en limonade te zorgen. De butler is na vijf minuten alweer terug in de kamer met een dienblad met zeven glaasjes vruchtenlimonade en een grote schaal met grote ronde koeken.
‘Zo,’ zegt elfje Lief, ‘zo te zien gaat u ons weer verwennen mevrouw.’
‘Ik ben ook zo blij dat jullie er weer zijn,’ antwoordt de baronesse.
‘Mevrouw, mag ik u een vraag stellen?’ Elfje Boefje wordt er bijna verlegen van.
‘Natuurlijk elfje Boefje, wat wil je van mij weten,’ zegt de baronesse op vriendelijke toon.
‘Nou, eh…Jacobus heeft ons verteld over een gang die uitkomt bij een geheime kamer… en hij zei dat wij aan u moesten vragen of…’
Elfje Boefje maakt de zin niet af.
‘Nou wil je natuurlijk van mij weten hoe dat in elkaar steekt, die gang en die geheime kamer.’
‘Ja mevrouw en of we er ook even een kijkje mogen nemen?’
Het hoofd van elfje Boefje is nu helemaal rood gekleurd.
De barones staat op en gaat voor het raam staan. Het lijkt wel of ze er even met haar gedachten niet bij is.
‘Tja elfje Boefje, dat is een lastige vraag. Hoe moet ik dat nou aan jullie uitleggen…?’
De baronesse slaakt een diepe zucht en ze gaat weer in de stoel bij het raam zitten.
‘Jacobus, schenk nog maar eens voor ieder een glaasje limonade in. Dat lusten jullie toch wel?’ vraagt ze. ‘En wie wil er nog zo’n overheerlijke koek?’
Alle elfjes knikken dat ze nog wel trek hebben in een koek en een glaasje limonade en ook de professor slaat het aanbod van de baronesse niet af.
‘Goed, dan zal ik jullie eens vertellen hoe het zit. Wat er zo geheim is aan die kamer. Zijn jullie er klaar voor?’
‘Ja hoor mevrouw,’ klinkt het in koor. Elfje Zon zit bij elfje Lief op schoot, want ze vindt het toch wel een beetje spannend.
‘Maar eerst even iets afspreken. Wat ik vertel dat blijft wel geheim, dus aan niemand verder vertellen hoor.’
‘Zeker mevrouw,’ beloven alle elfjes.
‘Nou elfjes, heel lang geleden woonde in dit kasteel ridder Roderick samen met jonkvrouw Isabelle. Ook woonde er een goede vriend van de ridder op het kasteel. Die vriend heette Caspar. Ridder Roderick had veel vertrouwen in Caspar, die hem altijd met raad en daad bijstond en hem altijd trouw was. Het was een echte vriend. Op een dag werd Caspar ziek. Hij vertelde tegen de ridder dat er maar een manier was om beter te kunnen worden.’
De baronesse wacht een moment voordat ze weer verder gaat.
‘De vriend vertelde tegen de ridder dat hij onder in het kasteel een aparte kamer wilde waar hij in alle stilte zou kunnen genezen. Er was echter een belangrijke voorwaarde. Niemand mocht ervan weten. Niemand in het kasteel of in het dorp mocht weten dat er in het kasteel een kamer was, speciaal voor de beste vriend van de ridder. Zelfs jonkvrouw Isabelle mocht er niets van weten. De ridder vond dat wel heel erg moeilijk. Want hoe kon hij dat verborgen houden? En wie moest er voor het eten voor Caspar zorgen? Dus ridder Roderick zei dat hij het geen goed plan vond. Caspar besloot toen om het kasteel te verlaten. Hij was midden in de nacht vertrokken op zijn zwarte paard. De ridder miste zijn vriend en ging naar hem op zoek. Na enkele dagen vond hij het zwarte paard van zijn vriend terug in het woud. Het paard bracht hem naar Caspar die zich verborgen hield achter dikke rozenstruiken. Hij was heel erg ziek. De ridder heeft hem teruggebracht naar het kasteel en heeft toen helemaal in zijn eentje een kamer in gereedheid gebracht. Er was niemand die er van wist. Alleen ridder Roderick. De vriend heeft toen met de ridder afgesproken dat als hij elke dag een vers geplukte rode roos zou krijgen, hij zou blijven leven. Voor altijd. Caspar beloofde aan Roderick dat hij als dank het kasteel tegen alle onheil zou beschermen. Het kasteel met de bewoners. Sinds die dag wordt er elke dag een verse rode roos naar de kamer gebracht. Niemand behalve degene die de roos brengt mag in de kamer komen. En dat is nu dus Jacobus. Zelfs ik ben er nog nooit geweest, want dan zal de betovering worden verbroken en dan zal er onheil over het kasteel en de bewoners komen.’
De baronesse transpireert en ze dept haar gezicht met een zijden zakdoekje af.
‘Zo elfjes, nu kennen jullie het verhaal van de geheime kamer. Jullie moeten mij echt beloven dat jullie het tegen niemand zullen vertellen. En jij ook niet Willem.’
‘Beloofd mevrouw,’ zeggen de elfjes, maar ook professor Knappebol. Ze zijn er allemaal stil van.


 

Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Elfje Lief.)

 

WAS