WAS

 

Het grote geheim van kasteel Okkervliet (3)

De professor en de elfjes gaan weer verder. Het is nog wel een aardig stukje lopen naar het kasteel.
‘Wat is dat voor een ding?’ vraagt elfje Zon en ze wijst naar een grote bruine paddenstoel.
‘Dat is eekhoorntjesbrood.’
‘Het ziet er anders niet uit als brood,’ zegt elfje Boefje. ‘Dat moet wel gebakken zijn door een hele vreemde bakker. Karabouter Karabakje zou zoiets nooit maken.’
‘Nee, dat denk ik ook niet,’ lacht de professor. ‘ Het is geen echt brood, dat kun je wel zien. Het is een soort paddenstoel. Hij groeit meestal in de buurt van bomen. Zoals bij deze oude eik. Je kunt eekhoorntjesbrood heel goed eten.’
‘Jakkes,’ zegt elfje Bloem. ‘Ik geloof niet dat ik dat lekker ga vinden.’
‘Dat weet je niet. Wat een boer niet kent…’ zegt professor Knappebol.
‘…dat eet hij niet,’ vult elfje Lief aan.
‘Zo is dat elfje Lief.’
‘Lusten eekhoorntjes dat ding eigenlijk ook,’ vraagt elfje Zon.
‘Nee, die hebben liever dennenappels of beukennootjes,’ antwoordt de professor.
‘Dat is dan toch ook raar. Waarom noemen ze het dan eekhoorntjesbrood?’
‘Dat is nou eenmaal de naam die de mensen aan deze paddenstoel hebben gegeven elfje Knutsel.’
‘Dat kan best zijn. Maar ik vind het gewoon raar. Je noemt honing toch ook niet bijenhoning als de bijen het niet lekker vinden?’
De professor lacht en elfje Lief pakt elfje Knutsel bij zijn hand.
‘Kom we lopen verder elfje Knutsel, er is vast nog wel meer te zien.’
Even later komen de professor en de elfjes bij een groot weiland. Er lopen een paar koeien en verderop staat nog een paard.
‘Zijn die wild?’
‘Nee hoor elfje Zon, dat zijn rustige beestjes. De mensen noemen ze koeien.’
‘Ik vind ze wel een beetje groot. En die daar?’ Elfje Zon wijst naar het paard dat rustig staat te grazen.
‘Dat is een paard.’
‘Oh, en wat kunnen koeien en paarden?’
‘Koeien zorgen elke dag voor verse melk. En van die verse melk wordt roomboter gemaakt en kaas. En natuurlijk ook bijvoorbeeld chocolademelk.’
‘En slagroom zeker,’ zegt elfje Boefje. ‘Van die heerlijke zoete slagroom voor op de taart en op het ijs.’
‘Ja, dat klopt. Maar daar moet je niet te veel van snoepen hoor. Daar wordt je heel dik van.’
‘Zo dik zeker, dat je niet meer in bed past?’ zegt elfje Knutsel.
‘Nou, dat is ook wel weer wat overdreven. Zo erg is het nou ook weer niet,’ antwoordt de professor. ‘Maar je moet er gewoon niet te veel van eten. Af en toe een beetje is helemaal niet erg hoor.’
‘Gelukkig maar,’ zucht elfje Boefje. ‘Ik schrok al.’
‘Maar nou weet ik nog steeds niet wat een paard kan. Geeft die soms ook melk?’ vraagt elfje Zon een beetje ongeduldig.
‘Paarden zijn lieve beesten. Soms kun je er op rijden of trekken ze een kar of soms ook wel een koets. Bijvoorbeeld de koets van de koning en de koningin,’ legt de professor uit.
‘Professor, kunnen elfjes ook op een paard rijden?’
‘Ik denk het wel elfje Bloem. Maar waarom vraag je dat?’
‘Nou, uh ik zou best…’
‘Ik denk niet dat het verstandig is om op dit paard te gaan rijden. Het paard kent ons niet en wij het paard niet. Dan zullen we eerst even aan elkaar moeten wennen. Misschien een volgende keer, want we moeten nu echt verder. Het is nog wel even lopen naar het kasteel.’
‘Dan de volgende keer maar…’ zucht elfje Bloem.
‘Zo is dat. Kom elfjes, we gaan weer,’ zegt elfje Lief en ze pakt de hand van elfje Zon. Samen huppelen ze verder.

.

 

Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Elfje Lief.)

 

WAS