WAS

 

Het geheim van het gekleurde bos (9)

 


‘’Heb jij een idee Olligo?” vroeg de koning aan de aardworm.
“Ik heb wel eens gehoord dat de karabouters bladeren van eikenbomen en eikeltjes ruilen tegen dingen. Misschien doen ze dat ook wel met verf en kwasten.”
“Dat zou heel mooi zijn, want daar hebben we er genoeg van. Van eikenbladeren en eikels bedoel ik. Dus dat is het probleem niet,” antwoordde koning Anistorius. “We zullen er in ieder geval voldoende van meenemen. Wat voor kleuren gaan we uitkiezen? Bruin, rood, geel, groen en oranje. Ja dat lijkt me wel voldoende.”
“En wit…” vulde Olligo aan.
“Wit?” vroeg Arie verbaasd. “Dat kun je toch niet goed zien, zeker niet als het  heeft gesneeuwd. En dan is alle werk voor niets geweest.”
“Als er sneeuw ligt op de paddenstoelen maakt het niet meer uit welke kleur er onder zit. Alles is dan wit in plaats van rood, bruin en zo,” zei de koning.
“Tja, daar heb je eigenlijk wel gelijk in. Maar waarom dan wit Olligo?”
“Ik ben van plan om één paddenstoel helemaal rood te maken en ten slotte maak ik er met witte verf stippen op. Ja, een rode paddenstoel met witte stippen, dat lijkt me prachtig,” zei de aardworm opgewonden.
“Misschien is het ook wel mooi als je de steel van de paddenstoel helemaal wit maakt,” vulde de koning aan.
“Ho, ho ho…. Hoe had je dat gedacht?’ kwam Arie tussen beiden. “Net vertelt Olligo dat hij geen handen heeft om kwasten vast te houden en nou doet hij net of hij zelf de paddenstoelen gaat verven. Jullie vinden het toch niet erg, als ik zeg dat ik er geen biet meer van snap?”
Arie stak zijn beide voorpoten in de lucht.
“Geef mijn portie maar aan de eekhoorntjes,” voegde de herfstspin er nog aan toe.
“Daar verzinnen we wel iets op,” zei de koning geruststellend. “Maak je maar geen zorgen Olligo.”
“Zoals?’ vroeg Arie.
“Uh, nou daar moet ik nog even over nadenken, maar we gaan dit oplossen, dan kan ik je verzekeren.”
“Ja, ja koning. Natuurlijk.” De spin geloofde er niets van.
“Kom we gaan naar de winkel van sinkel van karabouter Karawinkel. We kunnen hier wel blijven staan, maar daar wordt geen paddenstoel anders van en ze krijgen er zeker geen kleuren door.”
Koning Anistorius stond op en deed zijn vleugels naar achteren.
“Ik neem aan dat jij met ons meeloopt?” vroeg de spin.
“Och ja , natuurlijk… jullie hebben geen vleugels,”antwoordde de libellenkoning. “Daar had ik even niet aan gedacht.”
“Nee, geen vleugels en ook geen poten,” zei Olligo. “Dus meelopen zit er voor mij niet in.”
“Misschien moeten we het allemaal maar snel vergeten. Ik denk dat ik maar weer aan mijn web ga werken. Zoals ik al vertelde, ik heb nog een hele boel werk te doen,” zei Arie.
“Niet zo snel opgeven…” probeerde de koning nog.
“Nou koning…  en Olligo, jullie krijgen de groeten van mij. We zien elkaar misschien nog wel een keer. Ik ga er vandoor. En o ja, als je nog eens een idee hebt, laat het mij dan vooral niet weten.”
Arie de herfstspin liep met grote passen weg en even later was hij verdwenen.
Koning Anistorius en de aardworm Olligo bleven alleen achter.
 
 

Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Elfje Lief.)

 

WAS