Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (75)
deel 3
Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (75) deel 3
En zo kruipen de minuten kruipen voorbij, en het lijkt wel of het maar niet later wil worden.
‘Ik word hier dus helemaal kriegelig van, van al dat wachten. Kunnen we echt helemaal niets doen,’ vraagt Lieve aan John.
‘Geduld…’ antwoordt hij met een glimlach. ‘Geduld is een schone zaak.’
Plotseling klinkt er tromgeroffel vanuit het bos.
‘Daar zal je ze hebben,’ zegt Lieve opgewonden.
Ze ziet een lange stoet uit de bossen komen, met voorop Fantastico. Hij zwaait enthousiast naar haar. Achter hem lopen Luuk en Juul en Tom, gevolgd door een groot peloton soldaten. De soldaten dragen de uitrusting van het leger van Keizer Visalva, maar het zijn natuurlijk allemaal Bogoniërs.
‘Zo, dat is alvast gelukt,’ zegt Lieve met een diepe zucht.
‘Zo is dat, en nou op naar de volgende fase,’ grinnikt John, die in de richting van de Stier van Bogonië loopt.
‘Dit varkentje nog even wassen en dan is het leger van Visalva definitief verslagen.’
Luuk, Juul, en Tom komen naast John staan, en ze wachten op zijn teken.
‘Mannen… geeft acht,’ roept Juul tegen het peloton soldaten. ‘Maak je zelf gereed om ook deze soldaten gevangen te nemen en af te voeren naar de bossen. En daar kunnen ze dan samen met de andere soldaten wachten op wat er nog komen gaat.’
‘Wat gaan we eigenlijk met ze doen,’ vraagt Luuk aan Lieve.
‘Geen idee… jij?’
‘Nee, eigenlijk niet. Misschien dat we ze terug kunnen laten keren naar hun eigen land, naar het Rijk der Platanen. Misschien dat het daar zonder die keizer Visalva vredelievender gaat worden, en dat ze daar dan in vrede met elkaar verder kunnen leven.’
‘Dat zou wel heel mooi zijn. Maar nu eerst maar de Stier van Bogonië ontdoen van zijn ballast. Juul maak jij de deur open?’
Even later komen de soldaten van Visalva één voor één naar buiten. Ze moeten wennen aan het felle zonlicht.
‘Hallo jullie daar. Is de missie geslaagd? Hebben jullie alle Bogoniërs, inclusief die Koning Botius weten te overmeesteren,’ vraagt een van de soldaten aan Juul.
‘Zeker beste man, dat is helemaal in orde gekomen. Maar kijk eens goed om je heen… zien jullie niets bijzonders?’
‘Ik zou niet weten wat,’ antwoordt een van de andere soldaten mopperend.
‘Nou… het zit namelijk zo, jullie kompanen wachten op jullie. We houden ze gevangen in een gedeelte van het bos, en… we hebben eigenlijk een gelijksoortig plan met jullie. Daar zullen jullie vast en zeker geen bezwaar tegen hebben.’
De soldaat kijkt wild om zich heen.
‘Hoezo… een zelfde soort plan. Waar zijn de anderen?’
‘Dat heb ik je toch verteld beste man… en nu allemaal de handen omhoog en jullie wapens voor je op de grond leggen. Een… twee… drie.’
Alle soldaten, die uit de buik van de Stier van Bogonië zijn gekomen, snappen wel dat ze totaal geen kans maken, want ondertussen zijn een aantal Bogoniërs in hun soldatenpakken naast Juul en Luuk komen staan, en de overige Bogoniërs hebben staan in een grote kring om de groep soldaten van Visalva. Ze kunnen geen kant meer op en zijn helemaal ingesloten.
‘Vooruit mars,’ klinkt het en de groep soldaten zet zich langzaam in beweging, in de richting van de bossen.
‘Zo… dat is dan de tweede fase,’ zucht Lieve.
‘En ook dit ging volgens plan.’
‘Koning Botius, het is nu aan u. Tenminste, ik neem aan dat het Professor Knappebol en Kapitein Baraboes gaat lukken om Keizer Visalva hierheen te lokken.’
‘Ik ga mijn best doen,’ zegt de koning. ‘Maar allereerst wil ik je complimenteren met het succes. Om eerlijk te zijn had ik niet veel vertrouwen in jouw plan Lieve. Ik vond het nogal gewaagd, maar ik moet toegeven dat het prima heeft gewerkt.’
‘In elk geval tot nu toe, Koning Botius,’ antwoordt Lieve terwijl ze een rode kleur krijgt. Ze wordt er een beetje verlegen van.
Terwijl ook Graaf Bertram en Gravin Ada zich bij de koning voegen, loopt Fantastico naar de poort.
‘Hé,’ roept hij, ‘daar komt wat aan. Volgens mij zie ik Professor Knappebol. Enne… ja hoor, Baraboes loopt voorop.’
‘Vlug Koning Botius, naar uw troon. Luuk zal uw handen vastbinden en Graaf Bertram en Gravin Ada blijven bij u,’ legt Lieve uit. ‘Heel veel succes Koning Botius, en maakt u zich vooral geen zorgen. Wij gaan ervoor zorgen dat Bogonië voorlopig geen last meer zal hebben van die nare keizer.’
wordt vervolgd