Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (74)
deel 3
Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (74) deel 3
Nadat Lieve en John, de Kapitein en Professor Knappebol hebben uitgezwaaid, roept Lieve alle manschappen bijeen.
‘Jullie hebben gehoord wat Kapitein Baraboes van jullie verlangt. Dus luister allemaal… we maken nu eerst vier groepen. Groep één tot en met drie gaan met Luuk, Juul en Tom mee naar de bosrand om daar de Bogoniërs gevangen te nemen. John blijft hier en heeft vanaf nu de leiding over de vierde groep. Het is van enorm belang dat er goed wordt geluisterd en dat alle bevelen zonder morren worden opgevolgd. Als alles volgens plan verloopt, en daar reken ik op, zal jullie Keizer na afloop trots op jullie zijn, en zal er nog heel lang over jullie worden gesproken.’
‘En dat zal zeker het geval zijn,’ grinnikt John.
‘Nou… de hoogste tijd om te vertrekken,’ zegt Lieve kordaat, en nadat er vier groepen soldaten zijn gevormd, zet iedere groep zich langzaam in beweging. Behalve groep vier, die wacht op instructies van John.
Na een vijftal minuten is het hele plein leeg, op groep vier na.
‘Mannen,’ roept John, ‘we gaan naar de Stier en we gaan ons daar verstoppen.
Jullie zullen in de romp van de Stier paraat staan en in geval dat het van jullie wordt gevraagd, zullen jullie worden ingezet om de verovering van Bogonië succesvol te laten verlopen. We rekenen op jullie en zorg ervoor dat jullie niet worden gehoord, Dus doodse stilte, tot aan het moment dat we jullie nodig hebben. Zijn er nog vragen’.
Een van de soldaten steekt zijn hand op.
‘Zeg het maar,’ zegt John kalm.
‘Hoe weten we wanneer we nodig zijn?’
‘Goede vraag,’ zegt John. ‘Laten we afspreken dat als ik driemaal tegen de romp van de Stier klop, dat jullie dan in beweging komen.’
‘Enne… er zitten geen ramen in dat gekke ding. Hoe kunnen we nou zien, wat er zich buiten allemaal afspeelt,’ zegt de soldaat.
‘Je moet ons vertrouwen beste man,’ zegt Lieve. ‘En als je er geen vertrouwen in hebt, dan moet je er maar vandoor gaan. Dan moet je maar je biezen pakken. Maar let wel… de Keizer gaat je daar zeker niet voor belonen. Dus zeg het maar. De keuze is aan jou.’
‘Nou… dan moet het maar zo,’ moppert de soldaat. Hij weet maar al te goed hoe streng Keizer Visalva hem zal straffen, en hij wil vooral ook geen lafaard zijn.
‘Nou mannen het is tijd, neem jullie plaatsen in,’ commandeert John.
‘Het is hier hartstikke donker,’ moppert een van de soldaten, als hij de romp van de Stier binnengaat.
‘Dan neem je toch een lantaarn mee,’ stelt Lieve voor.
Even later is het hele plein leeg en verlaten. De vierde groep soldaten zit in het binnenste van de Stier en John en Lieve controleren nog even voor de zekerheid of de deur goed is vergrendeld.
‘Zo, en nu maar hopen dat alles volgens plan gaat verlopen,’ zucht Lieve.
‘Dat gaat vast en zeker wel goed komen,’ stelt John haar gerust.
‘Ik hoop toch zo dat de Professor voorzichtig zal zijn,’ zegt ze.
‘Professor Knappebol loopt echt niet in zeven sloten tegelijk,’ reageert John geruststellend.
‘Nee, dat niet, maar dit is wel even wat anders. Als Visalva hen maar gelooft en bereid is om met hen mee te komen, hier naar Bogonië. Want zonder hem gaat het hele feestje niet door.’
‘Heb er nou maar vertrouwen in Lieve. Meer kunnen we nu niet doen.’
‘Je hebt eigenlijk ook wel gelijk John,’ zegt ze met een diepe zucht. ‘Maar ik zal blij zijn als alles achter de rug is, en we naar huis kunnen. Het is mooi geweest.’
‘Nog even geduld Lieve,’ grinnikt John.
wordt vervolgd