Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (73)

 deel 3

 

 

Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (73) deel 3

 

En Lieve krijgt gelijk, want hier en daar horen ze het gegeeuw en gekreun van de soldaten, die één voor één wakker worden. Ook Kapitein Baraboes rekt en strekt zich uit en kijkt eens om zich heen.

‘Zo, maar dat was een even lekker…’ zegt hij met een brede glimlach op zijn gezicht. ‘Maar uh… ik zie dat het de hoogste tijd is. Tijd voor actie. Mannen…’ roept hij zo luid als hij kan. ‘Iedereen nu opstaan, en zorg dat je klaar bent voor de strijd. Jullie hebben tien minuten om je te melden op het plein.’

Hier en daar klinkt gemopper.

 

Dan ziet Baraboes Lieve staan.

‘O ja… dat is waar ook. Die reuzin zou ons helpen… en wat zijn dat daar voor reuzen? Waar komen die zo opeens vandaan,’ vraagt hij zich af.

‘Hé reuzin, wie zijn dat daar,’ schreeuwt hij Lieve toe.

‘Hé Baraboes… wat hadden we nou afgesproken. Je zou me Lieve noemen en niet reuzin of zo. En… die andere reuzen… dat zijn Luuk, Juul, Tom en John. Dat zijn mijn vrienden. Ze komen ons helpen met de strijd tegen de Bogoniërs. En dit hier is Professor Knappebol. Hij is een soort van tovenaar. Hij weet alles… nou ja bijna alles. En ik denk dat Keizer Visalva hem goed kan gebruiken. Zeker de komende weken, hier in Bogonië.’

 

Kapitein Baraboes schudt zijn hoofd en hij weet niet zo goed wat hij ervan moet denken.

‘Is ons plan nou ook veranderd Lieve,’ vraagt hij.

‘Zeker. Goed dat je erover begint. Inderdaad, we hebben het plan iets aangepast nu we met zoveel reuzen zijn. De bedoeling is dat Luuk, Juul en Tom, elk met een deel van de soldaten naar de bosrand gaan om daar de Bogoniërs te verrassen en gevangen te nemen. Inclusief koning Botius. John blijft hier bij mij en met de overgebleven soldaten gaan we ons verstoppen in de Stier van Bogonië, in dat lelijke ding daar,’ zegt ze en ze wijst naar het rare bouwsel. En jij mijn beste Baraboes, jij gaat terug naar het paleis van Keizer Visalva om hem persoonlijk het goede nieuws te brengen. En… ik denk dat het belangrijk is dat hij met eigen ogen kan zien wat voor goed werk je hebt geleverd. Daarom moet je er ook voor zorgen dat Keizer Visalva met jou meegaat naar Bogonië. Dat is hij toch wel aan je verplicht, lijkt me zo.’

 

Kaptein Baraboes knikt instemmend. ‘Zeker, ik ben het helemaal met je eens. Het is nog niemand gelukt om de Bogoniërs op de knieën te krijgen. En nu gaat dat mij lukken. Keizer Visalva zal trots op me zijn en ik ben vooral ook trots op mezelf. Maar uh, waarom moeten er soldaten in die Stier.

‘Uh, om eventuele ontsnappende Bogoniërs te verrassen.’

De Kapitein haalt zijn schouders op en mompelt, ‘als jij het zegt…’

‘En zo is dat,’ grinnikt Lieve. ‘Dus… zoals je zelf ook al zei, het is de hoogste tijd dat we aan het werk gaan. Kapitein Baraboes, wil je tegen de soldaten zeggen dat ze tijdens jouw afwezigheid, zeg maar eigenlijk tijdens jouw zeer speciale missie, ons moeten gehoorzamen en vooral hetgeen moeten doen wat wij ze opdragen.’

 

Even twijfelt Baraboes, maar dan knikt hij instemmend en loopt naar de soldaten, die ondertussen allemaal op het plein zijn aangekomen.

‘Mannen, ik ga op een zeer speciale missie en daarom zal ik mijn gezag overdragen aan Lieve en de andere reuzen… uh Tom, Luuk Juul en John. En deze reus hier, dat is een echte tovenaar,’ voegt hij er ook nog aan toe, terwijl hij naar Professor Knappebol wijst. ‘Deze reus kan en weet echt alles.’

‘Ho ho,’ roept de professor, ‘je loopt wel heel erg hard van stapel.’

‘Dat kan wel zijn, maar het is ook wel heel bijzonder om zo iemand te ontmoeten. Je moet maar met me meegaan naar Keizer Visalva. De Keizer zal je vast en zeker graag willen ontvangen.’

‘Uh, misschien is dat niet zo’n goed idee,’ zegt de professor aarzelend, terwijl hij Lieve aankijkt.

‘Nou professor, ik vind dat idee van Baraboes zo gek nog niet. Als we hem daarmee een plezier kunnen doen… en bovendien zal het hem helpen om Keizer Visalva te overtuigen om hier naar toe te komen. En dat is natuurlijk ook weer heel belangrijk voor ons, want als we uiteindelijk de macht hebben overgedragen aan de Keizer, dan kunnen wij vertrekken… dan kunnen we eindelijk naar huis.’

‘En de professor dan,’ vraagt John.

‘Ik blijf voorlopig hier John,’ zegt de professor. ‘Ik wil er zeker van zijn dat alles in goede banen wordt geleid door de soldaten van Keizer Visalva. En al heb ik alle vertrouwen in Kapitein Baraboes en al ben ik ervan overtuigd dat hij alles onder controle zal houden, wil ik me toch beschikbaar houden. Je weet maar nooit. En bovendien… waar ik de Keizer mee van dienst kan zijn…. nou… dan ben ik er voor hem. Bovendien wil ik er zeker van zijn dat Koning Botius een eerlijke behandeling krijgt. Want zo hoort het nou eenmaal.’

 

Kapitein Baraboes knikt instemmend.

‘Zo is dat professor, maar ik denk dat het tijd wordt om te gaan. Het duurt nog wel even voordat we bij het paleis van de Keizer zijn.’

‘Nou, mijn beste Baraboes… dan gaan we toch,’ grinnikt de professor. ‘En jullie jongens, en natuurlijk ook jij Lieve, alle succes met de verovering van Bogonië.’

Dat gaat helemaal goed komen Professor,’ zegt Lieve met een grote knipoog.

 

wordt vervolgd