Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (70)

 deel 3

 

 

Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (70) deel 3

 

De eerste soldaten van keizer Visalva komen voorzichtig door de poort naar binnen en daar zien ze de Stier van Bogonië staan. Pal naast het enorme bouwwerk staat Lieve met haar armen over elkaar.

‘Mannen,’ roept een van de soldaten, die kennelijk hun leider is. ‘Mannen kom eens kijken wat we hier hebben… een oerlelijke koe of zoiets en een of andere blonde uh… reuzin of zo.’

 

Binnen een paar tellen is Lieve omringd door soldaten, die haar van onder tot boven bekijken. Er is er zelfs een, die in haar armen en benen knijpt.

‘Hé, laat dat… . En hé jij daar, jij bent toch de baas? Zeg dan eens even tegen jouw soldaten dat ze hiermee ophouden, anders word ik boos en ga ik jullie echt niet helpen,’ zegt ze tegen de soldaat die de leiding heeft.

De soldaat spreekt zijn soldaten streng toe en ze nemen enig afstand van

Lieve, terwijl de leider pal voor haar gaat staan.

‘Dus… jij gaat ons helpen,’ grinnikt hij.

‘Dat is het plan… uh dat is mijn plan.’

‘Ik luister,’ zegt de leider kortaf.

‘Ik zal jullie morgen naar de schuilplaats van de Bogoniërs brengen…’

‘Morgen?’

‘Ja morgen.’

‘Waarom vandaag niet?’

‘Omdat het vandaag eerst tijd is voor een feest. Een groot feest. Dat hebben jullie wel verdiend, lijkt me zo. Luister, mijn plan is als volgt. Morgen breng ik jullie naar het volk van Bogonië. En dat niet alleen maar ook naar Koning Botius en Gravin Ada en Graaf Bertram. Jullie krijgen ze van me cadeau, maar eerst is er tijd voor een feestje beste… hoe is je naam.’

‘Kapitein Baraboes…’

‘Dus zoals ik zal ze, eerst party-time beste Baraboes…’

‘Kapitein Baraboes voor jou.’

‘Natuurlijk… beste kapitein Baraboes.’

‘En hoe heet jij en waar kom je vandaan en waarom ben je zo groot?’

‘Ik heet Lieve… en tja, waarom ben ik zoveel groter dan jullie… ik heb werkelijk geen idee, maar wat doet het ertoe…’

De kapitein haalt zijn schouders op.

‘Uh, nee eigenlijk niet. Maar hoe zit het met dat feest?’

‘Kom, ik weet waar de wijn staat en waar we voor iedereen een overheerlijke maaltijd kunnen maken.’

 

Even lijkt kaptein Baraboes te twijfelen, maar dan wenkt hij zijn mannen.

‘Tijd voor ontspanning voordat we die bende van Bogonië inrekenen,’ roept hij met luide stem.

 

De soldaten marcheren in rijen naar het kasteel waar de wijn en het eten te vinden is. Lieve loopt samen met Baraboes voorop.

Fantastico, die alles op veilige afstand heeft gevolgd, krabt zich achter zijn oren.

‘Dus dat is haar plan…’ grinnikt hij. ‘Vanavond eerst een groot feest, en morgen zijn ze er allemaal geweest…’

 

 

wordt vervolgd