Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (60) deel 3

 

 

Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (60) deel 3

 

Lieve en de elfjes kijken elkaar vragend aan.

‘Wat moet, dat moet,’ zegt elfje Bloem kordaat.

‘Tja, we hebben blijkbaar niet veel keus,’ zucht elfje Zon.

‘En hoe moet het nu verder Goede Fee, ik bedoel wat moeten we doen,’ vraagt Lieve.

‘Elfje Bloem en elfje Zon zullen eerst van het toverdrankje in de pot moet drinken. Het is niet veel, één lepeltje is wel voldoende. En daarna zullen ze niet langer meer een elfje zijn, maar een mensenkind. Elfje Bloem zal dan Roos heten en elfje Zon… tja die krijgt van mij de naam Iris,’ legt de Goede Fee uit.

‘En de anderen, in het Kronkelbos? Hoe gaat dat dan?’ zegt Lieve bezorgd.

‘Ik zal professor Knappebol vragen om dit te voor me te regelen. Hij zal mij zeker willen helpen om jullie weer bij elkaar te brengen, daar heb ik geen enkele twijfel over. Natuurlijk, hij zal het wel jammer vinden, maar hij zal het wel kunnen begrijpen,’ legt de Goede Fee uit. ‘En dat geldt ook voor de karabouters.’

‘En wat voor namen krijgen ze dan,’ vraagt elfje Zon.

 

De Goede Fee zwijgt een moment.

‘Mmm, Elfje Knutsel gaat Luuk heten, elfje Boefje krijgt van mij de naam Juul en

elfje Stoer… uh dat wordt John.’

‘En elfje Wijs…’ vraagt Lieve.

‘Wat dachten jullie van Tom?’

‘Tom, uh dat klinkt wel oké,’ zegt elfje Zon.

‘Dus dat wordt het,’ zegt Lieve. ‘Dan zijn we nu de Bende van Zeven, Roos, Iris, Luuk, Juul, John en Tom, en ik.’

‘Zo is dat. Tenminste, als jullie dat oké vinden…’ zegt de Goede Fee.

 

Ze zijn het er allemaal mee eens en zelf Koning Botius knikt goedkeurend.

Ook Gravin Ada en Graaf Bertram kunnen zich hierin vinden, en zelfs Fantastico stemt weliswaar na enige aarzeling, er alsnog mee in.

‘Ik vind het wel jammer. Ik weet nu al dat ik jullie verschrikkelijk zal gaan missen,’ zegt hij.

‘Wij jou ook Fantastico, ook wij zullen jou gaan missen. Maar bedenk, het is voor een heel goed doel. Het gaat om de vrijheid van Bogonië.’

‘Dat is wel zo,’ reageert Fantastico, ‘maar toch…’

 

‘Nou vooruit met geit,’ zegt elfje Bloem, ‘het kan maar gebeurd zijn.’

Ze loopt met grote stappen naar de stomende kookpot, waar nog steeds het toverdrankje in pruttelt. Elfje Zon loopt schoorvoetend achter haar aan.

Voorzichtig roert elfje Bloem met de grote pollepel door het drankje.

‘Zo, we kunnen elfje Zon, wil jij eerst of…’

‘Nee, ga jij maar eerst,’ antwoordt elfje Zon.

 

Even later staan er twee meisjes met lange bruine haren en in kleurrijke jurkjes naast de dampende kookpot. Elfje Bloem en elfje Zon zijn opgelost in een paarse mist en lijken voorgoed te zijn verdwenen.

Roos en Iris stellen ze zich aan de anderen voor.

‘Dag Roos en Iris, welkom in Bogonië,’ zegt Koning Botius.

Lieve loopt naar ze toe en omhelst de beide meisjes.

‘Zo, nu zijn we gelukkig weer bij elkaar,’ zegt ze met een zucht.

‘Zeker weten. En nu de anderen nog,’ zegt Roos opgelucht.

‘Wanneer komen de anderen,’ vraagt ze.

‘Jullie moeten nog even geduld hebben,’ maant de Goede Fee.

‘Hoe lang dan,’ vraagt Iris.

‘Uh… ik ga nu naar de professor en ik hoop dat hij mij kan helpen.’

‘En dan…?’

‘Dan lieve Iris, tja… als alles gaat zoals het zou moeten gaan, dan zullen jullie op het moment dat hier in het bos het lied van de nachtegaal klinkt, weer herenigd zijn. En dan zullen jullie verder leven als de Bende van Zeven… en dat rijmt nog ook. Zeven… en leven,’ grinnikt de Goede Fee.

‘Ik vind het wel een beetje spannend,’ zegt Iris.

‘Dat is het zeker,’ zegt Roos, ‘ik kan bijna niet wachten.’

‘Dat geldt zeker ook voor mij,’ giechelt Lieve,’ maar meiden… er wacht eerst een enorme klus op ons. Laten we daar dan maar alvast eens over na gaan denken.’

‘Dat is een goed plan, maar voordat ik ga Lieve,’ zegt de Goede Fee, ‘wil ik eerst  weten hoe ik jullie het beste kan helpen. Want dat heb ik je beloofd en beloften moet je nakomen.’

‘Dan zal ik dat aan jullie gaan vertellen,’ zegt Lieve. ‘Ga er allemaal maar eens voor zitten.’

 

 

wordt vervolgd