Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (58) deel 3

 

 

Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (58) deel 3

 

Fantastico aarzelt een moment.

‘Jullie moeten niet zomaar alles geloven…,’ giechelt Gravin Ada zenuwachtig. ‘Zeker niet van die daar,’ en ze wijst naar Fantastico.

Koning Botius en Graaf Bertram, en de beide elfjes weten even niet wat ze hiermee aan moeten. Wie kunnen ze nog geloven, wie spreekt hier de waarheid?

 

Fantastico veegt met zijn linkervoet het restje veren uit elkaar.

‘Dit ben jij Eleonora, niet meer dan een hoopje vuil,’ zegt hij tegen Gravin Ada.

‘Waarom geef je de gravin haar leven niet terug, je weet net zo goed als ik dat alles voor je verloren is.’

‘Hoezo kwakzalver… hoezo verloren? Er is nog niks verloren. Mijn leven begint pas. Ik word de koningin van Bogonië… en misschien zelfs wel van het Rijk der Platanen,’ krijst Gravin Ada. ‘Misschien trouw ik wel met koning Visalva.’

‘Jij wordt helemaal niets, en er wordt echt niet getrouwd. En zeker niet door jou,’ klinkt het plotseling uit het niets.

 

Koning Botius en de anderen kijken verrast achter zich.

En daar staat een stralend meisje, met blond haar en een fijn gezichtje.

‘En wie bent u dan,’ vraagt Koning Botius verbaasd aan het meisje.

‘Dag majesteit, ik ben Lieve… ik ben nu een mensenkind, maar nog niet zolang geleden was ik elfje Lief. Althans, zo was het in mijn dromen.’

Dan richt ze zich tot Gravin Ada.

‘Jij bent inderdaad Eleonora en niet Gravin Ada. De goede fee heeft me voor mijn dapperheid nog één keer toverkracht gegeven en ik wens nu dat jij meteen plaats maakt voor de echte Gravin Ada. Goede fee, help me mee, laat Eleonora voorgoed verdwijnen en daarmee de enige echte Gravin Ada verschijnen…’

 

Ze kijken allemaal gespannen naar de gravin, maar er gebeurt eigenlijk niets. Tenminste, zo lijkt het in elk geval.

‘Kijk nou toch eens daar,’ roept Fantastico, en hij wijst naar de plek waar de kraai was neergestort. De veren van de kraai zijn verdwenen, en het lijkt wel of er helemaal niets is gebeurd.

Dan staren ze allemaal naar Gravin Ada.

‘Wat is er gebeurd,’ stamelt deze verbaasd, en ze wrijft door haar ogen. ‘Waar ben ik?’

‘Je bent weer uzelf Gravin Ada, u bent voor altijd verlost van die nare Eleonora,’ zegt Lieve geruststellend. ‘En u bent in Bogonië, u bent weer thuis.’

‘Maar…’stottert Gravin Ada, ‘maar hoe dan… en wie ben jij?’

‘Ik ben Lieve, en ik ben eigenlijk de grote zus van elfje Bloem en elfje Zon. Alleen… ik kan nooit meer een elfje zijn, ik heb nu al mijn krachten verbruikt.’

 

Gravin Ada kijkt om zich heen en ziet de koning en de graaf.

‘Ach, mijn lieve Bertram, ik heb je zo gemist,’ zegt ze met een traan in haar oog.

Elfje Bloem en elfje Bloem staan naast Lieve en ook bij beide elfjes lopen dikke tranen lopen over hun wangen, maar wel om een andere reden.

‘Kunnen we nu nooit meer samen avonturen beleven…’snikt elfje Bloem.

‘En het samen leuk en gezellig maken,’ voegt elfje Zon eraan toe.

‘Natuurlijk wel elfjes, alleen tja… we moeten even kijken hoe het verder gaat,’ zegt Lieve geruststellend.

 

Graaf Bertram houdt ondertussen de hand van Gravin Ada stevig vast.

‘Tjonge lieverd, ik had echt niets door. Het is maar wat goed dat we Fantastico hebben… en natuurlijk elfje Lief… uh, ik bedoel natuurlijk Lieve.’

‘Inderdaad… mijn Bertram,’ zegt de Gravin. ‘We moeten vooral Lieve dankbaar zijn, zeker omdat ze voor ons geluk haar leven als elfje heeft moeten opgeven.’

‘Alsjeblieft beste mensen,’ zegt Lieve, ‘we moeten verder en vlug ook. De betovering van de soldaten verloopt over drie dagen. Dus dan moeten we een goed plan hebben om tegenstand te kunnen bieden. Dus… werk aan de winkel, voor iedereen.   

 

wordt vervolgd