Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (45) deel 2

 

Tja de waarheid,’ zucht Eleonora.
‘Of misschien kun jij maar beter het hele verhaal vertellen,’ zegt ze tegen de Verteller. Uiteindelijk is jouw naam niet voor niets “Verteller”, dus ga je gang.’
‘Tja elfjes… uh eens was ik een knappe prins… Fee Eleonora en ik waren een beetje verliefd op elkaar en toen kwam die andere fee. Die heeft er een potje van gemaakt. Ze beloofde Eleonora om in ruil van haar toverkracht, haar om te toveren tot een mensenkind. Maar in plaats dat Eleonora een mensenkind werd, veranderde ik in een lelijkerd met grote oren, en een bolle neus. Eleonora vond dat verschrikkelijk en hoe ze ook smeekte, de toverfee liet ons zo maar achter. Zij, Eleonora was nog steeds een fee en ik… ik was een lelijkerd geworden in plaats van een knappe prins. Maar wel was Eleonora een groot deel van haar toverkracht kwijt en hoe ze ook haar best deed, het kon niets meer tussen ons worden. Eleonora werd steeds bozer en op een dag wilde ze mij niet meer zien. En toen… ja, toen heeft ze aan Fantastico gevraagd om mij onzichtbaar te maken.’
‘En Fantastico kon dat zomaar…?’vraagt elfje Lief.
‘Fantastico doet alles wat Eleonora aan hem vraagt. Fantastico was eigenlijk een wilde zwarte kater, die in het moeras woonde, samen met de trollen en de heksen. Eleonora heeft hem daaruit gered en daarmee heeft Fantastico blijkbaar een beetje van haar vroegere toverkracht gekregen. Zo is het gegaan.’
‘En waarom heb je dan die lange rossige baard?’
Even blijft het stil.
‘Nou vertel op,’ maant Eleonora de Verteller.
‘Ik heb haar een in de steek gelaten…’
‘Hoezo?’ vraagt  elfje Lief.
‘Ze wilde op weer op zoek gaan naar die toverfee. Ik had beloofd om met haar mee te gaan, maar ik heb haar alleen gelaten. Midden in het moeras. Dat was niet zo netjes. Gelukkig was Fantastico ook met ons meegegaan, en die heeft haar toen de uitweg uit dat enge moeras gewezen. Dus Eleonora had een goede reden om heel boos op mij te zijn, vandaar die baard.’
‘Wat een verhaal,’ zegt elfje Lief. ‘Maar toch zit me nog wel iets dwars.’
‘En dat is?’ vraagt fee Eleonora. 
‘Nou blijkbaar was je eerst een goede fee en nu ben je als ik het goed heb begrepen niet zo aardig meer. Of vergis ik me?’
‘Zou jij aardig blijven als je net zo werd bedrogen als ik. Ik heb bijna al mijn toverkracht verloren en ik heb er helemaal niets voor teruggekregen…’
‘Dat kan ik dan nog wel begrijpen, maar wat ik niet snap is waarom jullie hier zo met jullie drietjes op het kasteel blijven wonen. Want behalve dat jullie iedereen die hier op bezoek komt, proberen te verjagen, valt er hier blijkbaar niet veel plezier te beleven.’
Even blijft het stil in de Regenboogzaal.
‘Fee Eleonora…snap je wat ik bedoel?’
‘Ja, ik snap dat je dat niet begrijpt, maar dat hebben we nou eenmaal beloofd.’
‘Beloofd? Aan wie hebben jullie dat beloofd?’ vraagt elfje Lief.
‘Dat is een geheim.’
‘Daar gaan we weer,’ zucht elfje Lief. ‘Is het misschien mogelijk om een keertje een normaal antwoord te geven.  Steeds meer weer komen jullie op de proppen met een geheim of de een of andere afspraak. Vertel nou eens gewoon wat er is.
‘Dat mogen we niet,’ zegt Fantastico. ‘Dat moet je echt van ons aannemen elfje Lief.’
Elfje Lief kijkt de andere elfjes aan.
‘Weten jullie wat we hier mee aan moeten?’
‘Nee niet echt,’ antwoordt elfje Zon.  ‘Ik vind het allemaal maar raar en ik vraag me ook af wat er echt aan de hand is.’
‘Anders ik wel,’ zegt elfje Bloem.
‘Tja,’ zegt de Verteller. ‘Als we jullie de waarheid vertellen, dan…’
‘Stop Verteller,’ roept Eleonora zenuwachtig. ‘Niet doen, je maakt het alleen nog maar erger.’
‘Ik zeg toch niks,’ moppert de Verteller.