Elfje Lief en de verdwaalde tijdmachine (2)
‘Ik weet het niet elfje Lief. Eigenlijk vind ik het niet zo’n goed plan, maar van de andere kant kan ik jouw standpunt ook wel begrijpen. En wat vinden jullie ervan elfje Bloem en elfje Zon?’ vraagt karabouter Karabouwtje.
Elfje Bloem kijkt naar elfje Lief en zegt dan zonder enige aarzeling,’ ik sta helemaal achter elfje Lief. Ze heeft altijd het beste met ons voor. Bovendien laten wij elfjes elkaar niet in de steek.’
‘Dat is duidelijk,’ zegt de baronesse, die aandachtig heeft meegeluisterd.
‘En wat vind jij elfje Zon?’ vraagt Karabouwtje aan het kleine elfje, dat een beetje beteuterd naast elfje Bloem staat. ‘Je kijkt een beetje sipjes.’
‘Tja, ik ben het helemaal met elfje Bloem eens. Wij elfjes staat pal achter de ander en daarom vind ik ook dat elfje Lief gelijk heeft, maar uh… ik vind het ook wel heel spannend.’
‘Dat kan ik me heel goed voorstellen elfje Zon,’ zegt Karabouwtje. ‘Het is ook niet zo maar iets om met de tijdmachine op reis te gaan.’
‘Hoe schatten jullie de kansen van de elfjes in?’ vraagt de baronesse aan de professor en de karabouter, die blijkbaar ook niet helemaal gerust is op een goede afloop.
‘Zover we het nu kunnen overzien moet het eigenlijk helemaal gaan lukken. We hebben niets aan het toeval overgelaten en hebben echt alles nagelopen en de machine uitvoerig getest. Maar goed, we weten natuurlijk niet wat er op de reis allemaal kan gebeuren en wat de tijdmachine onderweg allemaal nog tegen gaat komen. De Roze Luchtpiraat is zeker veel veiliger dan de vorige tijdmachine,’ legt professor Knappebol uit. ‘Maar goed hoe dan ook, we moeten nu toch een keer een beslissing nemen…’
‘Volgens mij hebben we dat al gedaan,’ reageert elfje Lief kortaf. ‘Wij gaan met ons drietjes en daarmee is de kous af.’
De professor krabt een beetje zenuwachtig op zijn bol met de lange grijze haren.
‘Tja…ik denk niet dat we elfje Lief nog van haar plan af kunnen brengen,’ zegt hij met een diepe zucht tegen n baronesse Gertruida. ‘Dus laten we de Roze Luchtpiraat maar gereed maken voor vertrek Karabouwtje.’
‘Zullen jullie wel voorzichtig zijn,’ zegt baronesse Gertruida tegen de drie elfjes.
‘Natuurlijk baronesse, maar we moeten de andere elfjes en karabouter Stroompje vinden. We moeten weten wat er gebeurd is en waar ze nu zijn. En hoe dan ook, linksom of rechtsom… het gaat ons lukken om ze te vinden. Dat is ons doel en ik ben er van overtuigd dat we daarin zullen slagen.’
‘Daar ben ik ook zeker van elfje Lief,’ antwoordt de baronesse met zachte stem.
Terwijl de elfjes zich klaar maken voor vertrek zijn professor Knappebol en karabouter Karabouwtje druk in de weer om de tijdmachine klaar te maken voor de start. Ook karabouter Karaboer en Karawinkel helpen mee. Karabouter Karabakje heeft een grote doos met roomsoesjes gebracht om het afscheid een beetje op te luisteren.
‘Komen jullie als jullie klaar zijn ook een soesje eten?’ roept de baronesse tegen de professor en Karabouwtje.
Even later als iedereen een roomsoesje heeft zegt de baronesse,’ op jullie afscheid elfje Lief, elfje Bloem en elfje Zon. Op een voorspoedige reis en op een veilige terugkeer en hopelijk dat jullie elfje Stoer, elfje Knutsel en elfje boefje en natuurlijk ook karabouter Stroompje mee terugbrengen naar het Kronkelbos.