WAS

Elfje Knutsel en het mezenkooitje (3)

Karabouter Karabouwtje heeft wel veertig plankjes gezaagd en in tien plankjes heeft hij een rond gaatje geboord. Samen met elfje Knutsel maakt hij er kastjes van. Het plankje met het ronde gaatje zit aan de voorkant van ieder kastje.
‘Is dit nou een mezenkooitje?’ vraagt elfje Knutsel.
‘Eh… ja. Nou… eigenlijk moet ik het een nestkastje noemen. Dat is eigenlijk de enige echte goed naam. Maar ik ben zo gewend om het een mezenkooitje te noemen. En…eh, het is maar goed dat professor Knappebol er niet is. Die zou mij vast en zeker hebben verbeterd.’
‘Dan zullen we ze in het vervolg nestkastjes noemen in plaats van mezenkooitjes? Dat lijkt me beter,’ zegt elfje Knutsel.
‘Dat lijkt me een goed plan. Kom, we gaan weer snel verder.’
‘Karabouwtje, bestaan er eigenlijk ook mezenkooitjes?’
‘Eh, jawel. Die werden vroeger aan de muren van kastelen opgehangen. Eigenlijk leken het wel hele grote nestkastjes. Misschien dat de meesjes zich ook wel eens hebben vergist en dat men ze daarom mezenkooien heeft genoemd. Ik weet het niet zeker, maar het zou best wel eens kunnen.’
Karabouwtje heeft ondertussen het deksel van de pot met verf verwijderd.
‘Ik heb alleen maar groene verf elfje Knutsel. Daar zullen we het mee moeten doen.’
‘Dat zullen de meesjes heus niet vervelend vinden,’ antwoordt elfje Knutsel terwijl hij nog steeds aan de mezenkooi denkt.
‘Karabouwtje… als we klaar zijn met de nestkastjes… is er dan nog tijd om een mezenkooitje te maken?’
‘En wat wil je daar dan mee gaan doen. We hebben hier geen kasteel…’
‘Professor Knappebol heeft ons verteld dat verderop in het Kronkelbos wel een soort kasteel is…’
Karabouwtje kijkt op en legt zijn verfkwast neer.
‘Tja…, dat is wel zo, maar ik weet het niet. Ik ben er nog nooit geweest. Ik heb er ook wel eens van gehoord. Weet je wat? Ik zal het vanavond eens aan de andere karabouters vragen.’
‘Zo, jullie zijn al een heel eind met de mezenkooitjes,’ zegt elfje Lief die met een grote gebaksdoos in de ene hand en een grote zak met verse broodjes in de andere hand, de werkplaats binnen komt.
‘Het zijn nestkastjes elfje Lief. Een mezenkooitje is heel iets anders.’
‘Oh…’zegt elfje Lief verbaasd. Wat is dan een mezenkooi?’
‘Nou, dat zijn een soort grote nestkasten die ze aan de kastelen hangen…’ antwoordt elfje Knutsel.
‘Aan kastelen…?’
‘Nou ja, aan de kasteelmuren…’ verbetert karabouter Karabouwtje.
‘En waarvoor was dat dan?’ vraagt elfje Lief.
‘Eh, daar gingen de soldaten in zitten als het kasteel werd aangevallen…’ antwoordt Karabouwtje.
Elfje Lief schudt haar hoofd.
‘Ik snap er niets van… maar ik geloof jullie graag. Ik heb er in ieder geval nog nooit van gehoord. Maar zullen we nu maar eerst even zo’n lekkere appelflap pakken? Ze zijn nu nog heerlijk warm.’
Karabouwtje en elfje Knutsel zijn het er helemaal mee eens. De mezenkooi en de nestkastjes moeten maar even wachten.

 

Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.

 

WAS