WAS

           

               DE TIJDMACHINE van professor knappebol

                                         nieuwe avonturen van elfje Lief en de elfjes uit Elfjesland

         

De tijdmachine van professor Knappebol (47)

Het is al heel erg laat geworden en de professor en de karabouter zijn nog steeds aan het werk.
‘Nog even dit stekkertje er aan maken en dan ben ik klaar,’ zucht karabouter Karabouwtje.
‘Dat is mooi,’ zegt professor Knappebol. ‘Ik moet alleen de antenne nog goed richten, maar dat is een kwestie van een minuutje. Ik ben wel een beetje zenuwachtig, want als het nu weer niet lukt dan hebben we een probleem. Een heel groot probleem zelfs, want dan zit er niets anders op dan een nieuwe tijdmachine te bouwen, en dat gaat even duren.’
‘Laten we het beste er maar van hopen professor,’ antwoordt de karabouter die toch ook wel kriebels in zijn buik voelt. Want ook hij weet dat als het opsporingsapparaat weer niet werkt, de drie elfjes en karabouter Stroompje voorlopig onvindbaar zullen blijven. Hij wil er nog niet aan denken.
‘Nou Karabouwtje ik ben er klaar voor,’ zegt de professor met opgewonden stem.
‘Ik ook.’ De karabouter zet zijn muts nog even recht en er klinkt een diepe zucht.
‘Even de stekker in het stopcontact… nou daar gaan we dan Karabouwtje. Over een paar tellen zullen we het weten…’
De professor steekt de stekker in het stopcontact en loopt terug naar de tafel waarop het opsporingsapparaat staat.
‘Ik moet ‘m nog even aanzetten, daar komt ie…’
Er klinkt gepiep en geruis en even lijkt het wel of ze stemmen horen.
‘Draai de antenne eens een beetje naar rechts,’ vraagt de professor aan Karabouwtje.
‘Nog een beetje…. Ja, zo gaat het goed,’ zegt professor Knappebol en inderdaad… heel vaag horen ze een stemgeluid uit de luidspreker komen.
‘Zijn ze dat?’ vraagt Karabouwtje gespannen.
De professor haalt zijn schouders op. ‘Misschien…’ antwoordt hij.
Dan wordt het plotseling weer stil.
‘We zijn het signaal kwijt Karabouwtje. Draai die antenne nu eens een beetje naar links?’
‘Zo goed professor?’ vraagt de karabouter als hij de antenne bijna weer een halve slag heeft gedraaid.
De professor draait aan de knoppen die aan de voorkant van het apparaat zitten, maar wat hij ook probeert er gebeurt niets.
‘Dat is raar… ik weet toch zeker… Hoe kan dat nou weer?’ mompelt hij. ‘Misschien moet ik het apparaat uit en dan weer aan zetten.’
Als de professor het opsporingsapparaat opnieuw aanzet klinkt weer hetzelfde gepiep en geruis, maar dat is dan ook alles. Wat de professor ook probeert het geruis en gepiep wordt er niet minder van. Nee, het lijkt zelfs wel erger te worden en karabouter Karabouwtje houdt zijn handen voor zijn oren.
‘Ik ga het nog een keer proberen en dan… uh dan weet ik het ook niet meer hoor,’ zegt professor Knappebol.
‘We mogen niet opgeven professor, dat kunnen we echt niet maken.’
‘Dat weet ik ook wel Karabouwtje, maar zoals we er nu voor staan lijkt alle moeite voor niks te zijn geweest. Wat ik ook probeer, ik krijg niet meer uit dit apparaat dan een hoop herrie.’
‘Misschien moet je het nog eens op een andere golflengte proberen?’ stelt de karabouter voor.
‘Dat zou ik nog kunnen proberen, maar als dat ook niet lukt… Het kan toch bijna niet anders of ik heb de goede golflengte…’
De professor draait aan de rechterknop op het opsporingsapparaat en even lijkt het goed te gaan. Het gepiep en het geruis wordt een stuk minder en als de professor nog eens aan de knop draait, wordt het plotseling helemaal stil.
‘Heb je ooit zoiets meegemaakt,’ moppert de professor terwijl hij het apparaat weer uit en aan zet. Nu klinkt er een luid gesis en er kringelt rook omhoog vanuit de achterkant van het apparaat.
‘Snel de stekker eruit,’ roept de professor tegen Karabouwtje, maar het is al te laad. Er komt een grote steekvlam uit het opsporingsapparaat en de professor en de karabouter zitten in het donker.
‘Waar ben je Karabouwtje?’ roept de professor. ‘Is alles in orde?’
‘Hier ben ik… uh hier bij de kast…’
‘Daar ligt mijn zaklantaarn ergens…’
‘Uh, ja ik heb hem.’
Als de karabouter de zaklamp aan doet, ziet hij het zwarte gezicht van de professor. Hij heeft moeite om niet te lachen.
‘Wat is er aan de hand?’ vraagt professor Knappebol.
‘Misschien moet je maar even hierin kijken,’ giechelt Karabouwtje, die de professor een spiegel geeft.
‘Tjonge…’ zegt de professor verbaasd. ‘Gelukkig is het maar een beetje roet.’
‘Dat wel, maar voorlopig zitten we diep in de nesten…,’ zucht Karabouwtje.
‘Daar zou je best eens gelijk in kunnen hebben Karabouwtje, ’antwoordt de professor, terwijl hij met een zakdoek het roet van zijn gewicht probeert te vegen.

 

 

 
 Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Elfje Lief.)

 

WAS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.. 

(bij de kleurplaten staan Anistopera en Gompidee klaar om te worden ingekleurd, speciaal voor jullie gemaakt door Marloes  )

Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Elfje Lief.)

 

WAS