DE TIJDMACHINE van professor knappebol
nieuwe avonturen van elfje Lief en de elfjes uit Elfjesland
De tijdmachine van professor Knappebol (42)
‘Hé elfje Lief, ik dacht dat jullie allang naar kasteel Okkervliet waren vertrokken,’ zegt karabouter Karawinkel verbaasd als hij elfje Lief ziet aankomen.
‘Dat was ook de bedoeling Karawinkel, maar… uh er is iets heel vervelends gebeurd,’ antwoordt elfje Lief.
Karabouter Karawinkel schrikt toch wel een beetje van het antwoord van elfje Lief.
‘Tjonge, maar wat is er in vredesnaam dan aan de hand,’ vraagt hij bezorgd. ‘En weet jij toevallig waar Karabouw ergens is?’
‘Karabouwtje is bij professor Knappebol, maar ik zal je eerst maar vertellen wat er aan de hand is,’ zegt elfje Lief.
‘Ga eerst maar eens even rustig zitten elfje Lief, hier heb ik nog een stoel voor je. De firma Jansen heeft die nog niet mee kunnen nemen, en zo ook de tafel en de groentekassen van karabouter Karaboontje. Ze hebben beloofd dat ze die morgen op zullen komen halen.’
Terwijl elfje Lief op de stoel is gaan zitten, heeft karabouter Karawinkel een oude emmer ondersteboven gezet en gaat daar vervolgens op zitten.
‘Vroeger werd wel gezongen dat karabouters of eigenlijk kabouters regelmatig op een oude paddenstoel gingen zitten, maar nu zit ik op een oude omgekeerde emmer,’ grinnikt Karawinkel. ‘En hij is ook nog lek. Maar goed, steek van wal elfje Lief, wat is er allemaal aan de hand?’
‘Om bij het begin te beginnen… we stonden zo goed als klaar om naar het kasteel te gaan, alleen waren elfje Knutsel, elfje Boefje en elfje Stoer nergens te bekennen. In geen velden of wegen, en dat was ook het geval met karabouter Stroompje. Dus besloten we, de professor, Karabouwtje en ik op onderzoek uit te gaan. Al gauw bleek dat die vier schelmen er met de tijdmachine van door waren.’
‘Met de tijdmachine van de professor, dat rare ding…?’ vraagt Karawinkel.
‘Ja, met dat rare ding. Dat nare rare onbetrouwbare geval, dat de professor en karabouter Stroompje zo nodig in elkaar moesten knutselen. Nou, je ziet wat er van komt. Alleen maar narigheid.’
‘Misschien heb je wel gelijk elfje Lief, maar eerst maar eens even de feiten. Waar zijn die vier rakkers nu?’
‘Dat weten we niet, dat is nu juist het grote probleem.’
‘Hoezo?’ Weten we dat niet? Je gaat me toch niet vertellen dat die vier zoek zijn. Dat ze verdwenen zijn en niemand weet waar ze zijn?’
‘Ik ben bang dat het niet anders is,’ antwoord elfje Lief en karabouter Karawinkel ziet dat ze het moeilijk heeft.
‘En nu, wat gaat er nu gebeuren,’ vraagt de karabouter.
‘Professor Knappebol een karabouter Karabouwtje hebben een opsporingsapparaat gebouwd, waarmee ze die vier vlegels op het sporen hopen te komen,’ vertelt elfje Lief.
‘En…? Is dat gelukt?’
‘Nee, niet echt. Er was kortsluiting en de machine was helemaal stuk.’
‘Die pas gebouwde machine?’
‘Ja die,’ zegt elfje Lief. ‘Die nieuwe machine, die contact had moeten leggen tussen hier en de tijd waar die vier in terecht zijn gekomen.’
‘In welke tijd reizen ze?’ vraagt de karabouter.
‘Wisten we het maar,’ zucht elfje Lief. ‘Voorlopig weten we helemaal niets. We weten niet eens of het goed met hen gaat, of misschien gaat het wel slecht met die vier.’
‘Laten we het beste er van hopen,’ zegt de karabouter, die het er toch wel moeilijk mee heeft. ‘Weet Karaboer eigenlijk al dat zijn neef er met de tijdmachine vandoor is gegaan?’ vraagt Karewinkel.
‘Nee, niemand weet er van behalve de professor en Karabouwtje en ik en nu jij ook,’ zegt elfje Lief. ‘Misschien moesten we eerst maar eens naar karabouter Karaboer gaan, om hem het vreselijke nieuws te gaan vertellen.’
‘Ja,’ zucht karabouter Karawinkel. ‘Laten we dat eerst maar eens gaan doen, dat is wel net zo verstandig,’ en hij staat op.
‘Ga je mee elfje Lief, dan gaan we?’ vraagt de karabouter, die het al met al maar een vreemde zaak vindt.
Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar
..
(bij de kleurplaten staan Anistopera en Gompidee klaar om te worden ingekleurd, speciaal voor jullie gemaakt door Marloes )
Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar