WAS

 

De boomhut van elfje Boefje en elfje Knutsel (7)

Nadat de karabouters zijn vertrokken hebben elfje Boefje en elfje Knutsel de planken klaar gelegd en de ladder tegen de grote eik gezet.
‘Oef, het is toch wel hoog,’ zegt elfje Boefje als hij boven aan de ladder staat.
‘Ik weet niet of dit wel zo’n goed idee is elfje Knutsel. Maar goed, kom zelf maar eens kijken, dan hoor ik wel wat jij er van vindt.’
Elfje Boefje komt voorzichtig naar beneden en hij is blij als hij weer veilig en wel vaste grond onder zijn elfjesvoeten voelt.
‘Nou, dan zal ik maar eens even gaan kijken.’ Elfje Knutsel klimt razendsnel naar boven.
‘Het is inderdaad wel een beetje aan de hoge kant, daar heb je wel gelijk in elfje Boefje. Maar om nu weer een andere boom te gaan zoeken…’
Elfje Knutsel kijkt nog eens naar beneden.
‘Weet je wat we doen?’ roept hij naar elfje Boefje.
‘Nee, geen idee,’ is het antwoord.
‘Nou, ik wel. Ik stel voor dat we onze hut halverwege maken.’
Elfje Boefje kijkt verbaasd naar elfje Knutsel.
‘Uh, halverwege? Hoe bedoel je dat nou weer?’
‘Nou precies zoals ik het zeg. We zetten onze boomhut beneden in elkaar en dan takelen we hem naar boven, tot halverwege de eik. Daarna maken we hem vast aan de stam en de onderste takken van de eik. Zo wordt het niet zo hoog en hebben we toch een boomhut.’
‘Ik vind het maar een raar plan. En jij denkt dat dit ons gaat lukken?’
‘Nou het in elkaar zetten in elk geval wel, maar het omhoog takelen dat is een ander verhaal. Daar hebben we meer spierballen voor nodig,’ zegt elfje Knutsel.
‘En waar halen we die vandaan?’
‘Nou elfje Boefje, ik denk dat de karabouters ons nog wel een keertje willen helpen. En ook professor Knappebol en natuurlijk de andere elfjes… en misschien Jacobus Roeptumaer…’
‘Natuurlijk… en baronesse Gertruida?’
‘Nou die zullen het maar niet vragen,’ antwoordt elfje Knutsel met een lach.
Elfje Boefje kijkt nog eens naar boven.
‘Misschien heb je wel gelijk. Nu ik er over nadenk, vind ik het zo gek nog niet. Een boomhut halverwege…’
Elfje Knutsel komt weer voorzichtig naar beneden.
‘Zullen we dan maar?’
‘Oké, elfje Knutsel, maar ik heb nog wel een vraagje.’
‘En wat is die vraag?’
‘Er ligt nog één kokoskoek. Zullen we die samen delen?’
‘Wat ben jij toch een grote snoeper elfje Boefje, straks pas je niet meer in je broek.’
‘Mag het?’
‘Nou vooruit dan maar. Je mag hem helemaal voor jezelf hebben, maar daarna gaan we aan het werk,’ moppert elfje Knutsel.
‘Zeker, zeker,’ antwoordde elfje Boefje, terwijl hij al een hap van de kokoskoek neemt. ‘Mmm, dat smaakt prima.’
Even later is de koek verdwenen en klopt elfje Boefje de kruimels van zijn broek.
‘Zo, en nu de handen uit de mouwen,’ zegt elfje Knutsel.
‘Zeker, zeker… ,’ en even later wordt er hard gewerkt in het bos. Er wordt gezaagd en getimmerd en een hertje kijkt op afstand nieuwsgierig toe.

Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Elfje Lief.)

 

WAS