De boomhut van elfje Boefje en elfje Knutsel (6)
‘Ik denk dat ik maar eens in de kar ga zitten,’ zegt karabouter Karabakje. ‘Ik voel mijn voeten niet meer.’
‘Ze zitten er nog wel aan,’ antwoordt Karaboontje met een lach. ‘Tenminste, ik ga er maar even vanuit dat jouw voeten nog steeds in die rare schoenen zitten.’
‘Ha, ha, wat ben jij lollig. Nou, je moest maar eens voelen wat ik voel. Ze branden. Ik ben ook al sinds vanmorgen half vier druk in de weer geweest. Broodbakken, koekenbakken, krentenbolletjes, maandzaadbroodjes, luxe broodjes, het moet er elke dag maar weer zijn.’
Ja, Karabakje, het leven van een bakker gaat niet over rozen,’ zucht Karabouwtje.
‘Dat kun je wel zeggen,’ is de reactie van de vermoeide karabouter.
‘Wat bedoelt u met dat het leven niet over rozen gaat?’ vraagt elfje Knutsel.
‘Nou, dat het niet altijd even gemakkelijk gaat.’
‘Oh, dan snap ik het. Je zou dus ook kunnen zeggen dat het niet altijd voor de bakker komt.’
‘Waar slaat dan nou op?’ zegt elfje Boefje. ‘Voor de bakker, voor de groenteboer, voor de timmerman… zo kan ik nog wel even doorgaan.’
‘Nou elfje Boefje, elfje Knutsel heeft wel een beetje gelijk,’ reageert karabouter Karaboer. ‘Men bedoelt hiermee dat het niet altijd gaat zoals het moet. Dus dat het niet altijd in orde komt.’
Elfje Boefje kijkt een beetje beteuterd.
‘Ik vind het wel een beetje vreemd, maar goed als u het zegt. Dus als het wel voor de bakker komt, dan is er niets aan de hand? Dan komt het dus helemaal goed?’
‘Precies,’ lacht karabouter Karaboer.
‘Dus…’ gaat elfje Boefje verder. ‘Dus als u vraagt of het allemaal gaat lukken met onze boomhut en ik zeg dat het voor de bakker komt, dan zouden we uit blijdschap nog een kokoskoek en een glaasje limonade kunnen nemen. Om het te vieren.’
Karabouter Karabakje moet om elfje Boefje lachen.
‘Dat is heel slim van jou elfje Boefje, maar eigenlijk heb je ook wel een beetje gelijk. Want natuurlijk, als het voor de bakker komt, dan is dat in elk geval iets om blij van te worden en misschien moeten we dan ook nog maar een lekkere verse kokoskoek nemen.’
‘En een glaasje frambozenlimonade,’ vult Karaboer aan. ‘Maar daarna gaan de handen uit de mouwen en dan moet er gewerkt worden, anders denk ik niet dat die boomhut van jullie af komt.’
‘Het leven van elfjes gaat niet altijd over rozen,’ mompelt elfje Boefje. ‘Dat mag ik toch wel zeggen.’
‘Maar het leven van elfjes gaat ook niet over alleen maar koeken en limonade,’ zegt Karabouwtje.
‘Daar heb je groot gelijk in Karabouwtje,’ en de karabouters en de elfjes moeten er eigenlijk wel om lachen.
‘Zo, nu wordt het tijd dat we gaan en dan kunnen jullie aan het werk.’
Karaboontje heeft de kar al klaar gezet en Karabakje is er al ingeklommen.
De andere karabouters vinden dat hij dat wel heeft verdiend omdat hij van die heerlijke koeken voor hen heeft gebakken. Als ze net goed en wel onderweg zijn horen de karabouters een geronk in de kar. Karabakje is in een diepe slaap.
Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar