De boomhut van elfje Boefje en elfje Knutsel (3)
Elfje Knutsel en elfje Boefje hebben samen met karabouter Karabouwtje een stevige houten ladder gemaakt. Er is wel een probleem. De ladder is zo groot en zo zwaar geworden dat de twee elfjes de ladder niet kunnen dragen.
‘Ik denk dat we maar eens hulp gaan zoeken,’ zegt Karabouwtje. ‘Karawinkel en Karaboer en Karaboontje zullen ons vast en zeker wel willen helpen. Is het ver naar die boom van jullie?’
‘Best wel een eind,’ antwoordt elfje Boefje. ‘Denkt u wel dat ze ons willen helpen?’
‘Dat denk ik wel. Maar misschien kunnen we de ladder op een kar leggen. Dan kunnen we ook nog andere plankjes meenemen. ‘
‘Dat is een heel goed plan Karabouwtje.’ Elfje Boefje is zichtbaar blij met het voorstel van de karabouter. ‘Als dat tegelijkertijd kan, dan is dat toch geweldig. Dan kunnen we meteen aan de slag.’
Karabouter Karabouwtje moet lachen om de opwinding bij beide elfjes.
‘Dan ga ik eerst maar eens naar de andere karabouters. Achter de schuur staat een kar, dan kunnen jullie alvast de planken en de ladder op de kar leggen. Niet te vol alsjeblieft, want dan kunnen we hem niet meer trekken.
‘Nee hoor. Kom we gaan aan het werk. Tot zo,’ klinkt het enthousiast.
Als karabouter Karabouwtje is vertrokken zijn de beide elfjes ijverig bezig de kar te laden met de ladder en de plankjes.
‘Nog een paar elfje Boefje, anders wordt de kar echt te zwaar.’
Elfje Knutsel probeert de kar een stukje naar voren te trekken.
‘Oef, dat is niet te doen. We zullen er maar niets meer bij laden, want anders krijgen we hem straks helemaal niet meer van zijn plek.’
‘Deze plank nog…’
‘Stop nou elfje Boefje. Straks moeten we de kar weer afladen.’
‘Deze ene plank zal toch het verschil niet maken?’
‘Misschien niet, maar genoeg is genoeg. Het is tenslotte een heel eind naar de boom.’
‘Daar heb je gelijk in,’ zegt elfje Boefje. ‘Zullen we er een stevig touw omheen binden, dan blijven de planken en de ladder in ieder geval liggen. Want stel je voor dat ze ook nog gaan schuiven.’
‘Dat is goed, want ik denk niet dat de karabouters er heel blij van worden als onderweg alles van de kar kiepert.’
‘Dat denk ik ook niet, bovendien stel je eens voor dat de planken op onze tenen vallen. Of tegen onze benen.’
‘Dan kunnen we onze boomhut voorlopig wel vergeten,’ zegt elfje Knutsel.
‘Dat denk ik ook en bovendien is het eigenlijk gewoon te gevaarlijk.’
‘Daar helpt ook geen helm aan,’ grinnikt elfje Boefje.
‘Je hebt gelijk, laten we nog maar een extra stuk touw pakken. Beter te veel dan te weinig.’
Na een half uurtje staat de kar klaar. De planken en de ladder zijn stevig vastgebonden. Nu is het alleen nog wachten op de karabouters.
Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar