WAS

 

De boomhut van elfje Boefje en elfje Knutsel (1)

Elfje Knutsel en elfje Boefje zijn van plan om een grote boomhut te bouwen in een van de reusachtige bomen in het Kronkelbos. Ze zijn naar karabouter Karabouwtje geweest en hebben hem om raad gevraagd. Karabouwtje die veel verstand heeft van dingen maken en bouwen heeft samen met de twee elfjes een soort tekening gemaakt. Hij heeft beide elfjes verteld waar ze op moeten letten en vooral hoe ze veilig kunnen werken.
‘Zet in ieder geval even een helm op jullie hoofd. Dat geeft bescherming als er onverhoopt iets naar beneden mocht vallen,’ had de karabouter nog als goede raad meegegeven.
De twee elfjes hebben ook nog spijkers, touw en ijzerdraad van Karabouwtje gekregen. Zomaar maar gratis en voor niets.
‘Wanneer gaan jullie beginnen?’ vraagt elfje Zon belangstellend.
‘We moeten eerst nog wat stevige takken gaan zoeken en karabouter Karabouwtje heeft beloofd dat hij vandaag een stapel planken zal brengen. Hij had nog oude gebruikte planken liggen, waar hij toch niets meer mee deed. Wij mochten die van hem hebben.’
‘Zo, dat is wel heel erg aardig van hem,’ is de reactie van elfje Zon. ‘En weten jullie al waar jullie de boomhut gaan bouwen?’
‘Nou uh, nog niet helemaal. We moeten nog een goede boom uitzoeken. Misschien wil jij ons daar wel bij helpen?’
‘Dat is wel heel aardig van jullie, maar het is jullie plan. Misschien is het beter als dat zo blijft. Ik zou het wel fijn vinden als ik zou mogen komen kijken als de boomhut helemaal klaar is.’
‘Natuurlijk elfje Zon. Zo gauw we hem af hebben dan ben je welkom in onze boomhut.’
‘Dat is afgesproken. Ga nu maar gauw aan het werk, want ik ben heel nieuwsgierig hoe hij gaat worden.’
‘Dan zullen we eerst maar eens een mooie boom uit gaan zoeken,’ zegt elfje Knutsel.
‘En op een mooie plek in het bos,’ vult elfje Boefje aan.
‘Maar niet op een of andere enge plek hoor,’ zegt elfje Zon en ze klinkt een beetje angstig.
‘Nee hoor elfje Zon, we zullen er rekening mee houden,’ klinkt het uit de mond van elfje Boefje.
‘Kom elfje Knutsel, dan gaan we op pad. Op zoek naar een geschikte plek.’
Elfje Boefje doet de hamer, de spijkers en het touw in zijn rugzak.
‘Moet ik ook nog iets dragen?’ vraagt elfje Knutsel.
‘Hier pak jij de tekening en de twee helmen.’
‘Waar hebben jullie die mooie gele helmen vandaan?’ vraagt elfje Zon.
‘Nou, die hebben we gekregen van karabouter Karawinkel. Daar zijn we na ons bezoek aan Karabouwtje nog even naar toegegaan. Toen we ons plan hebben verteld kregen we zomaar pardoes twee helmen van Karawinkel.’
‘Hoe wist hij dat jullie die nodig hadden?’
‘Uh, nou om eerlijk te zijn hebben we dat tegen hem gezegd. We hebben hem gevraagd of hij ons daarmee kon helpen…’
‘Aha, dus het was niet zomaar pardoes.’
‘Nou wel een beetje. We hebben er echt niet om gevraagd.’
‘En als hij ze niet aan jullie had gegeven. Wat dan?’
‘Uh, ja dan hadden we nu een probleem. Of we hadden ze zelf moeten kopen en…’
‘… en dat was lastig geweest,’ vult Elfje Zon aan.
Elfje Knutsel en elfje Boefje kunnen het alleen maar eens met elfje Zon.
De beide elfjes nemen afscheid van elfje Zon en ze gaan fluitend op zoek naar een mooie boom.


 

Heb je ook een idee voor ELFJE LIEF,stuur een email naar This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. ( een mooie tekening vinden we ook leuk en de mooiste zetten we op de website van Elfje Lief.)

 

WAS