Wat er zoal voorbij komt….
Gesprek aan de bar (10)
‘Heb je nog iets gewonnen?’ roept Harrie, de man achter de bar naar een rossige gespierde veertiger, die verder op aan een tafeltje zonder veel omhaal zijn glas in één beweging ontdoet van de inhoud.
De rossige gespierde veertiger staat langzaam op en beweegt zich naar de bar op een manier die suggereert dat hij een zware last met zich mee moeten dragen. Bij de bar aangekomen hijst hij zich zuchtend op een kruk en maakt met een achteloos gebaar kenbaar, dat hij nog wel in is voor nog zo’n glas schuimend gerstenat.
‘Nee, net niet,’ zegt hij vervolgens als antwoord op de vraag van Harrie. ‘Eigenlijk ben ik tweede geworden, maar het zat ook wel even tegen. Die andere gast had gewoon meer geluk. Ik had voor het zelfde geld kunnen winnen. Er zat niets tussen. Ja, net dat kleine beetje geluk, maar vooral een poepende vogel.’
‘Zo kan het soms gaan Toon,’ antwoordt de barman, die ondertussen een kop koffie voor zichzelf heeft ingeschonken. ‘Soms moet het gewoon even meezitten. Maar hoezo een poepende vogel?’
De rossige veertiger gaat rechtop zitten en maakt zich op voor een uitvoerige toelichting op wat hem blijkbaar is overkomen en wat hem weerhouden heeft van de overwinning.
‘Weet je Harrie, dat is nou net de pest. Ik heb getraind als een gek en ik was er echt van overtuigd dat ik niet te kloppen was. Ik voelde me goed en vooral beresterk. Alles liep op rolletjes Dat leek ook zo te gaan bij de finalewedstrijd. Ik loop naar het veld en ik wist het zeker, ik ga hier met de beker naar huis. Zo voelde het. De scheids kijkt nog even of het touw goed ligt en als dat het geval is, vraagt hij aan ons, aan mij en die andere gozer, een Belg, om klaar te gaan staan. Tot zover niks aan de hand. Dan fluit hij dat we mogen beginnen en ik moet zeggen dat die Belgische gast sterk van start gaat. Ik zet mijn hakken in het gras, maar ik moet toch wat terrein prijsgeven. Na een halve minuut voel ik dat ik weer terrein terug aan het winnen ben. Met alle kracht die ik in me heb geef ik vol gas en ik zie dat ik er bijna ben. En dan gebeurt het. Dan schijt er een of andere vogel op mijn kop. Recht op mijn voorhoofd net boven mijn linkeroog. Vervolgens loopt die vogelpoep bijna in mijn oog. Nou wat doen je dan… je probeert het weg te vegen. En dat moet je niet doen… want dat haalt je uit je concentratie. De focus ligt dan net even verkeerd. Maar enfin, ik probeer zo goed en zo kwaad mogelijk te voorkomen dat die prut in mijn oog druipt en probeer dus met mijn arm de poep weg te wrijven. Maar ja, toen was de druk er wel even af en die gast had dat snel door. Met een laatste inspanning trekt hij mij over de streep. Ik wist het, ik heb verloren. Dan bedoel ik nou Harrie, hoe groot is de kans dat een vogel jou op zo’n belangrijk moment onderschijt. Dat kan je toch niet bedenken. Maar enfin, ik naar de scheids toe en leg hem uit wat er is gebeurd. Die zegt vervolgens dat de regels daar niet in voorzien… en dat ik de finalewedstrijd dus heb verloren. Ik noem hem een flapdrol en dat had ik beter niet kunnen doen. Die gozer zegt meteen tegen mij dat ik gediskwalificeerd ben, waarna ik hem bij zijn vest grijp. Dat had ik niet moeten doen. Ik heb hem eigenlijk meteen mijn excuses aangeboden, maar hoe ik ook lulde, hij hield voet bij stuk. Die tweede plaats, mijn verdiende tweede plaats ging naar nummer drie en degene die vierde was geworden, mocht het brons op komen halen. Daar stond ik dan met lege handen en een kop vol vogelpoep. Iemand van de bond kwam me nog vertellen, dat ik wel op een schorsing moest rekenen. Zo zie je maar Harrie, hoe zo’n schijtvogeltje roet in het eten kan gooien. Dan mis je net dat beetje geluk.’
Harrie, die vol aandacht het verhaal had aangehoord, knikt dat hij het allemaal heeft begrepen.
De rossige gespierde man kijkt mij vervolgens aan.
‘Ja meneer, zo gaat dat. Ben je het hele jaar druk met trainen en oefenen en dan gaat het door zo’n kleinigheidje helemaal mis.’
‘Dat is tamelijk zuur voor u,’ antwoord ik.
‘Zeker, en nu maar afwachten wat de bond er van zegt,’ gaat hij verder. ‘Maar ja, wat zou u doen in zo’n geval? Als je eigenlijk tweede bent, of eigenlijk eerste, maar door een poepende vogel uit je concentratie wordt gehaald? Hoe zou u reageren?’
‘Ik weet het niet, ik ben nog nooit in zo’n rare situatie terecht gekomen. Het is inderdaad tamelijk bizar.’
Mijn antwoord stemt hem niet tevreden en hij houdt aan.
‘Meneer, ik vroeg u wat zou u doen?’ vraagt hij nog een keer en er klinkt wat ongeduld door in zijn vraagstelling.
‘Ik…? Ik zou misschien wel hetzelfde als u hebben gereageerd. Ik kan mij uw reactie wel voorstellen,’ antwoord ik en mijn antwoord is vooral ingegeven door het gevoel dat ik het de rossige gespierde veertiger het zo veel mogelijk naar de zin moet maken, omdat het missen van de beker hem blijkbaar tot daden verleidt waar hij pas na het begaan ervan, zegt dat hij er spijt van heeft.
‘Dat zei ik ook al tegen mijn vrouw. Als je negen van de tien mannen vraagt wat zij zouden hebben gedaan, dan zijn het helemaal met mij eens. Begrijp me goed, ik praat niet recht wat krom is, maar het is het moment meneer… enfin u weet wat ik bedoel.’
‘Nog een biertje?’ vraagt Harrie.
‘Doe maar en doe er voor deze meneer ook maar een,’ zegt Toon, de rossige gespierde veertiger joviaal.
Hij komt wat dichter bij me staan en even later proosten we.
‘Op het volgende kampioenschap…’ zegt hij.
‘Ja, en dan maar hopen dat er geen poepende vogels in de buurt zijn,’ zeg ik met een goed bedoelde lach.
‘Als je tenminste nog mee mag doen…’ voegt Harrie er aan toe.
‘Hoezo?’ vraagt rossige Toon.
‘Nou, dat weet je maar nooit. Misschien word je wel voor langere tijd geschorst. Aanvallen van de scheids… dat is niet niks.’
Toon kijkt Harrie aan of hij water ziet branden.
‘Aanvallen… dat is een groot woord. Nee, ik heb hem alleen maar even vastgepakt. Niet eens zo stevig hoor,’ zegt rossige Toon verontschuldigend.
‘Maar toch…’ gaat Harrie verder met een knipoog naar mij.
‘Wat vindt u er van meneer?’ vraagt rossige Toon aan mij.
‘Ik weet het niet, voor hetzelfde geld kom je er met een waarschuwing van af,’ probeer ik hem gerust te stellen.
‘Ja… voor het zelfde geld was ik nou kampioen geweest,’ moppert hij.
‘Voor hetzelfde geld had je nou een slecht linkeroog gehad,’ vult Harrie vanachter de bar aan.
‘Tja, voor hetzelfde geld… Doe voor het zelfde geld nog maar een biertje Harrie,’ stelt rossige Toon voor.
‘Dat heb je wel verdiend Toon…. Je krijgt er eentje van mij, als troostprijs, zomaar voor niks,’ zegt Harrie.
‘Dat is in elk geval dan nog iets,’ grinnikt rossige Toon.
‘U ook nog?’ vraagt Harrie aan mij.
‘Nee, bedankt. Ik stap maar weer eens op,’ antwoord ik.
‘Nou tot de volgende keer maar weer en… kijk uit voor poepende vogels,’ roept Harrie mij nog na.
Jacob H.