Wat er zoal voorbij komt….

 

 

 

Snuffelmarkt (4)

 


Het resultaat van mijn opruimwoede is een stapel verhuisdozen en een aantal volle vuilniszakken met van alles en nog wat. Een hoeveelheid spullen, die in mijn ogen nog een zekere waarde hebben. Ik heb (voor mijn doen) kritisch geselecteerd en ik ben eigenlijk toch wel trots op mezelf. Trots, omdat ik afscheid heb kunnen nemen van zoveel (op voorhand) dierbare dingen, die blijkbaar toch minder dierbaar zijn dan ik in eerste instantie heb verondersteld. Het doet in elk geval mijn ego goed. Ik ben boven mezelf uitgestegen. Ik staar naar de stapel dozen en tel al vlug tenminste veertien volle dozen. Of zijn het er toch zestien? Ik ben even het totale overzicht en daarmee de tel kwijt, maar het doet er ook niet toe.
‘Goed gedaan,’ zeg ik tegen mezelf. ‘En nu?’ vraag ik me daarna af.
Ik heb welleswaar de zolder opgeruimd, maar voorlopig is het resultaat niet meer dan een berg van verzamelde overbodigheid. Ergo, het probleem is niet opgelost, hooguit verplaatst. Dat moet mijn conclusie zijn, daar kan ik niet om heen. Mijn overpeinzingen worden brut onderbroken door het gerinkel van mijn telefoon.
‘Henneman,’ zeg ik, terwijl ik met mijn gedachten nog bij de stapel verhuisdozen ben.
Mijn vriend aan de andere kant van de lijn vraagt of ik zin heb om volgende week mee te gaan naar een voetbalwedstrijd van de plaatselijke voetbalvereniging. Ze spelen een benefietwedstrijd om het afgefikte clubhuis van een bevriende vereniging uit een dorp verderop weer te kunnen herbouwen. Er is aansluitend nog een bingoavond en daarna speelt er als afsluiting nog een rockband. Een plaatselijke bekende rockband, die overigens volgens mijn vriend binnen het jaar minimaal landelijk zal zijn doorgebroken.
‘Volgende week vrijdag,’ zegt hij. ‘Ik wil je wel ophalen.’
Ik denk na, heel diep na. Voor zo ver ik het nu kan overzien heb ik geen enkele reden om niet in te gaan op zijn uitnodiging.
‘Ik wil ook wel rijden,’ stel ik voor.
Mijn vriend aarzelt geen moment en vindt mijn voorstel getuigen van grote klasse en vooral van inlevingsvermogen.
‘Fijn. Als je dat zou willen doen,’ antwoordt hij. ‘Dan kan ik tenminste een pilsje pakken.’
Ik sta op het punt om hem te wijzen op het feit dat hij over het algemeen toch wel zijn pilsje pakt of hij moet rijden of niet, maar ik zwijg. Ik weet ook maar al te goed dat mijn voorstel om zelf te rijden hierdoor is ingegeven. Dan hoef ik me in elk geval geen zorgen te maken of en hoe ik thuis kom. Nee, ik heb een sterke voorkeur om mijn lot in eigen hand te houden, voor zover mogelijk dan en heb daarom geen enkel probleem om de bob te zijn.
‘Zondag is er ook een snuffelmarkt,’ zegt mijn vriend. ‘Misschien kan ik dan rijden, dan is het weer gelijk.’
‘Van dezelfde vereniging… ik bedoel, met hetzelfde doel?’ vraag ik.
‘Ja, de opbrengt van de verkoop is voor de standhouders uiteraard, maar de huur van de stand is voor de club,’ legt hij uit. ‘Het is iets van dertig euro voor een normale stand en vijfenveertig voor een dubbele.’
‘Kan iedereen een stand huren?’ vraag ik.
‘Heb je soms belangstelling?’ vraagt hij. ‘Ik kan wel iets voor je regelen.’
Ik twijfel.
‘Uh ja, ik heb een heleboel spullen waar ik eigenlijk vanaf moet. Ik heb namelijk mijn zolder opgeruimd en nou heb ik …’
Hij laat me mijn zin niet afmaken.
‘Jongen, daar zitten ze nou net op te wachten. Ik ga meteen voor je bellen. Je zult zien dat je in een mum van tijd alle spullen kwijt bent. Vooral ’s morgens loopt het als een trein. Allemaal opkopers. Nee, geloof me, je zult er van opkijken.’
Ik probeer nog wat tegen te sputteren, maar ben eigenlijk kansloos.
‘Hoeveel heb je eigenlijk?’ vraagt hij.
Ik noem hem het aantal dozen en daarna nog het aantal volle plastic vuilniszakken.
‘Dan zou ik zeker een dubbele stand nemen,’ stelt hij voor.
Ik leg hem voor dat zo’n dubbele stand voor één persoon wel heel veel hooi op de vork is en hij is het er van harte mee eens. Daarna blijft het even stil, maar vervolgens komt hij met een voorstel.
‘Als ik jou nou eens mee ga helpen?’ Is dat misschien een idee?’ vraagt hij aan mij.
Ik aarzel, want ik weet niet of dat wel zo’n goed idee is. Mijn vriend is af en toe wat bemoeizuchtig en soms ook een beetje betweterig.
‘Nou Jacob, want vind je ervan?’ houdt hij aan.
‘Zeker… goed idee,’ antwoord ik onzeker.
‘Wil je nou dat ik je meehelp of niet?’ vraagt hij een beetje ongeduldig.
‘Uh ja, als je dat zou willen doen,’ antwoord ik en ik vraag mezelf af waarom ik dat eigenlijk zo zeg. Ben ik het zelf wel die dit antwoord geeft of …
‘Mooi, dan ga ik wat regelen. Ik zal het wel even voorschieten, dan verrekenen we dat later wel.’
‘Zeker. Fijn dat je dat wilt doen,’ zeg ik bijna fluisterend.
‘Wat zei je?’ vraagt hij.
‘Dat het fijn is dat je het huurbedrag alvast wilt voorschieten...’
‘Dat is toch geen enkel probleem Jacob. Even voor mij, zitten er ook nog spulletjes tussen die iets op kunnen brengen of…?’
‘Jawel hoor, het is best de moeite waard. Nou ja, zeker een deel, niet alles… maar er zit echt van alles tussen.’
‘Dat klinkt niet verkeerd. Ik stel voor dat we samsam doen…’
Zijn voorstel overvalt me, maar ik kan niet anders dan het met hem eens zijn. Hij hoeft het tenslotte ook niet voor de kat zijn staart te doen.
‘Samsam is prima,’ antwoord ik.
‘Deal,’ hoor ik hem zeggen. ‘Ieder de helft van de opbrengst.’
‘Na aftrek van de huur…?’ vraag ik voorzichtig.
Het blijft even stil aan de andere kant, daarna zucht hij diep.
‘Nou ja, als je daar op staat. Het is anders jouw stand, ik help je alleen maar mee.’
‘En dat vind ik ook hartstikke fijn, maar ik dacht alles fiftyfifty…’ zeg ik met onzekere stem.
‘En ik dacht dat ik toch duidelijk over de opbrengst heb gesproken en niet over de kosten. Maar goed, als het zo belangrijk voor je is…’
Ik voel me bezwaard en zonder echt na te denken zeg ik spontaan, ‘oké, geen probleem, ieder de helft van de opbrengst. De kosten zijn volledig voor mijn rekening.’
‘Mooi,’ zegt mijn vriend. ‘Heb je een aanhanger?’
‘Ik dacht dat jij zou rijden?’ antwoord ik.
‘Jawel, maar ik heb geen aanhanger en ook geen trekhaak,’ zegt mijn vriend.
‘Nou dan huur ik wel zo’n boedelbak,’ stel ik voor. ‘Anders krijg ik echt niet alles mee.’
‘Oké, dat is dan geregeld,’ zegt mijn vriend.
We spreken vervolgens nog een tijd af en daarna verbreekt hij de verbinding.
Een kwartier later heb ik een boedelbak gehuurd en in de gauwigheid kom ik op een totaal kostenplaatje van honderdvijftien euro. En nu maar hopen dat de opbrengst minimaal twee honderd dertig euro is, want dan heeft het me uiteindelijk niets gekost. In elk geval niet meer dan alleen de moeite.

 

 

 

Jacob H.