Wat er zoal voorbij komt….

 

 

 

Snuffelmarkt (1)


Soms wordt het de hoogste tijd om eens kritisch naar je bezittingen te kijken en vooral naar datgene wat door de tijd heen is verzameld en bovendien al jarenlang staat geparkeerd op zolder of in een of ander vacant kamertje. Aan zo’n moment moet je toe zijn en ik had een paar weken geleden zo’n moment.

Onder het motto “wat een jaar niet is gebruikt, dat kan weg” ben ik deze “opruimactie” ingegaan.
Na bijna een volledige dag sorteren, overwegen, terugzetten, weer opnieuw pakken, heroverwegen, alsnog afschrijven resteerde er uiteindelijk een aanzienlijke verzameling van tamelijk overbodig bezit, eigenlijk gewoon een grote partij ballast. Nou ja, bij wijze van spreken dan, want op de keper beschouwd heeft een behoorlijk deel van deze bonte verzameling nog wel een zekere waarde, al is het dan alleen maar gevoelswaarde. Om maar eens wat te noemen, een aantal elpees uit de tijd dat mijn haardracht veelbelovend was en vooral weelderig en ruig, dit tot grote ergernis van mijn oudelui. Een bloempot, gekregen van een vrijgezelle tante. Nooit gebruikt, de bloempot dan bedoel ik. Een groot aantal boeken uit mijn kindertijd en zelfs nog van ver daarvoor. Ze zullen wel geschonken zijn door mensen die ook op een gegeven moment hun zolder hebben opgeruimd. De vergeelde bladzijdes, met daarop dikke zwarte letters in een achterhaalde zinsopbouw en vergane grammatica bevestigen mijn vermoeden dat ik hier te maken heb met kinderliteratuur van ruim voor mijn tijd. Het gaat te ver om te veronderstellen dat deze “geschriften” nog vóór het kinderwetje van Van Houten dateren, maar dat het om oud spul gaat is klip en klaar. Waarschijnlijk zijn deze belezen, maar vooral belegen boeken als verstekelingen mee gelift in de verhuisdoos, die ik indertijd van thuis mee heb gekregen onder het motto “dit is allemaal van jou” onderstreept met de opmerking “ allemaal dingen uit jouw jeugd”.
Vervolgens vind ik nog zo’n zelfde doos met daarin een stapel tijdschriften. Bij het zien van “De Panorama” en de “Katholieke Illustratie” en de “Revue” denk ik terug aan het verre verleden. Ik kan niet anders. Ik meen mij te kunnen herinneren dat de “Katholieke Illustratie” en “De Panorama” en “Revue” nou niet bepaald bladen waren die samen gezellig in de lectuurmand te vinden waren. In elk geval zeker niet in dezelfde lectuurmand. Ik herinner me in elk geval van de Panorama’s de voorpagina’s met afbeeldingen van rondborstige wulpse dames, in een voor die tijd gedurfde poses. De keuze van de kleding liet veel ruimte over om te fantaseren en prikkelde in ieder geval de zintuigen. Dit soort plaatjes zal mij als opgroeiende aspirant-puber ongetwijfeld ook hebben verleidt tot bovenmatige ongeremde fantasieën. Dat kan bijna niet anders. Enfin, niet dat ik me dat nu voor de geest kan halen, hooguit misschien dan die ene keer dat ik per toeval een schitterende prent onder ogen kreeg van BB. Brigitte Bardot, voor degenen die iets gemist hebben. Het was zomaar op een namiddag, net na schooltijd. Ik kwam thuis uit school en mijn moeder had een glas aanmaaklimonade voor mij klaar staan met daarbij een gevulde koek. Daar lag ze, naast mijn Donald Duck…  ik bedoel natuurlijk de Panorama met daarop die hartverwarmende  afbeelding van die struise Franse mademoiselle. Die blik… die ogen, dat lijf… die… nou ja, alles eigenlijk.
‘Je Donald Duck ligt op tafel,’ riep mijn moeder vanuit de keuken. ‘Ik kom zo, nog even de spruitjes in de pan doen.’
“Nog even de spruitjes in de pan doen…!”, hoe ontluisterend kan zo’n mededeling zijn, net op het moment dat je helemaal in trance bent, of in ieder geval met je gedachten in hogere sferen bivakkeert. Niet dat ik er al van alles van wist, maar dankzij mijn vriendjes, die een paar jaar ouder waren dan ik, kwam het een en ander wel eens ter sprake. Het ging er soms over… over “het”. Zo was er bijvoorbeeld John. Die had drie oudere zussen en zijn gezinssituatie was totaal anders dan bij ons. Het was daar een tamelijk vrijzinnig boel en dankzij die oudere zussen was John helemaal bij de tijd. Zussen die regelmatig naar popconcerten gingen zoals bijvoorbeeld in het Kralingse Bos. We keken met ons allen tegen John op, hij boeide ons met zijn verhalen en daar genoot hij van. Maar goed, ik kreeg er dus soms wel wat van mee, al was het niet zo dat ik het allemaal ook kon plaatsen.
Donald staarde mij aan en het leek wel of hij op het punt stond zijn kwakkel te openen om mij daarna vervolgens te ontnuchteren met een Kwik, Kwak Kwekverhaal.
‘Heb je mij gehoord?’ vroeg mijn moeder.
‘Ja hoor,’ antwoordde ik terwijl ik als een cobra gefixeerd naar de ronde vormen staarde van BB. Ik had werkelijk geen idee waarom mijn moeder mij vroeg of ik haar had gehoord. Ik had niet de indruk dat ze iets gezegd had, behalve dan iets over spruitjes of zo.
Even later kwam ze de huiskamer binnen en ik voelde dat ik kleurde. Ik voelde me betrapt, maar achteloos schoof ze de Panorama die voor mij lag aan de kant, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
‘Stond er nog wat in?’ vroeg ze.
‘Uh, ik heb er nog niet ingekeken,’ antwoordde ik onzeker.
‘Best een leuk blad toch,’ zei ze en ze wees naar de Donald Duck.
Ik knikte en was blij dat ze de Donald Duck bedoelde.
Mijn moeder liet het erbij, tenminste dat dacht ik.
Even later pakte ze de Panorama en legde ze het tijdschrift op het tafeltje dat naast de stoel van mijn vader stond. Daarop stond een asbak met daarnaast een aansteker en een doosje met kleine sigaartjes, die hij steevast “sprietjes” noemde.
‘Zo, dan heeft papa vanavond ook weer iets om te lezen,’ zei ze. ‘Hij was een beetje uitgekeken op de Illustratie. Nou maar even afwachten wat hij hier van vindt. Het is een proefabonnement. De eerste zes weken gratis, daarna kunnen we nog kijken.’
Ik wilde mijn moeder geruststellen en haar vooral overtuigen dat mijn vader hier zeker wel mee in zijn nopjes zou zijn, maar ik besloot op het laatste moment dit maar na te laten. Ik zou mezelf immers blootgeven en hiermee openlijk verklaren dat ik in ieder geval de voorplaat met grote belangstelling had bestudeerd.
De ronde vormen van BB kon ik maar niet uit mijn gedachte krijgen en ik was verheugd, bijna opgewonden over het feit dat bij mij thuis “de Katholieke Illustratie” het loodje had gelegd ten gunste van de Panorama. Het was in elk geval iets om wekelijks naar uit te kijken. Het feit dat mijn vader zich nu blijkbaar ging verdiepen in tijdschriften van een heel ander allooi dan de Katholieke Illustratie moest ik wel even verwerken. Ik had het eigenlijk niet van hem gedacht noch verwacht.
Overigens bracht de bladenman na een paar weken elke donderdag de leesmap met daarin onder andere “De Lach” en “Der Neue Revue”.

Ik rommel nog wat in de doos met de oude tijdschriften en ik hoop dat het exemplaar met daarop de stralende BB zich nog tussen deze verzameling zal bevinden. En soms heeft een mens geluk, heel veel geluk. Bijna helemaal de bodem zie ik haar. De wulpse BB uit mijn jeugdjaren. Ik probeer het beeld, maar vooral ook het gevoel van toen terug te halen, maar ik kom al snel tot de conclusie dat dit volkomen zinloos is. Toen was toen en nu is nu. Zo simpel is het nog eenmaal. Wat mij toen min of meer van mijn stuk bracht, veroorzaakt nu niet veel meer dan een vluchtige frons. Niet om BB, maar vooral ook door dat “deja-vu”-moment, maar nog meer door de verbazing dat deze plaat indertijd zoveel indruk op mij heeft gemaakt. Enfin, er valt niets meer te fantaseren, alles is zoals het is. Ik leg de Panorama daarom maar weer terug in de doos.
‘Goed voor de snuffelmarkt,’ mompel ik.
Misschien dat er nog iemand blij mee is te maken. Er zal nog wel ergens een verzamelaar van oude tijdschriften zijn die hier plezier aan kan beleven en daarbij ook nog ruimte op zijn zolder of elders in zijn huis heeft. Ik ben er in elk geval klaar mee en de volgende geparkeerde verhuisdoos, met daarop in grote zwarte letters “ZOLDER” wacht al op me. 


Jacob H.