Henneman

 

Stel… Henneman neemt stelling(museum)


 

Stel… jij bent directeur of zoals je wilt directrice van een leuk en aantrekkelijk museum. Leuk… omdat mensen dat vinden en aantrekkelijk omdat “vakgenoten” met lof en eerbied spreken over de mooie exposities en leerzame programma’s van jouw museum. Je hebt iets te bieden volgens velen. Het is jouw museum, met medewerkers en medewerksters die vooral hun uiterste best doen en zich met hart en ziel voor het museum inzetten. Dus eigenlijk alleen maar positieve geluiden. Op een kleinigheidje na dan… want een museum in stand houden kost nou eenmaal geld.

Zonder geld, geen museum. Het klinkt bijna banaal. Zonder geld geen cultuur. De zwart-wit vertaling…?Niks is de moeite waard om te bewaren als het geen geld genereert en zeker niet als het geld kost…
Weg met “de Nachtwacht”, weg met oude stadgezichten. Overschilderen die van Gogh ’s. Het kost alleen maar en brengt niets. Een weldenkend mens vraagt zich af waar het mis is gegaan. Wat er wordt beoogd door de landelijke en ook plaatselijke politiek? Of wordt er niets beoogd, maar is het helaas niet meer dan een ordinaire bezuiniging, een actie zonder ook maar een greintje visie. Ook jij vraagt je dat af. Je hebt er voor gestudeerd om de nagelaten kunstwerken op waarde te kunnen schatten en te waken over de feitelijke bewijzen van wat we ooit zijn geweest en hoe we ooit hebben gedacht. Zonder de musea zouden we ons nu nog amper een voorstelling kunnen maken waarom het zo mis is gegaan in Wereldoorlog nummertje Twee, wat er gebeurde in de Gouden Eeuw en hoe het leven was in de tijden van Romeinen en Grieken. Wat er zich afspeelde in de oertijd. Hoe de eerste boeken zijn ontstaan en wanneer de eerste stoommachine op gang kwam. Hoe, waarom en wanneer Rembrandt zijn schilderijen heeft gemaakt en waarom Leonardo da Vinci zo belangrijk is geweest voor de bouwkunst.
Maar ja, het is eenentwintigste eeuw en onder druk van een economische malaise wordt blijkbaar alles over boord gekieperd. Ballast of niet. Waardevol of waardeloos. Alsof het allemaal van geen of minder belang is. Het enige wat blijkbaar nog “kunst” en “cultuur” is,  zijn de optel- en aftreksommen van rekenmeesters en vage toekomstkijkers die hun rapporten en prognoses publiceren met in de kantlijn een felgeel gemarkeerd €-teken, een verwijzing naar wat het allemaal wel niet kost. Volgens hen is er maar één uitweg voor onze hele cultuurverzameling. Musea moeten hun eigen broek op kunnen houden…  Dus dat wordt een duidelijke koers… van museum naar cultureel pretpark.

 

Gezellig met de kids op de zondagmiddag naar het museum. Pijltjes gooien op een Rembrandt… welleswaar is het een nepperd, maar toch. De eerste kennismaking met of moet ik zeggen de eerste bewustwording  van het werk van genoemd fenomeen. In de speelhal staan paintballmachines waar je een eigen kunstwerk kunt painten en even verderop is het klei- en knutselhoekje waar een cursus wordt gegeven in het maken van origineel Chinees aardewerk. Geheel in de Ming-stijl. Hoe trots is kleine Els als ze haar eerste Ming-kommetje aan haar moeder komt laten zien. De frituur die in een van de expositieruimtes is geplaatst en waarvoor een aantal schilderstukken en beelden hebben moeten wijken, maakt overuren. De  kroketten en frikadellen  vliegen samen met de gebruikelijke warme broodjes over de toonbank. De lege colablikjes en ingedeukte petflesjes  in de overvolle afvalbak geven aan dat de belangstelling overweldigend is. Uh, in elk geval voor de drankjes en de snacks.  Kleine Frans heeft zijn mayonaise-vingers aan een hardstenen sculptuur  van een onbekende kunstenaar afgeveegd. Zijn moeder probeert met een tissue de vettige substantie te verwijderen en het beeld knapt er zichtbaar van op. Het ziet er in elk geval minder stoffig uit volgens een andere mevrouw die het een en ander met overmatige belangstelling heeft gevolgd. Een “Mondriaan” heeft er een extra dimensie bijgekregen dankzij de creatieve uitspatting van Erikje, die met een viltstift hier en daar wat roze accenten heeft toegevoegd.  Zijn moeder kleurt rood en probeert de daad van kleine Erik te bagatelliseren.  ‘Hij wil zich zo graag uiten… dat doet hij thuis ook zo vaak. Vorige week zelfs nog op ons nieuwe behang… Hij is een en al creativiteit… Hij is volgens ons, mijn man en ik, de nieuwe Appel. Let op mijn woorden.’
Er zijn twee glazen met bier omgevallen op het terras. De medewerkster die zich een jaar geleden nog bezig hield met educatieve programma’s voor basisscholen haast zich nu met emmer en dweil naar de plaats des onheils. Onderweg wordt ze aangesproken door een oudere man die klaagt dat er zo niet veel meer aan is. Zo’n museumbezoekje is op deze manier niet echt een feest voor de echte liefhebber. De medewerkster zegt dat ze het kan begrijpen, maar dat het helaas niet anders is en verontschuldigt zich omdat ze weer snel verder moet. Het bieraccident wacht op haar oplossend uh… opruimend vermogen. De topveertigmuziek galmt uit de speakers  die overal in het  museum zijn opgehangen om zodoende de sfeer wat eigentijdser te maken en de bezoeker vooral een fijn fun-gevoel te geven. Een en ander conform de adviezen van de zoveelste onderzoekscommissie van het ministerie van Bezuiniging. Gelukkig is de investering die de aanschaf van geluidsboxen toch is voor zo’n museum voor bijna de helft aftrekbaar van de belasting.

 

En dan is het bijna 2025. De meeste musea zijn ten onder gegaan aan hun eigen succes. Overal in het land staan vervallen draaimolens en leeggelopen springkussens. De mensen zijn er op uitgekeken en zoeken elders vertier. Verweerde terrastafels en idem dito stoelen vertellen het verhaal van deze totale ontluistering. Het resultaat van een beleid zonder beleid.
Maar er is goed nieuws. Er is weer een minister voor cultuur benoemd, een achterneef van de premier van het kabinet dat indertijd zo’n voorstander was van de liberalisering  van onze cultuurinstituten. Deze minister heeft aan zijn ambtenaren de opdracht gegeven om op zoek te gaan naar de restanten… naar datgene wat er nog over is van onze cultuur. Gemeentelijke overheden bepalen niet langer meer het beleid. Het wordt weer als een nationaal belang gezien. In souterrains en kelders is gelukkig dankzij de liefdevolle zorg en vasthoudendheid van ex-museumdirecteuren en directrices het meeste erfgoed goed geconserveerd gebleven.  Deze redders van onze cultuur hebben nog voordat ze werden vervangen door koele kille managers deze kostbaarheden in veiligheid weten te brengen. Dankzij hen is er nog een kans. Volgens een onderzoekscommissie ingesteld door deze minister van cultuur is het van eminent belang om de draad weer snel op te pakken. De nieuwe generaties moeten een kans krijgen om kennis te kunnen maken met wat eens is geweest. Deze kennis, onontbeerlijk om de toekomst te kunnen begrijpen mag de komende generaties niet worden onthouden, ergo nooit en te nimmer meer worden ontnomen. Zo is de nieuwe regelgeving. Basta.
Er is weer hoop voor de musea en in de spiegel van het verleden gloort door het venster de toekomst.
De Beeldenstorm is voorbij, de tegenwind is gaan liggen en mensen gaan voor het fun-gevoel weer gewoon naar de Efteling en Ponypark Slagharen of gewoon eens per jaar naar de plaatselijke kermis. En van elk verkocht kaartje gaat een duppie naar het spaarfonds van de musea, waarvan de toegang voor iedereen, oud en jong, allochtoon of autochtoon, christen of islamiet, blank of donker of wat dan ook, gratis is. Cultuur is tenslotte voor en van iedereen.


Jacob Henneman

 

 

DIT WAS DE 104e HENNEMAN...