Henneman

 

Het hondje van de buurvrouw (10)


Het gaat weer een stuk beter met Micky. Hij is bijna weer helemaal de oude. Nog een paar weken en dan is zijn bazinnetje weer terug uit het verre Australië. We hebben, zijn bazinnetje en ik bedoel ik, deze week nog maar eens een keer geskypt. Buurvrouw ziet er goed uit. Ze oogt heel ontspannen en ze zegt dat ze het prima naar de zin heeft. Maar ze vertelde ook dat ze zich er wel weer op verheugd om weer thuis te kunnen zijn. Ze wist me ook nog te vertellen, nadat ik haar op de hoogte had gebracht over het tijdelijk ongemak dat Micky was overkomen, dat ze om economische redenen van brok was veranderd. De brokken, die blijkbaar de oorzaak waren van Micky ’s darmprobleem waren een stuk goedkoper en ze vond het teleurstellend dat haar lieveling er blijkbaar niet zo goed op reageerde. Ik stelde haar gerust en ik liet haar weten dat ik ondertussen vervangende hondenbrokjes voor Micky had aangeschaft. Toen ik haar het merk noemde hoorde ik vanuit Australië, ‘tjeetje Jacob, dat zijn toch die hele dure…?’
Ik moest toegeven dat dat spul niet goedkoop was. Volgens de juffrouw van de dierenspeciaalzaak was het de top of the bill. De hond zou mij er dankbaar voor zijn en bovendien had hij er ook niet zoveel van nodig. De samenstelling was zodanig dat zelfs bij een geringe hoeveelheid de hond alles kreeg wat nodig was.
‘Bovendien meneer, het scheelt ook weer in de hoeveelheid hondenpoep. Want wat er niet in gaat, komt er tenslotte ook niet uit,’ zei ze op zo’n uiterst charmante wijze, waardoor het niet smerig of vies klonk. Ik vroeg hoeveel hij mocht hebben.
‘Hoe zwaar is uw hond meneer?’
Ik had echt geen idee.
‘Ik denk zo rond de vijftien kilo…’ schatte ik.
‘Dan is tweemaal daags twee handjes genoeg.’
‘Grote of kleine?’ vroeg ik.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Grote of kleine handen?’ zei ik en ter illustratie liet ik mijn handen zien.
De juffrouw keek me aan en ze was een beetje verlegen met de situatie. Tenminste zo leek het.
‘Nou gewoon… eh twee handen, nou gewoon dat zijn bakje gevuld is. De juiste hoeveelheid staat trouwens ook op de achterkant van de verpakking.’
Ik zag er van af om te vragen of de afmeting van het bakje ook nog een rol speelde.
Nadat ik had afgerekend en met mijn zak hondenvoer op weg was naar huis, kwam ik Willem Jansen tegen. We hebben vroeger bij elkaar in de straat gewoond en zo af en toe komen we elkaar nog wel eens tegen.
‘Hé Jacob, hoe gaat het met jou. Tijdje niet gezien,’ was zijn uiterst spontane begroeting.
‘Ha die Willem. Dat is inderdaad al weer even geleden.’
‘Zeg dat wel. Ik ben voor een half jaar naar Australië geweest. Naar familie. Mooi land Jacob. We hebben heel veel gezien. Ik heb van alles gefilmd en dat is ook het mooie van dat moderne spul van tegenwoordig, als het niks is dan delete je het gewoon. Maar goed, al met al heb ik er toch wel een dikke drie uur aan mooie opnames aan overgehouden. Als je een keer zin hebt…?’
Ik zag het helemaal voor me. Een ruim drie uur durende aaneenschakeling van vakantieavonturen, met natuurlijk een zeer persoonlijk tintje, met een volop nagenietende Willem en ik verveelt toekijkend en vechtend om niet in slaap te vallen.
‘Leuk, bedankt, maar…’
‘Mooi man. Wanneer zullen we afspreken?’
‘Willem, je moet me niet verkeerd begrijpen hoor, maar het ligt wat moeilijk,’ en ik wees naar de zak met hondenbrokken.
‘Mijn hond voelt zich de laatste weken niet zo lekker. Ik hoop dat ik hem met deze speciale brokken weer aan het eten krijg. De situatie is vrij zorgelijk, dus je zult wel kunnen begrijpen…ik laat hem onder deze omstandigheden niet zo graag alleen.’
Willem keek me vragend aan.
‘Maar hij is nu toch ook alleen?’ zei hij.
‘Jawel, maar dat is maar eventjes. Dat kan hij wel, maar echt hele avonden…’
‘Dan breng je hem toch mee.’
Willem wist niet van ophouden.
‘Dat lijkt me niet zo verstandig. Hij kan het soms niet binnen houden.’
‘Zijn eten?’
‘Ja en zijn uh… poep en zo.’
‘En zo?’
Dat had ik altijd al irritant aan Willem gevonden. Dat steeds maar doorvragen. Nooit eens genoegen nemen met dat ene simpele antwoord.
‘Och, je weet wel. Als ze alles laten lopen, dan…’
‘Ja, oud worden is niets. Neem nou mijn tante. Die is bijna vijfennegentig en die laat ook alles maar gaan. Gelukkig hebben ze daar een soort luiers voor. Die zijn er zeker niet voor honden?’
‘Geen idee Willem,’ antwoordde ik. ‘Maar ik moet nu echt verder anders…’
‘Zeker, ik begrijp het. Jammer, maar we zien elkaar vast nog wel. Meestal duurt het niet lang meer als ze alles laten lopen. Dat zei de arts ook al over mijn tante. Het is nu maar even afwachten. Nou sterkte dan maar.’
Toen ik thuis kwam heeft Micky wat extra brokjes van mij gekregen. Ik was zo blij met hem, ook al omdat hij zonder dat hij er weet van had, hij voor mij de perfecte smoes was geweest om de lezing over de vakantieperikelen van Willem Jansen te kunnen ontlopen.
Ik krijg net een mailtje van buurvrouw met een paar vakantiefoto’s uit Australië
‘Hierbij alvast een voorproefje. De rest laat ik wel zien als ik weer thuis ben,’ stond er bij. 
 

  
 

Jacob Henneman