Henneman

 

Het hondje van de buurvrouw (9)

 

 

Micky lag vanmorgen nog in zijn mand. Meestal is hij al vroeg in de ochtend hyperactief, maar vanmorgen leek hij er niet zo veel zin in te hebben. Hij keek me wat mismoedig aan en ik maakte me eigenlijk wel een beetje zorgen.
‘Ben je soms een beetje ziekjes?’ vroeg ik, terwijl ik hem over zijn kop aaide. Ik realiseerde me direct dat ik wel aardig aan het doorslaan was. Het was maar goed dat er geen getuigen waren van mijn ietwat infantiele benadering van de kleine viervoeter van mijn buurvrouw. Micky vond dat blijkbaar ook en draaide zijn kop van me weg, zuchtte eens diep en rolde zich weer op in zijn mand. Dit gedrag stelde mij absoluut niet gerust.
Ik vroeg me af of hij een aanval van heimwee zou kunnen hebben of dat hij misschien iets verkeerds gegeten had. Maar zover ik me kon herinneren had hij niets anders geconsumeerd dan datgene wat buurvrouw in een oversized koekblik voor hem had achtergelaten. Een soort brokjes in allerlei vormen en kleurtjes. Niet dat hij er gek op was, maar hij at zijn bakje in elk geval met grote regelmaat leeg. Tot op het laatste stukje. Natuurlijk, hij was gisteren nat geworden toen we door een onverwachte plensbui werden overvallen, maar dat was ik ook en ik was vanmorgen vrolijk op gestaan. Geen centje last.
‘Kom Micky, je moet wat eten, in ieder geval wat drinken,’ zei ik toen ik zijn beide bakjes gevuld had. Een met water en het andere met de kleurrijke hondenbrokjes.
De hond liet het aan zich voorbij gaan. Niets wees er op dat hij van plan was om zijn mand te verlaten. Ik pakte een schijfje boterhamworst uit de koelkast en deze lekkernij had heel even de belangstelling van Micky. Buurvrouw had mij gemeld dat haar hondje gek was op boterhamworst. Hij mocht af en toe wel een schijfje hebben, maar niet te veel. Dat was de boodschap, aangevuld met de opmerking dat dit eigenlijk niet zo goed was voor hondjes. Normaliter haal ik geen boterhamworst in huis. Ik hou er niet zo van. Af en toe wat slagersachterham, dat is het enige wat ik wel lekker vind. En sporadisch een onsje cervelaatworst. Maar dat is het. Ik heb dan ook speciaal voor Micky een pakje boterhamworst uit de supermarkt meegenomen. Als traktatie voor de momenten waarop het gedrag van Micky mij aanleiding geeft om hem daarvoor te belonen. Nou was zijn gelatenheid nou niet bepaald het gedrag dat om beloning vroeg, maar ik hoopte dat hij zich hiermee zou herpakken en weer zijn normale gedragingen zou hervatten. Micky snuffelde aan het schijfje vleeswaar en keek er naar of dat ik hem zojuist iets verschrikkelijks smerigs had voorgezet. Ik begon me nu ernstig zorgen te maken. Als het zo bleef dan zat er niets anders op dan de dierenarts te bellen. Stel je voor dat er tijdens de afwezigheid van buurvrouw iets met Micky zou gebeuren. Ze had haar lieveling in goed vertrouwen in bewaring gegeven en nu leek het er op dat dit vertrouwen onterecht was. Nergens op gebaseerd. Het leek er op dat Micky niet van plan was om de volle acht weken met mij uit te zitten en de gedachten aan zijn naderende einde veroorzaakte een heftige reactie van mijn zweetklieren. Het maakte me tamelijk onrustig.

‘Met dierenartspraktijk Verburg, met Alice,’ hoorde ik een vriendelijke stem aan de andere kant van de lijn zeggen. ‘Wat kan ik voor u doen?’
‘Dag mevrouw. Goede morgen. Met Henneman. Ik pas op de hond van de buurvrouw. En die voelt zich niet zo lekker.’
‘Uw buurvrouw…? Of hoe bedoelt u?’
‘Het hondje mevrouw.’
‘En wat zijn de symptomen?’
‘Hij blijft maar wat liggen. Hij reageert zelfs niet op een schijfje boterhamworst.’
‘Dat is ook niet zo goed voor hondjes meneer Henneman.’
‘Hij heeft dat ook niet van mij gekregen mevrouw. Ik probeerde het alleen maar.’
‘Dus u hield hem een worst voor…’ zei ze met een lach. Ze voegde er direct aan toe, ‘sorry, ik kon het even niet laten. Het was ook zo’n inkoppertje.’
‘Geeft niets mevrouw. Ik kan het hebben.’
‘Maar goed meneer Henneman, wat is het probleem? Eet en drinkt uw hond wel?’
‘Uh, nee… eigenlijk niet zoals anders.’
‘Misschien dat u dan maar even naar de praktijk moet komen. Het is wat moeilijk om het per telefoon goed te kunnen beoordelen. Dan kunnen we er even naar kijken. Schikt het vanmiddag om half twee?’
Ik zei dat dit goed was.

En daar zit ik dan. Ik de wachtruimte van dierenartspraktijk Verburg. Gespannen, om wat er komen gaat. Micky en ik zijn hier al eens vaker geweest. We hebben ons gemeld aan de balie en de vriendelijke juffrouw heeft ons toegezegd dat de dierenarts ons zo zal roepen. Ze heeft niets te veel gezegd.
In de deuropening staat een mooie blonde dame die zegt dat we aan de beurt zijn. Micky en ik.
Ik draag hem naar binnen en Micky wordt op een tafel gelegd. Ik stel mezelf en mijn hondje voor.
‘En wat zijn ook zijn alweer de problemen van Micky meneer Henneman.’
Ik leg het nog een keer uit en beschrijf uitvoerig mijn bevindingen. Ik laat overigens wel het schijfje boterhamworst weg uit mijn betoog.
‘Oh ja, ik had u vanmorgen aan de lijn. Nogmaals sorry, maar ik was een beetje melig. Ik ben gisteren tot laat in de avond bezig geweest en ik moest er vannacht ook nog uit voor een stuitligging. Van slapen is niet veel meer gekomen. ’
‘U doet ook bevallingen?’ vraag ik belangstellend.
‘Alleen van beestjes meneer Henneman. Van bevallingen van mensen heb ik niet zoveel verstand. Ieder zijn vak.’
Ondertussen drukt ze op de buik van Micky. Er klinkt een harde scheet door de behandelkamer.
De geur is onaangenaam penetrant en eigenlijk schaam ik me voor Micky.
‘Sorry,’ zeg ik.
Alice kijkt mij aan en zegt met een lach, ‘oh ik dacht even dat het uw hondje was.’
Ik reageer wat schaapachtig met, ‘maar dan nog.’
Zij reageert niet op mijn opmerking en ze voelt nog maar eens aan het buikje van Micky.
‘Dat zat hem kennelijk dwars. Hij heeft wat last van winderigheid. Wat voor brokken geeft u hem?
‘Gekleurde brokken. Ik heb eigenlijk geen idee. De buurvrouw heeft ze aan mij gegeven.’
Ze knikt en ze noemt mij een ander merk hondenvoer.
‘Probeert u dat maar eens, dan zal het wel zo over zijn. Mocht dat niet het geval zijn, dan zie ik Micky graag nog even terug,’ zegt ze.
Ik neem afscheid en vijfendertig euro armer ga ik naar huis. En dan zo meteen nog even naar de dierenwinkel voor andere brokken.


  
 
 

Jacob Henneman