1.  

Henneman of Heijmans  

 

Jos  Heijmans     BLUES

Afgelopen weekend was Grolloo “the place to be” tenminste als je een beetje in de blues zit of er in elk geval plezier aan beleeft. Het groots opgezette festival Holland International Blues Festival liet niets te wensen over. Sommige blues-liefhebbers hadden het wat liever kleiner van omvang gezien, maar over het algemeen werd er volop genoten van het aangeboden programma, of beter “the line-up” want dat klinkt op de een of andere manier toch beter en vooral ook professioneler.
Grolloo heet nu opeens Blues Village, beetje raar misschien in het Drentse, maar eigenlijk ook wel een beetje terecht. In Grolloo is het immers begonnen. Harry “Cuby” Muskee en zijn maten vertolkten de lamlendigheid van Drenthe in hun muziek. Niet dat Drenthe een lamlendige provincie is, maar dat is wat men er van heeft gemaakt. Niet de Drentenaren zelf, nee de betweters uit het ontwikkelde westen, de notabelen en bestuurders in hun Haagse herenhuizen. Die vonden Drenthe eigenlijk maar niks. Turfstekertjes en kneuterboertjes met een raar taaltje.
Drenthe is de bakermat van de Nederblues… Drenthe met al haar schoonheid, met haar kneuterige boerderijtjes, afgewisseld met statige bijna on-Nederlandse bospartijen en heidevelden. Drenthe is prachtig, en misschien is dat wel zo gebleven dankzij het kneuterige en lamlendige imago dat de provincie in het begin van de vorige eeuw werd toebedeeld en waar men tot ver in de vorige eeuw mee door is gegaan. Drenthe is vooral oprecht en eerlijk. “What you see is what you get”. En dat is de blues ook, want de musicerende mannen en vrouwen spelen met hun hart en ziel die paar akkoorden, die de blues rijk is. De belabberde omstandigheden van de donkere Amerikaanse bevolking door de eeuwen heen hoor je er in terug en de muziek verhaalt meestal over drank, verkeerd begrepen liefde, zielenpijn en ontrouw. Kortom, een hele boel kommer en kwel.
Ik realiseerde me op het festival dat het meer dan een halve eeuw geleden is, dat ik van mijn zuurverdiende centen de elpee Desolation kocht, van Cuby and the Blizzards. Ik heb ‘m grijs gedraaid in mijn kleine slaapkamer op mijn stereoplatenspelertje van de Keurkoop. Tjonge wat een feest en wat een depressies. Hoboblues… Five Long Years… Gin House Blues, en Just For Fun. Drenthe in een Brabants slaapkamertje met een jochie van amper veertien, net aan het puberen. Het was even een déja-vu momentje daar in Grolloo, omringt door een hele massa zestigers, die net als ik de blues door de jaren heen trouw zijn gebleven. Hier en daar zelfs een verdwaalde vijftiger of zelfs jonger, maar het gros ging toch richting pensioen of had dit al bereikt. Weinig jongeren, de blues is blijkbaar niet hun ding.
Sterft de blues dan helemaal uit? Nee, dat geloof ik niet. Het succes van het festival bewijst dat er nog hoop is. Johan Derksen heeft beloofd dat er tenminste nog vier edities volgen.
En de mensen in Grolloo zelf? Wat zou men daar vinden van hun nieuwe status al Blues Village van Europa? Grolloo… hoeveel mensen wonen er? Misschien zo’n zevenhonderd of zo. En dan staan er plotseling een dikke tienduizend mannen en vrouwen in de kern van zo’n dorpje. Zomaar op een vrijdag en zaterdag, begin juni. Dan is er niets meer Drents aan Grolloo, dan is het een groot festivalterrein, tegen wil en dank. Dan is het een kwestie zoals men in Duitsland wel zegt… “jetzt geht es los… los die Krüge hoch”. Arm Grolloo, arme Cuby… want ik vraag me oprecht af of dit wel zo bij hem hoort. Blues in café Hofsteenge is niet te vergelijken met de blues op zo’n groots opgezet festival, ondanks de klasse line-up en de tomeloze inzet van Ana Popovic, Beth Hart en Bonnie Riatt, zonder overigens iemand anders te kort te willen doen. Stuk voor stuk, man voor man, vrouw voor vrouw, ze gingen tot aan het gaatje. En zo hoort het, want dat is de pure blues…
En toch als ik naar Hobo Blues of Five Long Years luister, waarin Harry met zijn maten Gelling, Waterman, Middel en Kinds  zo’n dikke vijftig jaar geleden Nederland kennis liet maken met blues van eigen bodem, zo rechtstreeks vanaf de turfgrond van Drenthe, dan maakt de twijfel zich van mij meester. Dan is Grolloo niet mijn Blues Village, maar verlang ik terug naar het “oude“ Grolloo van Cuby & the Blizzards en geniet ik weer volop van “Somebody Will Know Someday”, voor mij nog steeds “het nummer” van de elpee “Groeten uit Grolloo”, met op de hoes een plaggenhut en een paar schapen en de band zelf. Dan denk ik weer terug aan die pionier uit Drenthe, die gewoon muziek wilde maken omdat het zo voelde, en tegen wil en dank, wat de platenbazen ook zeiden, of wat de dorpsdominee er ook van vond “stief” bleef doorgaan met zijn blues, zijn eigengereide Drentse Blues, puur en pretentieloos, maar oh… zo wonderschoon. Cuby forerver.
En mocht er iemand zo maar een paar dagen naar Drenthe willen, dan hierbij een aanrader, Bed&Breakfast in Orvelte, in de Burgstraat op nummer 1,  met stip.

 

 Jos Heijmans