1.  

Henneman of Heijmans  

 

Jos  Heijmans     WEER

 


Het is vandaag een mooie dag geweest. Ik heb heerlijk in de zon gezeten, weliswaar in een windstil hoekje achter in de tuin, maar hoe dan ook, ik heb genoten. En nu maar hopen dat het voorjaar bereid is om er iets van te gaan maken. Ik heb de indruk dat dit de laatste jaren vrij teleurstellend verlopen is, maar ik kan me vergissen. Ik ga puur op mijn gevoel af en niet op de feiten. En soms is dat niet zo verstandig, maar meestal wel. Tenminste…
Vorig jaar werd er ook zo maar ineens zo’n mooie zonnige dag voorspeld, het zal rond dezelfde tijd zijn geweest. Een goed moment om de fiets uit het vet te halen en met volle moed de lanen in en de paden op te gaan. De vooruitzichten gaven daar immers alle aanleiding toe. Een kleine week eerder had men ook zo’n zonnige dag beloofd, maar toen bleek het achteraf behoorlijk tegen te vallen. Sterker, het bleek een van de koudste voorjaarsdagen van de laatste jaren te zijn geweest. Ik had er geen last van, want ik had op basis van mijn inschattingsvermogen deze dag al lezend in een spannende roman aan mij voorbij had laten gaan. Maar nu moest het gebeuren.
Ik luister altijd in het volste vertrouwen naar de weervrouw van RTL. De transparante blik, de eerlijke oprechte uitstraling en de kordate houding overtuigen mij onvoorwaardelijk dat hier sprake is van een serieuze doortimmerde berichtgeving over het weer, dat ons iedere dag opnieuw te wachten staat. Regen, wind, zon, sneeuw, hagel, hard of zacht. Weinig, niet, nauwelijks of veel, het wordt altijd secuur en begrijpelijk op de weerkaart ingekleurd, al dan niet met frivole symbooltjes, zoals een vrolijk bliksemschichtje of een wollig blazend wolkje. Wees eerlijk, wie gelooft daar nu niet in…? En dat was ook bij mij voor de genoemde zondag niet anders.
De juffrouw van het twaalfuur-journaal had nog een handjevol dramatische gebeurtenissen de ether in geslingerd, voordat de juffrouw van het weer, met een brede glimlach aankondigde dat zij gelukkig wel wat positiefs te melden had. Hoewel mijn voorgevoel op de vroege zondagmorgen eigenlijk al zei, dat het ook nu wel eens tegen zou kunnen vallen, had ik na het aanhoren van de juffrouw van het weer al mijn twijfels resultaat aan de kant geschoven en begon ik met volle moed aan mijn voorgenomen fietstocht op mijn zorgvuldig geprepareerde fiets. Ik had de banden opgepompt en de zadelpen vastgezet. De door mij gekozen route liep door de Betuwe en het Land van Maas en Waal. Het was nog een tikkeltje te vroeg om volop te kunnen genieten van de uitsloverige, maar vooral uitbundige prachtige bloesem, die op het punt stond om de talloze fruitbomen op te gaan sieren, maar dit had geen invloed op mijn humeur. Het stralend zonnetje maakte alles goed.
“Eerst nog wat bewolking, maar daarna wordt het een heerlijke dag,’ had ze gezegd en ik had haar geloofd, op haar mooie blauwe ogen en op haar woord. Ik nam het zonder enige aarzeling van haar aan.
Het was mijn eerste fietstocht van het jaar en de spieren moesten even wennen. Ze leken te zijn vergeten, wat er van hen werd verwacht. Maar goed, oefening baart kunst, en na tien kilometer ging het al wat vlotter. Alleen het zadel en mijn zitvlak leken een onderlinge strijd aan te gaan. En dat ging ten koste van mij, dus het werd min of meer over mijn rug uitgevochten. Na vijftien kilometer was het hoog tijd geworden om even een moment van rust in te lassen. Ik had voor deze gelegenheid een thermoskan met vers gezette koffie meegenomen. De twee rijkelijke met roomboter gesmeerde krentenbollen en de Twix had ik in een moment van onoplettendheid thuis achter gelaten. Beetje dom, maar goed de koffie smaakte me prima en dat maakte veel goed, zo niet alles. Na een korte pauze, want dat zijn in mijn ogen rustpauzes van hooguit tien minuten, wandelde ik op mijn gemakje naar mijn fiets en voelde een regendruppel op mijn arm. Tenminste daar leek het op. Op zich wel raar, want de zon was nog volop aanwezig. Ik deed het af als een niemendalletje, een muggenplasje. Na weer vijf kilometer te hebben gefietst werd het dispuut tussen mijn zadel en mijn achterwerk steeds heftiger. Mijn achterwerk wenste niets meer te maken te hebben met het zadel en liet mij dat duidelijk merken. Mijn benen mopperden met mijn zitvlak mee en plotseling leek mijn totale lichaam te protesteren tegen mijn voorgenomen en al deels voltooide fietstocht. Blijkbaar had de zon het ook even gehad en verdween vrij abrupt achter een dikke grote donkergrijze wolk. Ik had hem niet aan zien komen, die grote donkergrijze wolk. Maar goed hoe dan ook, hij was er wel. Ik was ondertussen zo’n twintig kilometer van huis en logischer wijze moest ik dus ook weer dezelfde afstand afleggen voordat ik weer thuis zou zijn. Gezien de naderende weersomslag leek het mij beter om rechtsomkeer te maken. Zelfs linksomkeer zou ook nog een prima alternatief zijn geweest, in elk geval stukken beter en vooral verstandiger, dan voort te gaan op de ingeslagen weg.
De zon moest het uiteindelijk na klein kwartier definitief afleggen tegen de grote donkergrijze wolk, net zoals mijn zitvlak het uiteindelijk moest afleggen tegen mijn zadel. Ondanks de twijfel die ik op voorhand toch had, was er niets in mij geweest dat me op het idee had gebracht, dat het misschien handig zou kunnen zijn om toch rekening te houden met het eventueel plotseling opkomen van regenbuien of van welke vorm van neerslag dan ook. Ik had niets om in, noch om onder te schuilen. Ik had niets meer tot mijn beschikking dan mijn T-shirt en mijn korte broek. Dat was alles, meer had ik niet aan of bij me. Zelfs geen jas of vest.
De dijk waar ik me op bevond leek plotseling eindeloos lang en met een beetje fantasie leek hij even verder op te gaan in de Waal. De regenbui, die in de verte in alle hevigheid was losgebarsten vertroebelde mijn beeld. Met enige jaloezie heb ik medefietsers in regencapes en regenjassen langs zien komen. Ze waren ook net als ik door de bui overvallen, maar ze waren er wel op voorbereid. Ze keken mij aan en ik keek hen aan. Ze zullen wel gedacht hebben… en om eerlijk te zijn, ze hadden gelijk. En daarom is het sinds die zondag eerst zien en dan geloven. Weervrouw of geen weervrouw.

 Jos Heijmans