Henneman of Heijmans  

 

Jacob Henneman  -  TELEFOONGESPREK (1)

 

‘Meneer Henneman?’ vraagt een lieftallige damesstem aan mij, nadat ik mijn telefoon heb opgenomen.
‘Zeker,’ antwoord ik. Over het algemeen neem ik nooit op met het direct “prijsgeven” van mijn naam en beperk me meestal tot “hallo” of “ja…?” en hoewel ik me realiseer dat deze nogal onsympathieke wijze van opnemen in eerste instantie niet aan het begin staat van een inspirerend en geanimeerd gesprek, moet ik er wel meteen bij opmerken, dat ik dit alleen toepas als op het display van mijn telefoon “anoniem” is verschenen. Bekenden of bevriende bellers treed ik totaal anders tegemoet en er spat zelfs zo nu en dan een zekere jovialiteit vanaf.  Maar niet bij “anoniem”. Dan ben ik een ander mens, en bovendien waarom zou ik mijn identiteit prijsgeven, zeker als de tegenpartij blijkbaar ook niet wil dat ik weet wie er belt. Althans niet op voorhand. Maar goed, dat is allemaal onzin natuurlijk, want de beller weet maar al te goed, wie hij aan de lijn wil hebben. Daarom kiest hij/zij immers mijn nummer.
Dus op mijn “hallo’ of “ja” is het logisch dat de beller, of in dit geval de belster, even wil checken of ze inderdaad de gewenste persoon te pakken heeft gekregen. De belster begroet me nogal uitbundig nadat ik op haar vraag “Meneer Henneman?” bevestigend heb gereageerd door “zeker” te zeggen.
Enfin, de lieftallige damesstem wenst mij uitgebreid een goede middag toe en vraagt daarna of ik even tijd voor haar heb. De manier waarop ze dit vraagt doet mij besluiten om ‘ja” te zeggen, maar ik maak daar wel nadrukkelijk het voorbehoud bij dat ik op voorhand wel wil weten waar het over gaat.
‘Wij hebben in ons bestand gezien dat u inmiddels al tien jaar lid bent,’ zegt ze. ‘En trouwe leden zoals u  verdienen het om even in het zonnetje te worden gezet.’
Ik probeer me een voorstelling te maken van hetgeen ik blijkbaar heb “verdiend” door jarenlang, overigens zonder enig resultaat, maandelijks mee te doen met de loterij, namens wie de jonge dame mij blijkbaar belt.
‘Meneer Henneman, tien jaar is een mooie tijd en daarom meneer Henneman willen wij u verrassen.’
Ik probeer me te concentreren op het gesprek, maar ik betrap mezelf er op dat ik de autosleutels van een mooie gezellig en vooral gloednieuwe middenklasser in mijn hand voel branden, zeker als de juffrouw aan de andere kant van de lijn bijna opgewonden vertelt dat de verrassing wel heel bijzonder is en dat ze hoopt dat dit cadeau mij zeker zal doen besluiten om de komende tien jaar weer als meespelend (lees sponserend)  lid verder te gaan. 
‘Ik heb nog nooit iets gewonnen,’ meen ik op te moeten merken.
‘Meneer Henneman, maar vergeet niet omdat u meedoet, u wel allerlei goede doelen steunt,’ stelt ze me gerust. ‘Mensen zoals u zijn belangrijk voor ons.’
‘Ja, ja,’ antwoord ik.
‘En bovendien… als u niet meespeelt weet u zeker dat u niets zult winnen,’ zegt ze bijna brutaal, en de manier waarop ze het zegt, doet het vooral klinken of ze mij een welgemeende en vooral vriendschappelijk raad wil geven. Even meen ik haar gelijk te moeten geven, want ik kan het eigenlijk alleen maar met haar eens zijn. Niet geschoten is natuurlijk altijd mis.
‘Meneer Henneman, omdat u al tien jaar meespeelt mogen wij u voor de komende trekking extra loten aanbieden. Als beloning voor u als trouwe speler.’
‘Gratis?’ vraag ik in al mijn onnozelheid.
‘Nou, niet helemaal gratis,’ zegt ze met een giecheltje. ‘U krijgt van ons drie loten voor de prijs van één.’
‘Krijgt?’ vraag ik.
‘Ja hoor, drie voor de prijs van één,’  herhaalt ze met een aanstekelijke vrolijkheid.
‘Dus als ik het goed begrijp dan krijg ik twee extra loten voor noppes, gratis voor niks.’
‘Dat klopt meneer Henneman, als u één lot neemt.’
‘Maar dat heb ik toch al,’ zeg ik in mijn onbenulligheid.
‘Nee, u speelt al met één lot mee en als u met nog één lot meespeelt dat krijgt u er van ons twee gratis. Helemaal voor niks, of voor noppes zoals u het zelf al zei.’
‘Dus als ik één lot extra neem, speel ik mee met vier loten.’
‘Helemaal juist meneer Henneman. Klopt. Dus viermaal meer kans op een van onze mooie prijzen.’
‘Dat kan wel zijn juffrouw, maar dan zit ik wel vast aan twee loten,’
‘U kunt dat altijd weer veranderen meneer Henneman. ‘Dus dat valt toch reuze mee.’
‘Natuurlijk juffrouw, maar om eerlijk te zijn vind ik één lot wel voldoende.’
‘U steunt er goede doelen mee meneer Henneman, en wie weet.  Er zijn winnaars genoeg die nooit op een van onze mooie prijzen gerekend hebben, maar zo maar op een dag overkomt het deze mensen dan toch.’
‘Juffrouw ik vind het niet zo’n goed idee, om eerlijk te zijn,’ houd ik vol.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Om een extra lot te nemen,’ zeg ik.
‘Het is éénmalig meneer Henneman, ten minste als u dat wilt, en u speelt dan wel mee met vier loten,’ houdt ze me voor. 
‘Nou juffrouw, ik geloof niet dat ik dit ga doen.’
‘Dat zou wel jammer zijn meneer Henneman. U speelt tenslotte al tien jaar mee, dus u heeft wel recht op een extraatje.’
‘Ja, dat kan wel zijn, maar ik speel mee met één lot, en dat vind ik genoeg.’
‘Meneer Henneman…’ zegt de juffrouw met bijna smekende (sensibele) stem. ‘Ik kan u echt niet van gedachten laten veranderen?’
Ik ben het moment van het heerlijke gevoel van de autosleutels van de spiksplinternieuwe middenklasser ondertussen helemaal kwijt.
‘Nee juffrouw, ik laat het bij één lot,’ zeg ik vastbesloten.
‘Echt heel jammer meneer Henneman, ik dacht nog wel dat ik u een mooie verrassing ging bezorgen,’ zegt de juffrouw met haar sensibele stem die dermate teleurgesteld klinkt, dat ik even een moment van zwakte in me op voel komen.
“Nee Henneman, je doet het niet, ze doet het erom,” houd ik mezelf in gedachten voor. “En misschien is ze wel oud en oerlelijk. Misschien is het wel een wolf in schaapskleren.”
‘Meneer Henneman, bent u er nog?’ vraagt ze.
‘Zeker,’ antwoord ik.
‘Nou, dan wens ik u nog een mooie dag,’ zegt ze vervolgens. ‘Na afloop hoort u nog een bandje, waarop u aan kunt geven indien u in de toekomst geen telefonische aanbiedingen zoals deze meer wilt ontvangen, ’ voegt ze er nog aan toe.
‘U ook een mooie dag,’ zeg ik en luister daarna het hele bandje inclusief keuzemenu af. Ik meld me daar af en hoop dat het me deze keer wel gelukt is. En anders… tot een volgende keer maar weer. En ook dan zal ik weer opnemen met “hallo” of  “ja” of misschien moet ik bij het zien van “anoniem” het er gewoon maar bij laten, en die rinkelende telefoon gewoon negeren.
 
 

J.Henneman