Kerstverhaal 2015

 

Henneman of Heijmans  Het(ware?) verhaal  van de ezel en de os

 

‘Het is veel te warm voor de tijd van het jaar,’ mopperde de os tegen de ezel. ‘Ik weet niet wie op het idee is gekomen om ons in deze stal te parkeren, maar een ding weet ik wel, en dat is dat ik veel liever buiten zou staan dan hier. Ondanks dat het december is, is het alles behalve winter.’
‘Dat komt door de opwarming zeggen ze. Maar goed, we moeten hier blijven, want zo staat het nou eenmaal in het kerstverhaal,’ antwoordde de ezel. ‘We horen hoe dan ook in de stal te staan op het moment dat Jezus wordt geboren.’
‘Dat kan wel zijn, maar er kan toch wel een keer een uitzondering op worden gemaakt. Ik bedoel, het is toch van de te gekke, dat ik hier sta te zweten als een otter,’ ging de os verder.
‘Tja, dan had je deze rol niet aan moeten nemen… tenminste niet op deze voorwaarden,’ zei de ezel tegen de os
‘Of ik daar iets in te zeggen heb gehad…’ ging de os mopperend verder. ‘Nee, zo hebben ze het voor mij opgeschreven en blijkbaar heb ik me daar dus maar aan te houden.’
‘Klopt. Want ik kan je op een briefje geven, als jij je niet aan jouw rol houdt, dan halen ze je onherroepelijk uit het kerstverhaal en dan ben je er al helemaal klaar mee, nog voordat je er aan begonnen bent,’ zei de ezel streng. ‘En weet je, als je eenmaal uit het verhaal bent, dan kom je er ook niet meer in.’
‘O, is dat zo? Nou dat wist ik niet,’ zei de os geschrokken. ‘Niemand, maar dan ook niemand, die mij daar iets over heeft verteld, noch voor gewaarschuwd.’
‘En toch is het zo. Zo staat het in je contract. Heb je de voorwaarden dan niet gelezen? Hoe dan ook, als je het script niet volgt, dan wordt jouw eerste optreden één groot drama. Dat kan ik je verzekeren.’
‘Tjonge… is dat zo?’ vroeg de os.
‘Dat is zo. Wacht, ik zal je vertellen hoe het mijn vriend de kameel is vergaan.’
‘Jouw vriend de kameel?’ vroeg de os verbaasd. ‘Ik wist niet dat jij een kameelvriendje hebt.’
‘Had… want onze vriendschap is voltooid verleden tijd. Maar goed, nu even genoeg over mijn vriendschap met die kameel, en trouwens je hoeft niet alles te weten,’ zei de ezel kribbig.
‘Nee, gelukkig niet…’ zuchtte de os. ‘Daar zou ik alleen maar koppijn van krijgen. Enne… ik heb een grote kop, dus dan doet dat extra pijn. Maar, ga verder met je verhaal.’
‘lk ben nog niet begonnen…’ zei de ezel.
‘Nou begin dan eindelijk eens,’ zei de os ongeduldig.
‘Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de ezel en de kameel Maria en Jozef zouden vervoeren tijdens hun vlucht. Zo stond het in het script. De kameel zou Maria dragen en ik zou alle spulletjes, zeg maar alles wat Maria en Jozef mee wilde nemen op me nemen. Tijdens de tocht zou Jozef naast mij lopen, en ik achter de kameel. Na aankomst in de stal en na de geboorte van Jezus zou ik dan naast de kribbe mogen staan en de kameel achter mij. Zo was de verdeling. Maar ja, opeens was hij het er totaal niet mee eens. dat ik de ezel, het dichtst bij het kindje Jezus mocht staan. Volgens de schrijver van het kerstverhaal had ik dat wel verdient en bovendien paste het ook beter in het totale plaatje. Toen de kameel ondanks stevig protest toch zijn zin niet kreeg, gaf dat een hoop gedoe, en opeens spuwde hij om zich heen. En dat was voor de schrijver weer aanleiding om de kameel uit het verhaal te schrijven. Om eerlijk te zijn vond ik achteraf gezien, de reactie van die schrijver wel een beetje overdreven. Volgens hem  was de kameel onredelijk, arrogant en opstandig. Al met al vond ik dat tamelijk zwaar aangezet. Natuurlijk hij had niet moeten spuwen, maar ja…soms loopt dat zo, zeker als je over de rooie bent. De kameel had er achteraf ook wel spijt van, maar ja achteraf…’
‘… dat is een koe in zijn puntje, puntje kijken,’ grinnikte de os. ‘Maar even voor mij, er zit toch nog steeds een kameel in het verhaal. Die komt toch samen met de drie wijze koningen uit het oosten…?’ merkte de os vervolgens op.
‘Dat is een andere kameel, die hoort bij die koningen. Hij is ook geen familie van mijn kameel of zo. Maar goed, ik heb wat afgesjouwd. Ik was helemaal afgeladen met allerlei rommel, zoals een oude stoel, kleding, luiers, dekens, kussen, etenswaren, drankjes, twee volle manden aan elke zijde een, met van alles en nog wat. Zelfs een fietspomp en surfplank. Joost mag weten wat ze daarmee voor hadden. Het was zwaar, zeer zwaar. Ik had het er ook tamelijk moeilijk mee, maar je hoorde mij niet klagen. En die kameel maar mooi weer spelen met Maria op zijn rug. Maar om een kort verhaal lang te maken, als er iemand recht had om het dichtste bij Jezus te staan, dan was ik het wel. Ik had er het meeste voor af moeten zien. In elk geval veel meer dan die vriend van me, die ex-vriend bedoel ik. En de schrijver vond dat gelukkig ook.’
‘Om een lang verhaal kort te maken zal je bedoelen…’ merkte de os droog op.
‘Uh ja… maar hoezo?’ vroeg de ezel verbaasd.
‘Je zei “maar om een lang verhaal kort te maken” en volgens mij is het net andersom.’
‘Nou ja, hoe dan ook, de kameel werd uit het verhaal geschreven en daar leek het ook bij te blijven, totdat een van de leden van de kerststalcommissie met een voorstel kwam om alsnog een ander beest aan de het verhaal toe te voegen. Dat zou het verhaal vollediger maken werd mij verteld, en bovendien was het ook mooier voor het plaatje. Kindje Jezus met alleen een ezel vond men aan de magere kant. Vervolgens werd er een speciale keuzecommissie van Schriftgeleerden in het leven geroepen. Toen was het hek van de dam. De ene vond een lama wel iets hebben, de ander zag meer in een zebra. Weer een ander dacht dat een neushoorn of een olifant wel iets zouden kunnen bijdragen en het meest absurde idee kwam van de een of andere verstrooide fantast, die in zijn vrije tijd blijkbaar voor herder speelde op de kinderboerderij. Die vogel was er van overtuigd dat een vijftigtal schapen het weleens goed zouden kunnen doen, en volgens hem een zeer positieve invloed zouden kunnen hebben op de kerstsfeer. Stel je voor, voor hetzelfde geld stond ik dus nu tussen een vijftigtal van die opgewonden mekkerende ooien. Ik moet er niet aan denken.’
‘En toen kwam ik beeld’ zei de os.
‘Ja, toe kwam jij in beeld. De schrijver van het kerstverhaal had voorzichtig geopperd dat het misschien wel een idee kon zijn om een koe aan het verhaal toe te voegen. Volgens hem zou dat ook wel mooi passen in het kerstverhaal… baby… koe… dus bijvoorbeeld elke dag verse melk of zo. Eigenlijk een win- win oplossing. Aanvankelijk was de commissie het ermee eens geweest, maar zo maar ineens ontstond er twijfel. De voorzitter van de keuzecommissie had een opmerking gemaakt dat hij vond dat het kerstverhaal met een koe er in wel een beetje verwijfd was. Het was in de laatste vergadering vóór de kerstviering dat een van de leden zo begon te melken over die koe, dat even later de meerderheid van de commissie ermee instemde dat de koe dan maar een stier moest worden. Maar toen vond de oudste van de commissie weer dat een stier een beetje teveel van het goede was, en zijn argument was dat Maria de vrucht in haar schoot onbevlekt had ontvangen. Joost mag weten wat dat precies is of liever nog hoe dat dan ik zijn werk gaat, maar met in ogenschouw nemend de bijzonderheid van deze onbevlekte ontvangst gaf de commissie uiteindelijk de voorkeur aan een beest dat absoluut seksueel-neutraal moest zijn. Aan het eind van de vergadering werd besloten dat het een os moest worden, die naast mij mocht figureren. En toen kwam jij in beeld…’ grinnikte de ezel.
‘Tja, maar dat hadden ze tijdens mijn sollicitatie er niet meteen bij vermeld. Dat van die os kwam pas later in het gesprek. Aanvankelijk leek alles nog normaal, ik bedoel toen mocht alles nog blijven zitten, waar het zat. Maar ja, plotseling stelde ze me voor de keuze. Ik moest iets, want ik zat al een tijd zonder werk. En al is het dan maar een rol als os in een kerststal, het is toch vast werk, al is het dan maar voor een paar weken in het jaar.  Dus wat doe je dan … Het was wel even slikken, even een kwestie van doorbijten, de kiezen op elkaar, want het is geen pretje, dat kan ik je wel vertellen.’
‘Daar kan ik me wel iets bij voorstellen,’ grinnikte de ezel.
‘En jij dan?’ Hoe zit het eigenlijk met jou?’ vroeg de os aan de ezel. ‘Hoe kom je aan deze rol?’
Het bleef even stil en de ezel keek wat ongemakkelijk om zich heen.
‘Kun je een geheim bewaren?’ fluisterde de ezel in het oor van de os.
‘Jawel hoor,’ antwoordde de os.
‘Uh… ik ben eigenlijk niets, zeg maar onzijdig. Ik bedoel, ik ben geen “hij” en ook geen “zij”, ik ben eigenlijk meer een “het” snap je. En dat zochten ze nou net voor deze rol.’
‘Het ezel…?’reageerde de os verbaasd, tamelijk hardop.
‘Sstt… niet zo luid. Nee, natuurlijk ben ik niet “het" ezel, maar gewoon “de” ezel. Wat ik bedoel, het maakt mij niet uit, ik heb geen seksuele voorkeur.’
‘Dus je eet van twee walletjes?’ vroeg de os.
‘Nee joh, ik eet helemaal niets.’
‘Ben je op dieet of zo.’
‘Nee, je snapt het niet os, ik ben gewoon een ezel… die zich nergens aan stoot, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik ben een ezel die nergens aanstoot aan neemt, zal ik maar zeggen. Zelfs de mooiste ezelin laat me helemaal steen- maar dan ook steenkoud.’
‘Nou ja, het zal wel,’ zuchtte de os, terwijl hij zijn schouders ophaalde. ‘Wat is eigenlijk de bedoeling? Moeten we hier blijven staan tot we een ons wegen of wordt er nog iets meer van ons verwacht?’ vroeg de os.
‘Hebben ze je dat niet verteld?’
‘Nee, ik moest me hier bij deze stal melden en dan maar rustig afwachten. Ik zou hier te horen krijgen wat exact de bedoeling is.’
‘Dat is niet veel hoor, dat kan ik je wel vertellen. Je bent maar een decorstuk, een levend decorstuk. Net als ik, alleen ik mag dan wel naast Jezus staan en dan pas kom jij, achter mij.’
‘En wanneer komt die Jezus?’ vroeg de os.
‘Middernacht als het goed is. Dan wordt hij geboren.’
‘En moeten wij daar bij zijn?’ vroeg de os.
‘Ja, dat is wel de bedoeling.’
‘Als dat alles is, dan heb ik toch wel ergens heel veel spijt van.’
‘Waarvan?’ vroeg de ezel.
‘Nou ja, ik heb voor deze rol wel het een en ander in moeten leveren,’ zei de os. ‘En daar baal ik wel een beetje van, tenminste als ik niet meer hoef te doen dan hier een beetje rond te hangen.’
‘O, bedoel je het zo. Ik kan je geruststellen, je krijgt er ook wel een hoop voor terug,’ stelde de ezel de os gerust.
‘En dat is?’
‘Engelenkoren, drie wijzen uit het oosten met een kameel, een amateurherder met een paar van zijn schapen, maar vooral de eeuwige roem. Want neem van mij aan, dat je naam is gemaakt en als je het goed doet, dan mag je voortaan elk jaar naast mij staan, en dus ook vlakbij de kribbe met het kindje Jezus. De mensen zullen tegen je op kijken, want wie kan nou zeggen dat hij jaar in jaar uit een “meet and greet” heeft met het kindje Jezus en met Maria en Jozef… en nog wel “live on stage”, en dat ook nog allemaal voor het oog van het hele kerkvolk, plus de rest van de wereld.’
‘Nee, dat zijn er niet veel ezel, daar heb je gelijk in. Maar even voor mij, dus blijven we hier in deze zweterige stal of wagen we ons toch maar naar buiten?’
‘Hier in deze stal, daar horen we thuis beste os. Hier zal je het mee moeten doen. Het kan nog wel even duren voordat Maria en Jozef zich zullen melden, dus leg je daar maar bij neer.’
‘Hoef je ze eigenlijk niet op te halen?’
‘Nee, Jozef zou zelf het vervoer regelen. Dus nu maar even afwachten. Ik zou zeggen maak het jezelf nog maar even gemakkelijk, nu het nog kan.’
‘Dat is een goed idee ezel, dat ga ik zeker doen,’ zei de os en hij zakte een paar tellen later door zijn poten en plofte met een diepe zucht neer in het verse stro. Even later hoorde de ezel een heftig gesnurk.
‘Iaa, iaa,’ mompelde de ezel, schudde zijn kop en staarde vervolgens wezenloos door het venster naar buiten.
Het was laat in de avond toen Maria en Jozef bij de stal arriveerden. De os sliep nog steeds en de ezel had ze ook niet aan horen komen,
Geschrokken stamelde hij, ‘wees welkom, hier in onze stal. Treed binnen, u wordt verwacht. Wij zijn er in elk geval al helemaal klaar voor.’
Maria keek naar de slapende os en vervolgens naar  Jozef en vroeg verbaasd, ‘hebben ze iets aangepast in de tekst?’
‘Geen idee,’ antwoordde Jozef en zette de koffers bij de kribbe.
Om middernacht klonk het gezang van engelen, die de mensen vertelden dat kindje Jezus was geboren.

 

Jos Heijmans

Ik wens iedereen fijne feestdagen en vooral ook een mooi, gelukkig en gezond 2016  toe

( de eerstvolgende "Heijmans" verschijnt op  8 januari 2016)