Henneman of Heijmans  

Jos Heijmans   De ezel en de os (kerstverhaal)

Het verhaal van de ezel en de os

 

‘Het is veel te warm voor de tijd van het jaar,’ mopperde de os tegen de ezel. ‘Ik weet niet wie op het idee is gekomen om ons in deze stal te parkeren, maar een ding weet ik wel, en dat is dat ik veel liever buiten ben. Het is allesbehalve wintertijd.’
‘Zo staat het nou eenmaal in het kerstverhaal,’ antwoordde de ezel. ‘We horen in de stal te staan, als
Jezus wordt geboren.’
‘Dat kan wel zijn, maar er kan toch wel een keer een uitzondering op worden gemaakt. Ik bedoel, het is toch van de te gekke, dat ik hier sta te zweten als een otter,’ ging de os verder.
‘Tja, dan had je deze rol gewoon niet aan moeten nemen… tenminste niet op deze voorwaarden,’ zei de ezel tegen de os
‘Of ik daar iets in te zeggen heb gehad…’ ging de os mopperend verder. ‘Nee, zo hebben ze het voor me opgeschreven en daar heb ik me dus blijkbaar aan te houden. ’
‘Dat kan ik je wel op een briefje geven beste os. Als jij jezelf niet aan jouw rol houdt, dan halen ze jou absoluut uit het kerstverhaal en dan ben je er ook meteen helemaal klaar mee, nog voor je er aan bent begonnen,’ zei de ezel. ‘En weet je, als je eenmaal uit het verhaal ben geschreven, dan kom je er ook niet meer in.’
‘O, is dat zo? Nou dat wist ik niet,’ zei de os verbaasd. ‘Niemand, maar dan ook niemand die mij daar iets over heeft verteld.’
‘En toch is het zo. Zo staat het in je contract. Heb je de voorwaarden niet gelezen? Hoe dan ook, als jij je niet aan de rol houdt, dan wordt dat eerste optreden van jou een groot fiasco.’
‘Zo is dat zo?’ vroeg de os.
‘Wacht, ik zal je vertellen wat mijn vriend de kameel is overkomen.’
‘Jouw vriend de kameel?’ zei de os verbaasd. ‘Ik wist niet dat jij een kameel als vriend hebt.’
‘Had, want onze vriendschap is verleden tijd. Maar goed, genoeg over mijn vriendschap met die kameel, je hoeft toch ook niet alles te weten.’
‘Nee, dat niet…’ zuchtte de os. ‘Daar zou ik alleen maar hoofdpijn van krijgen. Enfin, ga verder met je verhaal.’
‘lk was nog niet begonnen…’ zei de ezel.
‘Nou begin dan eindelijk eens,’ zei de os en het klonk een beetje geïrriteerd.
‘Vroeger was het de bedoeling dat de ezel en de kameel Maria en Jozef zouden helpen op hun vlucht. Zo was het oorspronkelijke script. De kameel zou Maria dragen en ik alle spulletjes, zeg maar alles wat ze mee wilde nemen op hun vlucht. Jozef zou naast ons lopen. Maar ja, de kameel was tamelijk eigenwijs en was het er totaal niet mee eens, dat ik de ezel,  als beloning voor al mijn gesjouw het dichtste bij het kindje Jezus mocht staan. Volgens de schrijver van het kerstverhaal had ik dat wel verdient en het paste ook beter in  het totale plaatje. Toen de kameel na stevig aandringen uiteindelijk toch zijn zin niet kreeg, gaf dat een hoop gezanik, en hij spuwde op iedereen. Dat voor de schrijver weer een goede reden was om de kameel eruit te schrijven En niet zo maar een beetje. Nee hoor, hij verdween helemaal uit het verhaal. Nou je zult begrijpen dat dat een hoop lawaai gaf, en om eerlijk te zijn vond ik achteraf gezien de reactie van die schrijver ook wel erg overdreven. Hij vond de kameel vooral onredelijk en te arrogant en te opstandig.’
‘Even voor mij, er zit toch nog steeds een kameel in het verhaal. Die komt toch samen met de drie wijze koningen uit het oosten…’ merkte de os op.
‘Dat is een andere kameel, die hoorde bij die koningen. Hij is ook geen familie van mijn kameel of zo. Enfin, die ex-vriend van mij had blijkbaar alleen maar zin in de mooie klusjes. Hij had Maria al op zijn rug, een mooi lichtgewicht poppetje van amper vijfenvijftig kilo, terwijl ik helemaal afgeladen werd met allerlei rommel, zoals een oude stoel, kleding, luiers, dekens, kussen, etenswaren, drankjes, twee volle manden aan elke zijde een, met van alles en nog wat. Zelfs een fietspomp en surfplank. Joost mag weten wat ze daarmee voor hadden. Het was zwaar, zeer zwaar. Ik had het er ook tamelijk moeilijk mee, maar je hoorde mij niet klagen. Ook niet toen ik verschrikkelijke last kreeg van mijn rechterachterpoot. Ik had mijn buitenmeniscus beschadigd tijdens een weddenschap “wie kan er het verst over een balk springen”. Gewoon domme pech, net even verkeerd neergekomen en je ziet het. Maar om een kort verhaal lang te maken, als er iemand recht had om het dichtste bij Jezus te staan, dan was ik het wel. Ik had er het meeste voor af moeten zien. In elk geval veel meer dan die kameel.’
‘Om een lang verhaal kort te maken zal je bedoelen…’ merkte de os droog op.
‘Uh, ja hoezo?’ vroeg de ezel verbaasd.
‘Je zei “maar om een kort verhaal lang te maken” en volgens mij is het net andersom.’
‘Nou ja, hoe dan ook, de kameel werd uit het verhaal geschreven en daar leek het ook bij te blijven, totdat iemand van kerstviering voorstelde om alsnog een ander dier aan de het verhaal toe te voegen. Dat was beter voor het verhaal werd mij verteld, en het was gewoon ook mooier voor het plaatje. Tjonge, wat er  allemaal voor beesten werden voorgesteld. Er was een speciale commissie van Schriftgeleerden in het leven geroepen. De ene vond een lama wel iets hebben, de ander zag meer in een zebra. Weer een ander dacht dat een neushoorn wel iets zou kunnen bijdragen en het meest absurde idee kwam van de een of andere verstrooide fantast, die in zijn vrije tijd voor herder speelde op de kinderboerderij. Die was er van overtuigd dat een dertigtal schapen het goed zouden kunnen doen. Dat zou volgens hem prima in de sfeer passen. Stel je voor, voor hetzelfde geld stond ik dus nu tussen een dertigtal van die opgewonden mekkerende ooien. Ik moet er niet aan denken.’
‘En toen kwam ik beeld?’ zei de os.
‘Ja, toe kwam jij in beeld. De schrijver van het kerstverhaal had geopperd dat het misschien wel een idee was om een koe aan het verhaal toe te voegen. Volgens hem zou dat ook wel mooi passen in het kerstverhaal… baby… koe en daarmee bijvoorbeeld dus elke dag verse melk. Een win- win oplossing. De commissie die het voorstel goed moest keuren vond het kerstverhaal met een koe wel een beetje verwijfd worden. Aanvankelijk was de commissie het ermee eens geweest, maar nu kreeg men toch wel twijfel. In de laatste vergadering vóór de kerstviering begon een van de leden zo te melken over die koe, dat even later de meerderheid van de commissie ermee instemde dat de koe een stier moest worden. De oudste van de commissie vond een stier wel een beetje teveel van het goede, en bovendien was Maria onbevlekt ontvangen. Joost mag weten wat dat precies is of liever nog hoe dat dan ik zijn werk gaat, maar in de context van deze onbevlektheid gaf de commissie uiteindelijk de voorkeur aan een beest dat absoluut seksueel-neutraal moest zijn. En toen kwam jij in beeld…’ grinnikte de ezel.
‘Tja, dat hadden ze tijdens mijn sollicitatie er niet meteen bij vermeld. Dat was pas later. Het was geen pretje. Aanvankelijk leek alles nog normaal, ik bedoel toen mocht alles nog blijven zitten, waar het hoort te zitten. Maar ja, toen plotseling stelde ze me voor de keuze. Ik moest iets, ik zat al een tijd zonder werk, en een stier moet er wat over hebben om een vaste rol als os in zo’n kerstverhaal te krijgen. Het was wel even slikken, even doorbijten, de kiezen op elkaar. Dat kan ik je wel vertellen.’
‘Daar kan ik me wel iets bij voorstellen,’ grinnikte de ezel.
‘En jij dan?’ Hoe zit het eigenlijk met jou?’ vroeg de os aan de ezel. ‘Hoe kom je aan deze rol?’
Het bleef even stil en de ezel keek wat ongemakkelijk om zich heen.
‘Kun je een geheim bewaren?’ fluisterde de ezel in het oor van de os.
‘Jawel hoor,’ antwoordde de os.
‘Uh… ik ben eigenlijk niets, zeg maar onzijdig. Ik bedoel, ik ben geen “hij” en ook geen “zij”, ik ben eigenlijk meer een “het” snap je. En dat zochten ze nou net voor deze rol.’
‘Het ezel…?’reageerde de os verbaasd, tamelijk hardop.
‘Sstt… niet zo luid. Nee, natuurlijk ben ik niet “het ezel”, maar gewoon “de ezel”. Wat ik bedoel, het maakt mij niet uit, ik heb geen seksuele voorkeur.’
‘Dus je eet van twee walletjes?’ vroeg de os.
‘Nee joh, ik eet helemaal niets.’
‘Ben je op dieet of zo.’
‘Nee, je snapt het niet os. Ik ben gewoon een ezel… die zich nergens aan stoot als je begrijpt wat ik bedoel, ik ben een ezel die nergens aanstoot aan neemt, zal ik maar zeggen. De mooiste ezelin laat me helemaal steen- maar dan ook steenkoud.’
‘Nou ja, het zal wel,’ zuchtte de os. ‘Wat is eigenlijk de bedoeling? Moeten we hier blijven staan tot we een ons wegen of wordt er nog iets meer van ons verwacht?’ vroeg de os.
‘Hebben ze je dat niet verteld?’
‘Nee, ik moest me hier bij deze stal melden en dan maar rustig afwachten. Ik zou hier te horen krijgen wat exact de bedoeling is.’
‘Dat is niet veel hoor, dat kan ik je wel vertellen. Je bent maar een decorstuk, een levend decorstuk om zo maar eens te zeggen. Net als ik, alleen ik mag dan wel naast Jezus staan en dan pas kom jij, achter mij.’
‘En wanneer komt die Jezus?’ vroeg de os.
‘Vannacht als het goed is. Dan wordt hij geboren.’
‘En moeten wij daar bij zijn?’ vroeg de os
‘Ja, dat is wel de bedoeling.’
‘Als dat alles is, dan heb ik toch wel ergens heel veel spijt van.’
‘Waarvan?’ vroeg de ezel.
‘Nou ja, ik heb voor deze rol wel het een en ander in moeten leveren,’ zei de os.
‘O, bedoel je het zo. Ik kan je geruststellen, je krijgt er ook wel een hoop voor terug,’ stelde de ezel de os gerust.
‘En dat is?’
‘Engelenkoren, drie wijzen uit het oosten, die amateurherder zal nog wel langskomen met een paar van zijn schapen, maar vooral de eeuwige roem. Want neem van mij aan je naam is gemaakt en als je het goed doet, mag je voortaan altijd naast mij staan, en dus ook vlakbij de kribbe met het kindje Jezus. Jaar op jaar. Neem van mij aan dat de mensen tegen je op zullen kijken, want wie kan nou zeggen dat hij jaar in jaar uit een “meet and greet” heeft gehad met het kindje Jezus… en nog wel “live on stage”, en dat ook nog voor het oog van het hele kerkvolk, plus de rest van de wereld.’
‘Nee, dat zijn er niet veel ezel, daar heb je gelijk in. Maar even voor mij, blijven we hier in deze zweterige stal of wagen we ons toch maar naar buiten?’
‘Hier in deze stal horen we thuis beste os. Hier zal je het mee moeten doen. Het kan nog wel even duren voordat Maria en Jozef zich zullen melden, dus leg je daar maar bij neer.’
‘Dat is een goed idee ezel, dat ga ik zeker doen’ zei de os en hij zakte een paar tellen later door zijn poten. Hij maakte het zich gemakkelijk in het verse stro en even later hoorde de ezel een heftig gesnurk.
De ezel schudde zijn kop en protesteerde nog met, ‘iaa… iaa…’ maar bleef het dan ook bij. Er zat niets anders op dan geduldig te blijven. Het duurde nog wel even voordat Maria en Jozef bij de stal zouden arriveren.


Iedereen fijne kerstdagen en een mooi en gezond 2020 

Jos Heijmans

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 


 


 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

nb eerst volgende Heijmans/Henneman op 2 september   

 

 

 

 

 

 

 

                  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

Jos Heijmans