Henneman of Heijmans  

 

Jacob Henneman   Ook heel bijzonder... (08)

Ook heel Bijzonder (8)

‘Mooi weer meneer Henneman,’ glunderde mijn buurman van schuin tegenover, die er overigens pas sinds enkele weken woont. ‘Ik had het al voorspeld of niet soms?
‘U had het helemaal bij het rechte end,’ voegde ik hem toe.
‘Meneer Henneman…als ik naar de lucht kijk en goed naar de vogels luister, dan kan ik het eigenlijk al helemaal uittekenen… De natuur meneer Henneman, de natuur weet verdraaid goed waar het allemaal om draait en wat we kunnen verwachten.’
‘U zegt het…’
‘Meneer Henneman, ik kan het weer echt geen drie weken vooruit voorspellen, zoals zie zogenaamde weer-appjes. Die pretenderen dat wel te kunnen. Nee, ik kan dat nauwelijks twee dagen… of het moet heel stabiel zijn. De atmosfeer en zo, bedoel ik. Dan lukt het me wel.’
‘Ik vind het wel knap van u buurman. Ik zou niet weten waar ik op zou moeten letten.’
‘Meneer Henneman, het is echt een kwestie van concentratie. Het luisteren naar het juiste geluid. Of gefluit, dat is het eigenlijk. Kijk, die vogels waarschuwen elkaar. Die weten verdraaid goed wat er komt. Bijvoorbeeld, als het warm weer wordt fluiten ze naar elkaar dat ze in de middag de schaduw moeten zoeken. En bij regen, dat ze een schuilplek moeten zien te vinden. Zo doen ze dat. Het is bijna voor honderd procent zeker dat het de volgende dag het weer wordt waar ze elkaar voor hebben gewaarschuwd.
‘Dat lijkt me wel een beetje kort door de bocht,’ meende ik op te moeten merken.
‘Hoe bedoelt u?’
‘Nou, zoals ik het zeg. Ik kan me er niet al te veel bij voorstellen. Het kan waar zijn dat vogels elkaar aanroepen, maar of ze het daarbij over het weer hebben…’
De buurman van schuin tegenover haalde zijn schouders op.
‘Geloof kan ik u niet geven…’ zei hij, enigszins mopperend. ‘Maar weet u meneer Henneman, ik heb er mijn voordeel van en ik trek mijn conclusies uit wat ik zie en wat ik hoor.’
‘Dat is ook helemaal prima buurman. Iedereen zo zijn ding.’
‘Tja, wat u er ook van vindt, ik blijf mijn eigen waarnemingen trouw.’
‘Zo is dat buurman,’ zei ik. ‘Ik moet nu helaas weer verder, want ik heb vandaag nog een hoop te doen. Ik wil onder andere nog even het gras maaien, want uh… morgen schijnt het volgens de berichten beestenweer te worden…’
‘ Geloof het maar niet meneer Henneman, de vogels voorspellen alleen een beetje bewolking, meer niet.’
‘Dus geen regen?’
‘Nee meneer Henneman, geen regen.’
‘Ik hoop van harte dat u gelijk hebt,’ zei ik zonder al te veel overtuiging. ‘Nou tot ziens dan maar.’
 ‘Ja, tot ziens meneer Henneman.’

Terwijl ik het gras bij elkaar hark, luister ik naar de vogels, die nog volop fluiten.
‘Zouden ze elkaar nu waarschuwen dat ze morgen binnen moeten blijven…?’ vraag ik me met enig cynisme af. De weerman heeft volop regen en een harde wind voorspeld.

En …de volgende dag is het weliswaar bewolkt, maar verder is er niet veel mis met het weer. In tegendeel zelfs. Het is op zich eigenlijk nog wel aangenaam voorjaarsweer. Terwijl ik naar de fluitende vogels luister vraag ik me vertwijfeld af of ik toch maar eens een paar weken bij die buurman van schuin tegenover in de leer moet. Tenminste ik hoop dat het met een paar weken te doen is.
 
Jacob Henneman

 

 

 

 

 

 

 

 

                  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

Jos Heijmans